IJsvogel: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Restored revision 55650880 by 95.97.175.115 (Restorer) Label: Ongedaan maken |
→Kenmerken: wijziging m.b.t. het gewicht n.a.v. uitgebreide studie ijsvogels.nl |
||
Regel 48:
[[Bestand:Roepende ijsvogel-4961697.webm|thumb|Roep van een ijsvogel]]
De [[lichaamslengte]] bedraagt ongeveer 16 cm,<ref>{{aut|Charlotte Uhlenbroek}} (2008) - ''Animal Life'', Tirion Uitgevers BV, Baarn. {{ISBN|978-90-5210-774-5}}</ref> de [[Spanwijdte (vlucht)|spanwijdte]] is 24 tot 26 cm en het [[lichaamsgewicht]] loopt uiteen van 34 tot
De ijsvogel is in noordelijk Europa onmiskenbaar door zijn tekening, soorten uit andere werelddelen kunnen echter sprekend op de ijsvogel lijken.
Regel 77:
De ijsvogel is een [[carnivoor]], meer specifiek een [[piscivoor]], en jaagt voornamelijk op kleine [[vissen (dieren)|vissen]] als [[modderkruipers]], [[Ruisvoorn|voorns]], [[barbeel|barbelen]], jonge [[vlagzalm]]en en [[tiendoornige stekelbaars]]jes, aangevuld met jonge [[Forel (vis)|forel]]len, [[baars|baarzen]], [[snoek]]en en [[karper]]s, [[alver]]s, [[gambusia]]'s, [[driedoornige stekelbaars]]jes en [[kwabaal|kwabalen]].<ref name="H1995" /> Ook [[garnalen]], [[rivierkreeften]] en andere [[kreeftachtigen]], [[amfibieën]] als [[salamanders]], [[kikkers]] en [[Ontwikkeling van kikvorsachtigen|kikkervisjes]], [[insecten]] als [[libellen]], [[kevers]], waterinsecten en [[larve]]n en [[weekdieren]] als [[slakken|zoetwaterslakken]] staan op het dieet. Prooidieren zijn meestal 3 tot 5 cm lang, maximaal 7 cm. Vissen beslaan zo'n 78% van het dieet.<ref name="H1995" />
De ijsvogel is vaak te vinden op een vaste uitkijkpost nabij het water, vanwaar hij zijn prooidieren gadeslaat. De ijsvogel zit meestal onbeweeglijk op zijn uitkijkplaats, vaak met de vleugels gespreid en de snavel half open. De uitkijkplaats bevindt zich zo'n één tot drie meter boven het water. Een tak die over het water uitsteekt is hiervoor geschikt, maar ook beschaduwde overhangende struiken worden hiervoor wel gebruikt. Met zijn scherpe ogen kan hij in helder water de precieze positie van zijn prooi bepalen, waarna hij met zijn snavel naar voren op zijn prooi duikt. De prooi bevindt zich meestal niet meer dan 25 cm onder het wateroppervlak.<ref name="B2001">Burnie, D. ''Dieren'' (2001), Londen: Dorling Kindersley Limited, p. 328-329.</ref> Als een visje zich laat zien wordt het met een snelle duikvlucht verschalkt. Iedere ijsvogel heeft zijn eigen favoriete uitkijkplaats vanwaar hij duikt. Als de uitkijkplaats te laag is, vliegt hij eerst omhoog waarna hij naar beneden duikt. Ook kan de vogel boven het water [[bidden (vogel)|bidden]]. Aan de kust wordt vanaf een rots, een [[pier (dijk)|pier]] of een paal gejaagd. Soms wordt ook buiten het water gezocht naar voedsel, zoals in de lucht, hier worden insecten gevangen.
Bij het jagen op vis duikt de ijsvogel bijna loodrecht op zijn prooi, waardoor hij met hoge snelheid het wateroppervlak kan doorbreken. Om deze snelheid te ontwikkelen slaat hij tijdens de duik kort met zijn vleugels. Bij voldoende snelheid kan hij tot een diepte van een meter duiken, maar meestal duikt hij niet meer dan enkele decimeters. Om de ogen te beschermen tegen het water gebruikt de ijsvogel zijn [[knipvlies]], dit is een extra ooglid dat half doorzichtig is en door een [[reflex (biologie)|reflex]] als een duikbril over het oog schuift tijdens het duiken. Het wordt ook gesloten als de vogel de veren poetst, om beschadiging door de klauwen te voorkomen.
|