Frederik van Palts-Simmern (1460-1518): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Geestelijke carrière==
Al in 1469 werd Frederik benoemd tot domheer in [[Speyer|Spiers]]. Op 22 maart 1470 werd hij op voordracht van zijn oom [[Stefan van Palts-Simmern (1421-1481)|Stefan]], de [[Custos (schatbewaarder)|schatbewaarder]] van het kapittel, tot domheer in Keulen gekozen. Frederik kreeg de [[prebende]] van de kort daarvoor overleden [[Johan van Zweibrücken-Bitsch]]. In hetzelfde jaar werd hij ook domheer in Trier. In 1478 werd Frederik [[Emancipatio canonica|geëmancipeerd]] en trad hij als volwaardig lid toe tot de domkapittels van [[domkapittel van Keulen|Keulen]] en [[domkapittel van Trier|Trier]]. Waarschijnlijk werd hij in hetzelfde jaar in Keulen tot koorbisschop verkozen. In 1487 trad hij ook toe tot het domkapittel van Mainz, waar hij een jaar later [[Cantor (religie)|cantor]] werd. Daarnaast was Frederik nog actief als domheer in de domkapittels van [[domkapittel van Straatsburg|Straatsburg]] en [[domkapittel van Maagdenburg|Maagdenburg]]. In Straatsburg wist hij zelfs op te klimmen tot [[domproost]].<ref name="Kisky">{{de}} {{aut|Wilhelm Kisky}} (1906): ''Die Domkapitel der geistlichen Kurfürsten in ihrer persönlichen Zusammensetzung im vierzehnten und fünfzehnten Jahrhundert'', Böhlau Verlag, Weimar, blz. 40.</ref> Ook buiten de domkapittels vervulde Frederik belangrijke functies: zo was hij was proost van het [[Maria ad Graduskerk (Mainz)|Maria ad Gradus-stiftkapittel]], [[scholaster]] van het [[Abdij van Sint-Albanus (Mainz)|Sint-Albanus-stiftkapittel]] en [[Seculiere kanunnik|kanunnik]] in de stiftenkapittels van [[Sint-Stefanuskerk (Mainz)|Sint-Stefanus]] en [[Sint-VictorstiftVictorkapittel (Mainz)|Sint-Victor]] in [[Mainz]].<ref>{{de}} {{aut|Willi Wagner}} (2003): ''Die Wittelsbacher der Linie Pfalz-Simmern: ihre Vorfahren, ihre Familien und ihre Grabdenkmäler'', Böhmer Druckerei, Simmern, blz. 155</ref><ref>{{de}} {{aut|Sophie Mathilde, Gräfin zu Dohna}} (1960): ''Die ständischen Verhältnisse am Domkapitel von Trier vom 16. bis zum 18. Jahrhundert'', Trier, blz. 97.</ref>
 
Op 21 augustus 1501 werd Frederik door aartsbisschop [[Johan van Baden (1434-1503)|Johan II van Trier]] ingezworen als [[Aartsdiaken|aartsdiaken]] en [[Proost (ambt)|proost]] van het [[Sint-Kastorkerk (Treis-Karden)|Sint-Kastorstift]] in [[Treis-Karden|Karden]].<ref>{{de}} {{aut|Ferdinand Pauly}} (1986): ''[http://germania-sacra-datenbank.uni-goettingen.de/files/books/NF%2019%20Pauly%20St.%20Kastor.pdf Germania Sacra; Neue Folge 19: Die Bistümer der Kirchenprovinz Trier. Das Erzbistum Trier 3: Das Stift Sankt Kastor in Karden an der Mosel]'', Walter de Gruyter, Berlijn, blz. 308-309.</ref><ref>{{aut|Wagner}} geeft in navolging van {{aut|Dohna}} 1503 op als jaar waarin Frederik benoemd werd tot aartsdiaken.</ref> Frederik werd in 1508 verkozen tot [[Deken (kerk)|Deken]] van het Keulse kapittel, waardoor hij zijn functie als koorbisschop moest opgeven. In 1489 had hij de verkiezing tot Deken nog verloren van Filips van Oberstein.<ref name="Kisky"/>
[[Bestand:Ablegen der liturgischen Gewänder (miniatur), Gebet- und Messbuch, msc.0015, 168v.jpg|thumb|Miniatuur van het afleggen van de liturgische gewaden door een priester. ''Gebet- und Messbuch'' (msc.0015), 168v.]]
==Mis- en gebedenboek==
Frederik was de eerste eigenaar van een gebedenboek dat onder de titel ''Gebet- und Messbuch'' (msc.0015) in de universiteitsbibliotheek van [[Universiteit Bremen|Bremen]] wordt bewaard. Het werd rond 1475 geschreven in Keulen. Het handschrift is een combinatie van een [[missaal|mis]]-, gebeds- en [[getijdenboek]] en is geïllustreerd met acht miniaturen en dertien [[Initiaal|initialen]]. Op het [[Schutblad (boek)|schutblad]] staat een kwadrant afgebeeld met daarnaast een beweegbare [[Messing (legering)|messing]] wijzer. Het boek is waarschijnlijk een geschenk geweest van Frederik's moeder, [[Margaretha van Gelre (1436-1486)|Margaretha van Gelre]]. Het wapen van Gelre is namelijk als miniatuur in het boek opgenomen.<ref>{{de}} {{aut|Irene Stahl}} (2004): ''Katalog der mittelalterlichen Handschriften der Staats- und Universitätsbibliothek Bremen'', Wiesbaden, blz. 185.</ref>
 
==Noten==