Ontsteking (geneeskunde): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
{{Disclaimer medisch lemma}}
 
'''Ontsteking''' of '''inflammatie''' is een reactie van het lichaam op beschadiging van [[weefsel (biologie)|weefsel]] of op prikkels van buiten. Dit kan door een [[micro-organisme|microbiologische]] prikkel ([[bacterie|bacteriën]], [[virus (biologie)|virussen]], [[schimmels]]), chemisch (irriterende stoffen), [[natuurkunde|fysisch]] (hitte, [[Ionisatie|ioniserende]] straling, [[Ultraviolet|UV-straling]]), een [[insectenbeet]], maar een ontsteking kan ook het gevolg zijn van een [[Auto-immuunziekte|auto-immuun]]reactie van het lichaam, zoals onder meer bijbijvoorbeeld [[reuma]] kan voorkomen. Een ontsteking heeftdient als doel het verwijderen vanom het schadelijke micro-organisme ([[agens (stof)|agens]]) ente hetverwijderen herstellen vanen de schade te herstellen.
 
Er bestaat weleens de neiging om ontstekingOntsteking en [[infectie]] worden wel eens door elkaar te halengehaald, maar niet alle infecties gaan niet altijd gepaard met een ontsteking, en langeen nietontsteking allewordt ontstekingenniet wordenaltijd veroorzaakt door een infectie. Zo is een ''steriele ontsteking'' eenniet ontstekinghet diegevolg nietvan wordteen veroorzaaktinfectie door een micro-organisme, (maar door bijvoorbeeldvan [[anatomie|mechanische]] (niet biochemische) overbelasting, zoals een [[slijmbeursontsteking]], in het spectrum van [[Repetitive strain injury|RSI]]).
 
== Historische indeling ==
 
Al in de eerste eeuw voor Christus was er een aantal [[symptoom|kenmerken]] bekendvan dieontsteking hoorden bij een ontstekingbekend. Deze kenmerkensymptomen zijn door de Romein [[Aulus Cornelius Celsus|Celsus]] beschreven als:
* ''dolor'' (lokale pijn),
* ''calor'' (lokale warmte),
Regel 13:
* ''rubor'' (lokale roodheid) genoemd.
In de negentiende eeuw werd door de Duitse [[patholoog]] [[Rudolf Virchow]] een vijfde ontstekingskenmerk toegevoegd, namelijk:
* ''functio laesa'' (functieverlies[[levenstaak|functie]]verlies).
DeDeze vijf kenmerkensymptomen treden vooral op bij een ''acute'' ontsteking, en minder, of niet, bij een ''chronische'' ontsteking. DeEen eersteacute vormontsteking treedt directmeteen opna inde aansluitingweefselbeschadiging aan de beschadigingop en een acute ontsteking duurt meestal niet langer dan enkele dagen. WanneerVan deeen chronische ontsteking langeris duurtsprake danals 3deze maanden,langer dan spreektdrie men van een chronischemaanden vormaanhoudt.
 
== Fasen van ontsteking ==
Bij een ontsteking kan menwordt een aantal opeenvolgende fasen onderscheiden, namelijkachtereenvolgens:
* '''hyperemie''': versterkte doorbloeding. Hyperemie wordt veroorzaakt door [[vasodilatatie|vaatverwijdende]] stoffen (vasoactieve[[vaso-actieve mediatorenmediator]]en), waarvan [[histamine]] en [[bradykinine]] de belangrijkste zijn. Aan de ''[[ader|veneuze]]'' kant (de kant van de aderen) van de [[capillair|haarvaten]], waar het bloed onder relatief lage druk terug naar het hart stroomt, ontstaat een verhoogde doorbloeding, en door de vaatverwijding wordt de “flow” (stroomsnelheid) van het bloed verder verlaagd. Doordat er meer bloed in het ontstoken gebied komt'blijft hangen', zal het weefsel roodgekleurd (rubor=roodheid)) en warm (calor=warmte) worden en kunnen meer cellen voor de [[afweer]] zorgen.
* '''exsudatie''': uittreden van vocht uit de [[bloedbaan]], als gevolg van een verhoogde doorlaatbaarheid ([[permeabiliteit (scheikunde)|permeabiliteit]]) van de vaatwand van de haarvaten. DitOok exsudatie vindt plaats onder de invloed van histamine en bradykinine, die dus niet alleen voor hyperemie, maar ook voor exsudatie zorgen. De openingen tussen de (eenlagige) [[endotheel]]cellen waaruit de haarvatwanden zijn gevormd, worden groter door de vasoactieve mediatoren, en ook de [[hydrostatische druk]] in de capillairen stijgt, waardoor er meer vocht de bloedvaten verlaat dan normaal. Door de verhoogde permeabiliteit van de haarvatwanden verlaten ook [[albumine|eiwitten]], dedie bloedbaan,normaalgesproken waardoorzorg dedragen voor [[osmotische druk|osmotische (of oncotische) druk]], de bloedbaan, en daarmee daalt de terugresorptie aanvan hetbloed eind vanvanuit de capillairen daaltnaar de bloedbaan. Dit betekent dat er meer vocht achterblijft in het ontstoken weefsel, wat ontstekings[[oedeem]] genoemd wordt. Meer weefselvocht betekent dat er een onderhuidse zwelling of ''tumor'' optreedt bij de ontsteking: tumor.
* '''infiltratie of diapedese''' van [[leukocyt]]en (witte bloedcellen) uit de bloedbaan, ter plaatse van de ontsteking. Als eerste treden [[granulocyt]]en uit (na 24-48 uur), en daarna de [[monocyt]]en (of [[macrofagen]]) en de [[plasmacel]]len. Dit gebeurt onder invloed van bepaalde stoffen ([[cytokine]]s), die worden afgegeven door [[endotheel]]cellen en door cellen bij de ontstekingshaard (van [[bacteriën]] of beschadigde eigen cellen). De leukocyten zorgen in het ontstoken weefsel voor [[fagocytose]] en afbraak van de dode cellen enof [[pathogeen|ziekteverwekkers]] en breken deze vervolgens af. Er kan sprake zijn van een [[aspecifieke reactie|aspecifieke]] of van een [[specifieke reactie]] van de leukocyten. Granulocyten, bij een ontsteking vooral neutrofielen[[neutrofiel]]en, en macrofagen zorgen voor de aspecifieke afweer en [[lymfocyt]]en, waaronder plasmacellen, zijn betrokken bij specifieke reactie met behulp van [[antigeen]]-herkenning. Bij een ontsteking zijn dus verschillende typen leukocyten bezig in het weefsel waardoor er dus sprake is van een verhoogde cellulaire activiteit. Dit heeft als gevolg een verhoogd energieverbruik en warmteproductie in het ontstoken weefsel. Dit is te merken als een van de vijf ontstekingskenmerken, namelijk calor.
* '''celgroei''': [[proliferatie (cel)|proliferatie]] van onder andere [[fibroblast]]en, met als doel regeneratie en herstel van het weefsel. Roodheid kan ook in deze fase, in het herstellende- of [[granulatieweefsel]], optreden, wanneer onder invloed van [[groeifactor]]en vermenigvuldiging (proliferatie) van bloedvaatjes in het weefsel plaatsvindt. Hierdoor krijgt het herstellende weefsel, ook wel [[granulatieweefsel]] genoemd, een rood aspect.
Soms kan het aangetaste weefsel hersteld worden tot de oorspronkelijke staat, maar soms is dat echter niet mogelijk doordat het weefsel geen regeneratiecapaciteit heeft, of omdat de regeneratiecapaciteit niet voldoende is om alle schade te herstellen. In dat geval zal het beschadigde weefsel vervangen worden door [[bindweefsel]] wat tezichtbaar zien isblijft als een [[Litteken (huid)|litteken]]. Het ontstaan van littekenweefsel na genezing van een ontstekingsreactie is dus afhankelijk van de weefselregeneratie, wat weer bepaald wordt door het type cellen. Labiele cellen (onder andere de [[epitheelcel]]len) delen voortdurend en hebben daardoor een grote regeneratiecapaciteit. Stabiele cellen (onder andere de endotheelcellen[[endotheel]]cellen, de [[Glad spierweefsel|gladde spiercellen]] en de levercellen[[levercel]]len) delen normaal gesproken niet, maar bij beschadiging van omliggend weefsel komen ze wel in de [[celcyclus]] terecht. Deze cellen hebben dus ook een goede regeneratiecapaciteit. Permanente cellen (onder andere de [[neuron]]en en de [[Dwarsgestreept spierweefsel|dwarsgestreepte spiercellen]] van het skelet en het [[hart]]) kunnen niet [[celdeling|delen]] en hebben dus ook geen regeneratiecapaciteit. Bij deze cellen zal bij beschadiging dus vervanging van oorspronkelijk weefsel in bindweefsel plaatsvinden, wat kan leiden tot functieverlies (functio laesa).
 
De pijn (dolor) die optreedt bij een ontsteking wordt door twee factoren veroorzaakt. Ten eerste is er een lokale zwelling vanwege het ontstekingsoedeem. De zwelling zal betekenen dat er druk wordt uitgeoefend op het ontstoken en op het omliggende weefsel, met als gevolg dat pijnreceptoren[[pijnreceptor]]en geprikkeld worden. Daarnaast zorgen ook de stoffen [[bradykinine]] en PGE2 voor pijn. Bradykinine, hierboven al genoemd als een stof die hyperemie en exsudatie veroorzaakt, zorgt voor de stimulatie van [[sensorische receptorenreceptor]]en. PGE2 of andere [[prostaglandinen]] zijn metabolieten[[metaboliet]]en van [[arachidonzuur]]. Arachidonzuur zelf isvormt een componentbestanddeel van de [[fosfolipide]]n die zich in het [[celmembraan]] bevinden. Bij een ontsteking kan arachidonzuur door leukocyten worden omgezet in verschillende metabolieten die samen [[eicosanoïden]] worden genoemd, onder invloed van ontstekingsmediatoren. Eicosanoïden werken net als bradykinine in op [[sensorische receptor]]enreceptoren, die daardoor pijn registreren.
Het verlies van functie kan niet alleen veroorzaakt worden door vervanging van oorspronkelijk weefsel door bindweefsel. Tijdens de ontsteking zal het ontstoken gebied niet gebruikt worden, of om pijn te voorkomen of omdat het door de zwelling niet mogelijk is. Ook een combinatie van beide is natuurlijk mogelijk.