Proparoxytonon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Volgens mij bevat het Nederlands heel veel proparoxytona. En helemaal als je samenstellingen en scheidbare werkwoorden meetelt (oplezen, voorlezen, uitkomen). De toegevoegde voorbeelden zijn niet uitputtend. Samenstellingen tellen niet mee.
Regel 1:
Een '''proparoxytonon''' (meerv. ''proparoxytona'', van het [[Oudgrieks]]e προπαροξύτονος) is in de [[fonologie]] een woord van ten minste drie [[lettergreep|lettergrepen]], waarin de [[klemtoon]] op de op twee na laatste lettergreep valt. Een voorbeeld hiervan in het [[Engels]] is het woord ''pharmacy'', (apotheek), dat wordt uitgesproken als [fɑːr-məsi].
 
In het [[Nederlands]] komen proparoxytona weinig voor in werkwoorden als wapperen, fladderen en rammelen en in [[Latijn]]se [[leenwoord]]en als ''a-quá-ri-um'' daargelaten. Het klassiek Latijn kende wel veel proparoxytona, maar het merendeel hiervan is in de ontwikkeling van de verschillende [[Romaanse talen]] als gevolg van [[syncope (taalkunde)|syncope]] korter geworden.
 
Een woord met de klemtoon op de voorlaatste lettergreep heet [[paroxytonon]]. Indien de klemtoon op de laatste lettergreep valt, wordt gesproken van een [[oxytonon]].
 
== Nederlandse proparoxytona ==
babbelen
bazelen
beatboxen
beitelen
bibberen
bladeren
bliksemen
boemelen
borrelen
brabbelen
bubbelen
denderen
donderen
druppelen
dwarrelen
fiedelen
fladderen
flapperen
fluisteren
foeteren
giebelen
giechelen
gniffelen
gorgelen
grinniken
hagelen
hameren
hakkelen
hinniken
jakkeren
jammeren
jengelen
jodelen
jubelen
kabbelen
kakelen
kegelen
keuvelen
kibbelen
klapperen
klepperen
kletteren
knipperen
knisperen
koppelen
kriebelen
kwebbelen
kwetteren
kwispelen
leuteren
lispelen
mekkeren
miezeren
mijmeren
mompelen
mopperen
mummelen
murmelen
neuriën
onweren
oprispen
pingelen
prevelen
pruttelen
rammelen
ratelen
regenen
remelen
reutelen
rinkelen
ritselen
rochelen
rommelen
schakelen
schateren
slobberen
smiespelen
snateren
snorkelen
snotteren
snuffelen
spatelen
sputteren
stamelen
stempelen
stotteren
stuiteren
tegelen
tetteren
timmeren
tinkelen
toeteren
tokkelen
trappelen
trippelen
trommelen
twinkelen
twijfelen
wapperen
wauwelen
weigeren
zaniken
zwatelen
 
==Zie ook==