Filosofisch behaviorisme: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k sp |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 4:
Het filosofisch behaviorisme moet men vooral opvatten als een reactie tegen het [[dualisme (filosofie van de geest)|dualisme]] van [[René Descartes]]. Het filosofisch behaviorisme stelt dat men hier misleid wordt te denken dat zaken als "geest" een [[substantie]] voorstelt, waarbij dan zaken als overtuigingen en pijn eigenschappen of bepaalde toestanden van die substantie zijn. Volgens filosofische behavioristen is dit een fout beeld, voortkomend uit een verkeerd of naïef gebruik van de taal.
Filosofisch behaviorisme verdedigt de stelling dat elke uitspraak over een interne of privéwereld bij individuen vertaalbaar is in een uitspraak die spreekt over publiekelijk toegankelijk [[gedrag]], en er dus ook toe moet [[reductionisme|gereduceerd]] worden.<ref>Heil, J., ''Philosophy of Mind - a comtemporary introduction'', p. 60.</ref> Belangrijk is dat dit gedrag niet louter uit beweging zou moeten bestaan, maar ook [[taal|talig]] gedrag mogelijk is, dit is het zeggen van bepaalde dingen als reactie op een situatie. Wanneer een persoon bijvoorbeeld zegt "ik heb pijn", is deze uitspraak vertaalbaar in een uitspraak over zijn gedrag: hij zal zijn hand terugtrekken, een pijnkreet slaken, weglopen van de veroorzaker van de pijn,
==Geschiedenis en vertegenwoordigers==
Regel 85:
==Kritiek ==
;Contra-intuïtef
Uit filosofische hoek is er ook kritiek geleverd op dit filosofisch behaviorisme. Sommige filosofen, waaronder ook [[Wilfrid Sellars]]<ref>{{aut|deVries, Willem A.}}, ''Wilfrid Sellars'', Acumen, 2005, p. 175.</ref> stellen dat het behaviorisme geen voldoende rekenschap kan afleggen aan ons gewoon taalgebruik rond mentale toestanden (met termen als gedachte, intentie, gevoel) zonder dit enorm te [[reductionisme|reduceren]] of af te schaffen. Ook [[David Armstrong (filosoof)|David Armstrong]] zal stellen dat het behaviorisme nogal tegenintuïtief is, zo stelt hij een veel
Ryle zal hier zijn eerder besproken [[destructief dilemma]] tegenover stellen. Als een handeling is veroorzaakt door een mentale handeling, dan moet deze op z'n beurt ook veroorzaakt worden, aangezien het ook een handeling is. Armstrong biedt hier echter een antwoord op: handelingen worden inderdaad veroorzaakt door andere mentale elementen, maar dit zijn zelf (uiteindelijk) geen handelingen meer. Een handeling wordt immers veroorzaakt door verlangens, percepties en overtuigingen, en dit zijn geen handelingen.<ref>Armstrong, D., ''The Mind-Body Problem. An Opinionated Introduction'', p. 59.</ref>
;Circulariteit en onbepaaldheid
|