Jacques-Bénigne Bossuet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Biografie: verbeterde typo
Regel 34:
Bossuet stamt uit een magistratenfamilie en volgde zijn eerste opleiding bij de [[Jezuïet]]en te [[Dijon]] waar hij het Latijn en Grieks onder de knie kreeg. Op 15-jarige leeftijd trok hij naar Parijs om zijn studies te voltooien met [[filosofie]] en [[theologie]]. Daarnaast kwam hij ook met de profane literatuur van o.a. [[Pierre Corneille]] in contact. Hij werd diaken in [[Langres]] en publiceerde zijn eerste traktaat over de vergankelijkheid van het leven in 1648. Verder werd hij doctor in de theologie in 1652 en kreeg hij hoge kerkelijke functies in [[Sarrebourg]] en [[Metz]].
 
In 1657 preekte hij voor het eerst aan het hof van [[Lodewijk XIV van Frankrijk]] en door de jaren heen zou hij uitgroeien tot een van de belangrijkste theologen van Lodewijks XIV. Zo legde hij ook de theologische basis voor het [[absolutisme]] en het [[droit devindivin]] en werd daarvoor door de koning beloond met een bisdom. Hij was bisschop van [[bisdom Meaux|Meaux]] van 1681 tot 1704 en hij werd begraven in de [[kathedraal van Meaux]]. Van [[Voltaire]] kreeg hij de bijnaam ''l'aigle de Meaux'' (de arend van Meaux), omdat hij Lodewijk XIV in de ogen durfde kijken terwijl hij preekte over de toen heersende immoraliteit.<ref>Jean de Cars, Les joyaux de Meaux, L'Eventail, april 2018</ref>
 
== Zijn preken ==