Economische waarderingsmethode: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Er zijn zes gangbare economische '''waarderingsmethoden''' te onderscheiden die toegepast worden binnen de [[maatschappelijke kostenbatenanalyse (MKBA)]]. Dit zijn de waarderingsmethoden '''[[contingent valuation methode]] (CVM)''', de '''[[hedonische prijzenmethode]]''', de '''[[reiskostenmethode]] (TCM)''', de '''[[productiefactor methode]] (PFM)''', en de '''[[averting behaviour methode]] (ABM)''' en de '''[[schaduwkostenmethode]]'''. Voor elke methode wordt hier kort aangegeven wat zij inhoudt, op welke soort waarderingsvraagstukken zij toepasbaar is en welke ecosysteemfuncties ermee gewaardeerd kunnen worden.
 
 
 
=== De ‘Produktie Factor Methode’ (PFM)===
 
==== Beschrijving ====
Uitgangspunt bij deze methode is dat een verbeterde natuur- of milieukwaliteit tot een verhoogde economische productie kan leiden. De waardering gebeurt in twee stappen. Eerst wordt de relatie tussen een dosis vervuiling (bijv. zout water) en het effect op de productie (bijv. maïs) in fysieke termen bepaald. Vervolgens wordt deze response vermenigvuldigd met een economische waarde per eenheid. Deze economische waarde kan de geldende marktprijs zijn, maar ook een betalingsbereidheid bepaald met behulp van een andere methode (de Boer e.a., 1997).
 
==== Algemene toepassingsmogelijkheden ====
De PFM is alleen geschikt voor de waardering van natuur- of milieugoederen die gerelateerd zijn aan economische produktiesectoren. De moeilijkheid van de PFM zit in de bepaling van de dosis-effectrelaties: hoeveel minder productie van vis zal er zijn tengevolge van minder zuurstof?
 
==== Geschiktheid voor ecosysteemfuncties ====
De PFM is vooral bedoeld voor de waardering van produktiefuncties. Voorbeelden zijn de in geld uitgedrukte schade van verminderde visproductie door vervuiling van water en oogstvermindering door overbemesting.