InLandloperij was al in het [[ancien régime]] een misdrijf. Wie geen werk of middelen van bestaan had, riskeerde een veroordeling. Vanaf 1866 konden veroordeelde landlopers in [[België]] werdook deeen opsluitingterbeschikkingstelling van de regering oplopen.<ref>Rik Vercammen en Anne Winter, [https://www.tseg.nl/articles/abstract/10.18352/tseg.21/ Een dwalend bestaan? Mobiliteit bij veroordeelde landlopers in België (1870-1914/30)] {{pdf}}, in: ''TSEG'', 2016, nr. 2, p.51–75</ref> Een landloper was volgens die wet iemand zonder inkomen die onvoldoende geld had om een brood te kopen. Opsluiting was ook voorzien doorin de wet van 27 november 1891 tot beteugeling van de landloperij en de bedelarij.<ref>''[http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/arch_a.pl?sql=dd+=+date%271891-11-27%27+and+pd+=+date%271891-12-03%27&language=nl&rech=&tri=dd+as+rank&numero=1&table_name=wet&caller=archive&row_id=1&cn=1891112730&fromtab=wet&DETAIL=1891112730/N&nm=1891112750&la=N&ver_arch=001 27 NOVEMBER 1891. - Wet tot beteugeling van de landloperij en de bedelarij]'', Justel, databank van Belgische wetgeving.</ref> De Landloperijwet werd afgeschaft door artikel 29 van de wet van 12 januari 1993 houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving.<ref>''[http://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1993/01/12/1993025021/justel 12 JANUARI 1993. - Wet houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving]'', Justel, databank van Belgische wetgeving.</ref> Tegelijk werden door artikel 30 enkele bijhorende strafbepalingen in het [[Strafwetboek (België)|Strafwetboek]] opgeheven. Tot 1993 konden landlopers, bedelaars en [[pooier|souteneurs]] van hun vrijheid beroofd worden en opgesloten worden in speciale open [[Gevangenissen in België|gevangenissen]] zoals deze van [[Hoogstraten]], [[Merksplas]] of [[Wortel (plaats)|Wortel]].
