6.010
bewerkingen
De geschiedenis van de politicologie gaat terug tot het werk van Griekse filosofen als [[Plato]] en [[Aristoteles]] en Romeinse historici als [[Polybios|Polybius]].<ref name="p53">Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 53-57</ref> Zij schreven als eersten op een systematische manier over het functioneren van de [[staat]], waarbij ze verschillende politieke [[bestuur|regimes]] vergeleken. Een belangrijke doorbraak was het werk van de [[italiaanse renaissance|renaissance]]-denker [[Niccolò Machiavelli]].<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 58</ref> Machiavelli legde de focus op het individu, zoals de vorst (in ''[[De vorst|De Vorst]]'') en de burger (in ''Over de Burger''), en op de drijfveren van hun handelen, waarbij hij gebruik maakte van "systematische [[empirisme|empirische]] waarneming".<ref>Deschouwer, K. en M. Hooghe (2015) ''Politiek. Een inleiding in de politieke wetenschappen'', p. 28</ref> In de zeventiende eeuw werden aan verschillende universiteiten de eerste leerstoelen Politieke Wetenschap opgericht. Het ging daarbij om de leerstoel voor Politiek en Welsprekendheid, in 1602 ingesteld aan de [[Universiteit van Uppsala]], en de leerstoel Politieke Wetenschap, in 1612 ingesteld door de [[Universiteit Leiden]].<ref>Andeweg, R.B. (2014) "Leidse Politicologie: van Geesteswetenschappen en Rechten naar Sociale Wetenschappen" in Andeweg, R.B. en B. Vis (eds.) 'Policologie in Nederland. Van Politisering naar Professionalisering' p. 67; Tromp, B. (1995) ''De Wetenschap der Politiek. Verkenningen'', p. 21</ref> De Leidse leerstoel werd bij oprichting ingenomen door [[Daniël Heinsius]].
De moderne politicologie is als wetenschap ontstaan in de [[Verenigde Staten]], in de tweede helft van de negentiende eeuw. De Amerikaanse historicus [[Herbert Adams]] zou de term politieke wetenschappen ('political science') hebben bedacht, toen hij geschiedenis doceerde aan de [[Johns Hopkins-universiteit]]. De empirische studie van de politiek begon met vroege werken als ''Political Science: Or the State Theoretically and Practically Considered'' van Theodore Woolsey uit 1878 en ''The State: Elements of Historical and Practical Politics'' van [[Woodrow Wilson]] uit 1889. Deze werken hadden een sterk descriptief karakter en richtten zich op de formeel-juridische aspecten van politieke instituties. Deze benadering wordt institutionalisme genoemd.<ref name="p62">Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 62; Lowdes, V. (2010) "The Institutional Approach" In: Marsh, D. & G. Stoker 'Theory and Methods in Political Science', p. 60</ref> In deze perioden werden departementen ''Political Science'', ''Government'' en ''Politics'' opgericht aan Amerikaanse Universiteiten. Deze werden vaak bevolkt door [[geschiedenis|historici]], juristen en [[politieke filosofie|politiek-filosofen]].<ref name="p72" /> Tegelijkertijd vond er onderzoek plaats, dat nu als politicologisch
Professor N.W. Posthumus had in 1946 in het Amsterdamse studentenblad ''[[Propria Cures]]'' plannen ontvouwd voor het stichten van een universitaire faculteit met politieke wetenschappen als kern.
Hierna kwam de wetenschappelijke studie van de politiek pas echt op gang:<ref name="p50">Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 50</ref> het aantal opleidingen groeide sterk,<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p.69</ref> ook in Nederland waar in 1947 aan de [[Universiteit van Amsterdam]] de eerste opleiding politicologie ('algemene politieke en sociale wetenschappen') werd gestart aan de nieuwe Politiek Sociale Faculteit.<ref>Van Praag, P. en H. de Liagre Böhl (2014) "Tussen Wetenschap en Engagement. De Roerige Geschiedenis van de Amsterdamse Politicologie" In: Andeweg, R.B. en B. Vis (eds.) 'Policologie in Nederland. Van Politisering naar Professionalisering' p. 19</ref> In 1950 werd de Nederlandse Kring voor Wetenschap der Politiek opgericht, als vereniging van politicologen.<ref>Andeweg, R. "Voorwoord" In: Andeweg, R.B. en B. Vis (eds.) 'Policologie in Nederland. Van Politisering naar Professionalisering' p. 1</ref> Sinds 1964 publiceert zij het blad [[Acta Politica]]. Na de Tweede Wereldoorlog werd de [[University of Michigan]] een belangrijke plek voor de vorming van Amerikaanse politicologen in kwantitatieve politicologische methoden, zoals [[statistiek]] en in het bijzonder enquêtes onder kiezers.<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 70-71</ref> In Europa werd sterk gebouwd op de Amerikaanse politicologie.<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 76</ref> Een belangrijke ontwikkeling in de politicologie was de 'behavioral revolution' van de jaren '50 en '60<ref>Sanders, D. (2010) "Behavioral Analysis" In: Marsh, D. & G. Stoker 'Theory and Methods in Political Science', p. 24</ref> Een nieuwe generatie politicologen benadruktte dat politicologisch onderzoek zich moest richten op datgene wat direct waarneembaar is en haar uitspraken empirisch moet testen.<ref name="Sanders, D. 2010 p. 23">Sanders, D. (2010) "Behavioral Analysis" In: Marsh, D. & G. Stoker 'Theory and Methods in Political Science', p. 23</ref> Het onderzoek verschoof van het beschrijven van de formeel-juridische aspecten van politieke instituties naar het verklaren van het gedrag van politieke actoren (kiezers, Kamerleden, ministers, partijen, belangengroepen). Behavioristische politicologen werkten vaak samen met [[sociologie|sociologen]]. De kwantitatieve benadering die was ontwikkeld voor kiezers steeds vaker toegepast op andere actoren en andere onderdelen van de politieke cyclus, zoals de uitvoering van beleid.<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 73</ref> In deze periode werd politicologie een echt wetenschappelijke discipline, waarbij publicaties gebaseerd waren op [[peer-review]].<ref name="p72">Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 72</ref> In 1970 werd de European Consortium for Political Research opgericht een belangrijk forum voor de ontwikkeling van politicologie in Europa.<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 77</ref> De belangrijkste Nederlandse politicoloog uit deze periode is [[Arend Lijphart]]. Hij geldt als een van de invloedrijkste politicologen in het veld van de vergelijkende politicologie.<ref>Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann "Political Science: The Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 31, p. 39</ref> Hij ontwikkelde op basis van hoe de Nederlandse politiek functioneerde ten tijde van de [[Verzuiling]], samen met [[Hans Daalder (politicoloog)|Hans Daalder]] het begrip [[pacificatiedemocratie]], dat laat zien dat politieke stabiliteit kan worden bereikt in een diep verdeelde samenleving<ref>Andeweg, R.B. (2014) "Leidse Politicologie: van Geesteswetenschappen en Rechten naar Sociale Wetenschappen" in Andeweg, R.B. en B. Vis (eds.) 'Policologie in Nederland. Van Politisering naar Professionalisering' p. 73-74</ref>
De [[
In de jaren '70 werd, onder druk van een nieuwe generatie studenten, het [[
in de jaren '80 werd [[rationelekeuzetheorie]], de toepassing van [[economie|economische modellen]] op de politieke besluitvorming, de dominante benadering in de politicologie.<ref>Hindmore, E. (2010) "Rational Choice" In: Marsh, D. & G. Stoker 'Theory and Methods in Political Science', p. 43</ref> In 1957 was Anthony Downs de eerste die dit deed in zijn "An Economic Theory of Democracy".<ref>Almond, G.A. "Political Science: The History of the Discipline" In: Goodin, R.E. & H.-D. Klingemann (eds.) ''A New Handbook of Political Science" p. 85</ref> In deze benadering worden politieke besluiten formeel gemodelleerd aan de hand van [[speltheorie]]. William Riker geldt als een belangrijke exponent van deze benadering.
In de jaren '90 herleefde het institutionalisme als 'nieuw-
In reactie op het beperkte, rationele mensbeeld
== Pluralisme binnen de politicologie ==
|
bewerkingen