Vaccin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+video
Regel 1:
{{Disclaimer medisch lemma}}
[[Bestand:Smallpox vaccine.jpg|thumb|Pokkenvaccin bereid via kalveren. Speciale naald, 2002.]]
[[FileBestand:Waarom zijn vaccins zo belangrijk.webm|thumbtime=51||thumb|Waarom zijn vaccins zo belangrijk? - [[Universiteit van Vlaanderen]]]]
Een '''vaccin''' is een middel dat, na toediening of ''[[inenting]]'', mens of dier langdurig beschermt tegen een [[infectieziekte]] door een specifiek schadelijk [[micro-organisme]], in de [[medische microbiologie]] ''pathogeen'' genaamd. Een vaccin bevat het schadelijke pathogeen in verzwakte vorm, en wekt bij mensen (of dieren) een [[immuunsysteem|immuunrespons]] op zonder hen ziek te maken. De gevaccineerde is door de vaccinatie bestand tegen de gevolgen van een eventuele latere [[infectie]] door de betreffende [[pathogeen]]. Het door het vaccin getrainde immuunsysteem, meer speciaal het [[immuunsysteem#Adaptieve (verworven) immuunsysteem|verworven of specifieke immuunsysteem]], dat wordt gevormd door speciale [[witte bloedcel]]len ([[B-geheugencel]]len), zal de binnengedrongen pathogeen herkennen en uitschakelen. Zo wordt een verdere verspreiding van de pathogeen door de lichaams[[weefsel (biologie)|weefsels]] (een infectie''ziekte'') van het organisme voorkomen.
 
Een nieuwe, ''onbekende'' pathogeen kan leiden tot een landelijke [[epidemie]], of wereldwijde [[pandemie]], omdat er nog geen vaccin beschikbaar is: de populatie is niet ingeënt en heeft geen immuniteit kunnen opbouwen. Het ontwikkelen en produceren van vaccins is essentieel voor de [[volksgezondheid]] en wordt in veel landen gefinancierd door de [[overheid]].
 
==Etymologie==
Regel 27:
Zijn belangrijkste ontdekking was dat men niet opnieuw ziek werd (of minder ernstig ziek) als men de plaag had overleefd (zoals hijzelf). Deze immune patiënten konden de zieken blijven verzorgen.
 
In het [[Oude Rome]] dacht men algemeen - dankzij [[Hippocrates van Kos|Hippocrates]] - dat [[Miasmatheorie|miasmen]] (te vertalen als verontreinigde lucht) [[Infectieziekte|besmettelijke ziekten]] veroorzaakten en verspreidden. Organisch materiaal veroorzaakte giftige dampen die de lucht verontreinigden en de mens ziek maakten. Mensen in dichtbevolkte gebieden werden dus massaal ziek.<ref>Malaria ontleent zijn naam aan het [[Latijn|Latijnse]]se ''mala aria'' of ''slechte lucht''.</ref> De oorzaak van miasmen zocht men ook in [[Zonsverduistering|zonsverduisteringenzonsverduistering]]en, [[Vulkanisme|vulkanische uitbarstingen]], [[Komeet|kometen]] en [[Bovennatuurlijk|bovennatuurlijke verschijnselen]].
 
Thucydides bedacht een theorie die revolutionair was in zijn tijd, zonder enig besef van bacteriën of virussen. Hij zag de besmettelijkheid van de plaag (menselijk contact en niet het inademen van dezelfde besmette lucht) en vond dat het doormaken en overleven van de plaag bescherming bood tegen een volgende besmetting. Hiermee legde hij het fundament voor de moderne [[epidemiologie]] en [[immunologie]].
Regel 33:
 
=== Ontdekking van variolatie ===
Het [[Pokken|pokkenviruspokken]]virus of ''variola'' was een ernstige infectieziekte, meestal opgelopen door inademing van vochtdruppeltjes van besmette personen. Na het verschijnen van symptomen die lijken op [[griep]] ontstaat een typische huiduitslag met vochtblaasjes, die leidt tot [[Pus|etterende]] [[Zweer (dermatologie)|zweren]]. Hierna drogen deze ''pokken'' op en vallen de korstjes af, vaak met blijvende [[Litteken (lichaam)|littekens]].
 
De [[China|Chinezen]] wisten al vóór de 15e eeuw dat wie de pokken overleefde, de ziekte geen tweede keer meer kon krijgen. Men trachtte kinderen te beschermen tegen de pokken door ze bewust hiermee in aanraking te brengen. De kenmerkende korsten van besmette personen droogde men en injecteerde ze dan met een pijpje in de neus van jonge kinderen. Ze kregen hierdoor een mildere vorm van de besmetting die hen beter beschermde tegen een volgende infectie. Een kleine incisie (snee) in de arm met korsten gaf nog betere resultaten.
Regel 47:
Jenner had amper zelf variolatie overleefd. Het trauma dat hij hier aan had overgehouden was zijn motivatie om een beter alternatief te vinden. Hij ontmoette in 1796 Sarah Nelms, een melkmeisje met zweren op haar handen, veroorzaakt door koepokken. Jenner dacht aan wat Fewster had geobserveerd en nam wat vocht af uit een van haar wonden. Hij kraste dit in de arm van James Phipps, het achtjarig zoontje van zijn tuinman. James werd ziek van de koepokken, met milde symptomen, maar hij herstelde volledig. Toen Jenner de jongen na twee maanden opnieuw varioleerde, dit keer doelbewust met de echte pokken, bleef James gezond en kon Jenner de conclusie trekken dat het kind immuun was voor de pokken.
[[Bestand:The cow pock.jpg|miniatuur|[[James Gillray]]: ''The Cow-Pock ...''. Spotprent op de inenting in een ziekenhuis in [[St Pancras (Londen)|St. Pancras]], Londen. Koeien duiken op uit neuzen, billen en dijen. Aan de muur een afbeelding van het [[Gouden kalf (Hebreeuwse Bijbel)|Gouden kalf]], 1802.]]
Jenner wist de gevaren van variolatie te omzeilen door de mildere koepokkenvariant te gebruiken. Hij noemde zijn techniek [[Inenting|vaccinatie]], naar ''vacca'', het Latijnse woord voor ''koe''.
 
Omdat hij zijn werk niet gepubliceerd kreeg, gaf hij het in 1798 zelf uit. Veel enthousiasme lokte dat in het begin niet uit. Men vond het niet logisch: een besmetting oplopen via een ziek dier om zelf niet ziek te worden. Jenner kon ook niet uitleggen wat koepokken waren en waardoor ze tegen pokken bescherming boden.
 
Het staat vast dat zijn onderzoek talloze levens heeft gered. In de 20e eeuw stierven om en bij 300 miljoen mensen aan pokken. In 1980 werd deze ziekte officieel als uitgeroeid verklaard door de [[Wereldgezondheidsorganisatie]]. Dat was het resultaat van een wereldwijde vaccinatiecampagne die dertien jaar duurde.
 
=== De experimenten van Louis Pasteur ===
Regel 60:
Louis Pasteur zag de mogelijkheid om [[virulentie]] door micro-organismen af te zwakken en ze zo effectief in te zetten als vaccin. Hij ontwikkelde met succes een aantal vaccins, zoals dat tegen [[hondsdolheid]], zonder precies hun werking te kennen. Zijn theorie was dat de eerste toediening van de ziekteverwekker leidde tot het verbruik van essentiële voedingsmiddelen, zodat bij een tweede toediening de organismes zich niet meer volledig konden ontwikkelen. Vaccinatie werkte dus, zo concludeerde hij, indien men levende organismen injecteerde.
 
Jean Toussaint beschreef in 1880 de eerste resultaten van zijn experimentele vaccinatiestudies via de [[miltvuur]]bacterie (''Bacillus anthracis''). Het vaccin werd bereid via verhitting gedurende tien minuten bij 55&nbsp;°C. In een later stadium doodde hij de bacteriën met [[fenol]]. Dit dode vaccin bleek honden en schapen te beschermen tegen een volgende besmetting met de levende bacterie.
 
Pasteur, hierover verontwaardigd omdat dit zijn hypothese tegensprak, wilde Toussaints ongelijk bewijzen. In 1881 kwam hij uiteindelijk zelf met een eigen levend vaccin. Hij werd uitgedaagd om de werkzaamheid van zijn vaccin in het openbaar te demonstreren op een boerderij in [[Pouilly-Le-Fort]], een gehucht van [[Vert-Saint-Denis]], een 40 &nbsp;km van Parijs. Pasteur nam de uitdaging graag aan.
 
Een geit, zes koeien en 24 schapen werden door Pasteur op de boerderij gevaccineerd, en vijftien dagen later een tweede keer. De rest van de dieren werd ongemoeid gelaten. In een volgende fase, een maand later, infecteerde men alle dieren met de miltvuurbacterie. Daarop kwamen 200 geïnteresseerden een tijd later zich vergewissen van de toestand van de dieren. De gevaccineerde waren in prima gezondheid, terwijl de niet-gevaccineerde dood of stervende waren. Het brede publiek maakte zo kennis met de resultaten van vaccinatie en Pasteur kreeg hierdoor een speciale status bij de Fransen.
Regel 84:
* [[Variolatie]]
{{Appendix}}
 
[[Categorie:Vaccin| ]]
[[Categorie:Geneeskundige behandeling]]