Wolluizen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotE (overleg | bijdragen)
k →‎top: Per conclusie overleg Taalcafe, replaced: is de naam van → is met AWB
verduidelijking dat dit een familie is, indeling, kopjes.
Regel 14:
}}
 
'''WolluizenWolluis''' zijn [[insecten]] uit de [[familie (biologie'''Pseudococcidae''')|familie]] [[Pseudococcidae]]is een insectenfamilie. De vrouwtjes beschikken in tegenstelling tot andere soorten [[schildluis|schildluizen]] niet over een gepantserde rug.
 
De familie van de wolluizen bestaat uit zeer veel geslachten en die weer uit zeer vele soorten, die zich onder andere onderscheiden door de lengte van hun draadstaarten en de soort beharing. De meest voorkomende soort is de [[citruswolluis]] (''Planococcus citri'').
 
== Morfologie ==
Wolluizen kenmerken zich door [[seksueel dimorfisme]], wat betekent dat de beide [[sekse|geslachten]] verschillen in [[morfologie (biologie)|morfologie]]. De vrouwtjes blijven in het [[nimf (biologie)|nimf]]enstadium, bezitten een gereduceerde morfologie en hebben geen vleugels. De vrouwtjes veranderen niet volledig. De mannetjes hebben vleugels en veranderen wel volledig. Wolluizen maken net als andere soorten [[Hemiptera]] een [[onvolledige gedaanteverwisseling]] door, wat betekent dat er geen duidelijke [[larve|larvale]], [[verpopping|pop]]- en volwassen stadia zijn en de vleugels niet aan de binnenkant aangelegd worden. Mannetjes veranderen echter wel radicaal gedurende hun levenscyclus en veranderen van vleugelloze, ovale [[nimf (biologie)|nimf]]en naar 'wespachtige' vliegende volwassenen.
 
Wolluizen komen in bijna alle streken op de aarde voor en kunnen 3–6 mm lang worden.
Wolluizen komen in bijna alle streken op de aarde voor en kunnen 3–6 mm lang worden. De vrouwtjes voeden zich met [[floëem]] dat ze aanboren met hun zuigende monddelen. Ze kunnen op praktisch alle delen van [[planten]] aangetroffen worden. De meeste soorten zijn stationair nadat ze zich op de [[waardplant]]en hebben vastgeplakt. Er bestaan echter ook enkele soorten, bijvoorbeeld in het [[geslacht (biologie)|geslacht]] ''[[Phenacoccus]]'', die zich voor het voeden, het leggen van eieren, het vervellen en voor het overwinteren op een andere plaats op de plant begeven. De meeste soorten voeden zich met de bovengrondse delen van de planten, maar er zijn ook soorten die zich met de [[wortel (plant)|wortel]]s voeden. Ook zijn er soorten die [[galappel]]s produceren.
 
Op basis van hun speciale, koudebestendige huid die niet bij andere luizensoorten voorkomt zijn wolluizen in staat om zelfs temperaturen beneden de -40 °C te trotseren. Het lichaam van volwassen, vrouwelijke wolluizen is bedekt met een witte, melige afscheiding. Bij in het gras of op andere verdekte standplaatsen levende soorten treedt deze eigenschap echter spaarzaam op. Vaak is het lichaam met wasdraden bedekt om bescherming te bieden tegen mogelijke vijanden en koude. De meeste soorten leggen ook hun eieren in een wasachtige afscheiding.
 
== Voortplanting ==
De meeste soorten leggen ook hun eieren in een wasachtige afscheiding. Het leggen van de eieren vindt plaats in het warme seizoen waarbij honderden eieren worden gelegd. Het wijdst verbreid zijn de soorten die hun eieren in hun eigen geproduceerde wolmassa leggen. Binnen een jaar ontstaan een of twee generaties, maar in een [[broeikas]] kunnen wel acht generaties per jaar voorkomen.
 
== Voorkomen ==
In tegenstelling tot de gepantserde schildluizen verkiezen de meeste wolluissoorten meestal [[kruidachtig]]e planten als [[grassenfamilie|gras]]sen, planten uit de [[composietenfamilie]] en planten uit de [[vlinderbloemenfamilie]].
Wolluizen komen in bijna alle streken op de aarde voor en kunnen 3–6 mm lang worden. De vrouwtjes voeden zich met [[floëem]] dat ze aanboren met hun zuigende monddelen. Ze kunnen op praktisch alle delen van [[planten]] aangetroffen worden. De meeste soorten zijn stationair nadat ze zich op de [[waardplant]]en hebben vastgeplakt. Er bestaan echter ook enkele soorten, bijvoorbeeld in het [[geslacht (biologie)|geslacht]] ''[[Phenacoccus]]'', die zich voor het voeden, het leggen van eieren, het vervellen en voor het overwinteren opnaar een andere plaats op de plant begeven. De meeste soorten voeden zich met de bovengrondse delen van de planten, maar er zijn ook soorten die zich met de [[wortel (plant)|wortel]]s voeden. Ook zijn er soorten die [[galappel]]s produceren.
 
Op basis van hun speciale, koudebestendige huid die niet bij andere luizensoorten voorkomt zijn wolluizen in staat om zelfs temperaturen beneden de -40 °C te trotseren.
Door hun sterke voortplanting worden wolluizen op kamerplanten voor de mens vaak een plaag. Ze komen onder andere voor op:
 
== Waardplanten ==
In tegenstelling tot de gepantserde schildluizen verkiezen de meeste wolluissoorten meestal [[kruidachtig]]e planten als [[grassenfamilie|gras]]sen, planten uit de [[composietenfamilie]] en planten uit de [[vlinderbloemenfamilie]]. Door hun sterke voortplanting worden wolluizen op kamerplanten voor de mens vaak een plaag. Ze komen onder andere voor op:
* ''[[Citrusvrucht|Citrus]]''
* [[Suikerriet]]
Regel 51 ⟶ 57:
De planten die worden aangetast, verliezen groeikracht, krijgen gele bladeren, kunnen vervormd raken en vaak treedt bladverlies op. Wolluizen scheiden ook [[honingdauw]] uit, waarop schimmels groeien. De schimmels bedekken de bladeren, waardoor de mogelijkheid tot [[fotosynthese]] afneemt.
 
== Bestrijding ==
Voor de [[biologische bestrijding]] van de wolluizen zijn een aantal [[predator]]en geschikt, waaronder de [[lieveheersbeestje]]s ''[[Cryptolaemus montrouzieri]]'' en ''[[Nephus reunioni]]'', de [[sluipwesp]]en ''[[Leptomastix dactylopii]], [[Anagyrus pseudococci]], [[Leptomastidae abnormis]], [[Pseudaphycus maculipennis]]'' en ''[[Hungariella peregrina]]'' en diverse soorten [[gaasvliegen]].
 
Regel 57 ⟶ 64:
In extreme gevallen kunnen chemische [[chemisch bestrijdingsmiddel|pesticide]]s worden gebruikt.
 
Een goedwerkendegoedwerkend middel lijkt bladglans te zijn.{{Bron?}} Dit is een dunne minerale olie, die bedoeld is om bladplanten er mooi uit te laten zien en die de fotosynthese een beetje bevordert en die in spuitbussen wordt verkocht. De wolluizen verliezen de grip op de ondergrond door de olie. Tevens dringt de olie door de waslaag heen en verstopt de tracheentracheeën waarna de luis sterft.
 
== Externe link ==