Lengtegraad: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Stemlokaal/Modificatie Amsterdamconstructies, jaartallen ontlinkt per WP:LINK, spelling, replaced: één → een, BritseBritse, typos fix met AWB
Regel 16:
Het vaststellen van de breedtegraad is relatief eenvoudig. Dit kan bij onbewolkte hemel door het waarnemen van de hoogte van de zon of andere hemellichamen ten opzichte van de [[horizon (lijn)|horizon]], bijvoorbeeld met een [[Sextant (navigatie)|sextant]]. Als de [[Poolster]] wordt gebruikt, dan komt de breedte vrijwel overeen met de gemeten hoogte. Bij andere hemellichamen moet gebruik worden gemaakt van een [[nautische almanak]] en als de meting niet plaatsvindt tijdens de [[culminatie]] is ook [[tijdmeting]] noodzakelijk.
 
Om de geografische lengte te bepalen is tijdmeting altijd noodzakelijk en daarmee werd dit pas goed mogelijk toen in de achttiende eeuw voldoende nauwkeurige klokken beschikbaar kwamen. Per etmaal draait de aarde éénmaaleenmaal om haar as, zodat gesteld kan worden dat per 15 graden (360/24) één uur verstrijkt. Andersom geldt: indien tussen twee plaatsen een uur tijdsverschil wordt gemeten, deze dus 15° uit elkaar moeten liggen.
 
Vanaf de Griekse oudheid gebruikte men de onderlinge uitwisselbaarheid van de grootheden tijd en afstand door de lengte te bepalen aan de hand van astronomische verschijnselen. In later eeuwen produceerden astronomen nauwkeurige tabellen van voorspelbare verschijnselen aan de hemel, [[efemeriden]] genaamd, waarmee een redelijke schatting van de lengte kon worden gemaakt. Vooral de loop van de manen van [[Jupiter (planeet)|Jupiter]] kon als een betrouwbaar uurwerk worden gebruikt. Voor de scheepvaart was deze methode echter niet precies genoeg - met veel rampzalige gevolgen.
 
Na één zo'n ramp bij de [[Scilly-eilanden]] in 1707 schreef het [[Verenigd Koninkrijk|Britse]] parlement een prijsvraag uit, die als doel had het probleem van de lengtebepaling voor eens en voor altijd op te lossen. Het was de uitvinder [[John Harrison (uitvinder)|John Harrison]] die in de loop van de achttiende eeuw de [[Chronometer|scheepschronometer]] uitvond, waarmee dit doel werd bereikt. Sindsdien hadden schepen twee klokken aan boord. De ene werd dagelijks als de zon op haar hoogste punt stond aan de plaatselijke tijd aangepast. De andere gaf de tijd in Greenwich aan, waar de sterrenwacht de basis was van de [[meridiaan van Greenwich]], die als nullijn op alle Britse (zee)kaarten was vermeld. Door het verschil tussen beide klokken af te lezen, kon zeer nauwkeurig de lengte worden uitgerekend.
 
Voor al deze metingen is bewolking natuurlijk een spelbreker. Reeds in [[Handelingen van de apostelen|Handelingen]] 27:20 wordt beschreven dat navigatie onmogelijk was doordat zon noch sterren te zien waren.
Regel 35:
* [[Geodetisch coördinatensysteem]]
{{Commonscat|Longitudes}}
 
[[Categorie:Lengtegraad| ]]
[[Categorie:Geodesie]]