Manteldieren: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 18:
Manteldieren worden tot de [[stam (biologie)|stam]] van de [[chordadieren]] (Chordata) gerekend, samen met de [[schedellozen]] (Cephalochordata) en de [[gewervelden]] (Vertebrata). [[Gen]]etische analyses geven echter slechts zwakke statistische steun te zien voor de [[monofylie]] van de chordadieren, waardoor ze bijvoorbeeld door [[#Literatuur|Zeng & Swalla (2005)]] als een aparte stam worden gezien.
 
Aan de volwassen dieren is die verwantschap met vissen of vogels niet te zien. Zij lijken oppervlakkig eerder op een [[zeeanemoon]]. Net als deze zijn ze [[sessiel]], dat wil zeggen dat zij zich met hun voet op een rots of andere stevige ondergrond vastgezet hebben. Manteldieren zijn zakvormige dieren omgeven door een laag cellulose. Zij hebben in tegenstelling tot zeeanemonen niet een maar twee buisvormige openingen, een in- en een uitstroomopening, waardoor water door de lichaamsholte gepompt wordt. Er zijn [[Solitair (eenling)|solitair]]e en [[Pyrosome|kolonievormend]]e manteldieren. Ze hebben gespecialiseerde organen zoals maag, darm en hart.
 
Manteldieren zijn [[filtervoeders]]. Met de mondopening zuigen ze water naar binnen, dat vervolgens in de kieuwkorf van voedseldeeltjes wordt ontdaan. De voedseldeeltjes komen in het darmkanaal terecht, het water gaat via het atrium (hart) terug naar buiten. Ook de [[lancetvis]]jes filteren voedseldeeltjes uit het water.