Voegwoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 62.195.8.135 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Torvalu4
Labels: Vervangen Misbruikfilter: Leeghalen Visuele tekstverwerker
Regel 1:
{{woordenboek}}
Een '''voegwoord''' of '''conjunctie''' is een [[woord]] dat twee [[Zin (taalkunde)|deelzinnen]] (ook wel 'clauses' genoemd) met elkaar verbindt.
 
==Onderscheid naar grammaticale functie==
Voegwoorden zijn in twee soorten te verdelen:
# Een '''nevenschikkend voegwoord''' verbindt twee zinnen of deelzinnen die even belangrijk zijn. Ze zijn gelijkwaardig en staan als het ware naast elkaar. Een nevenschikkend voegwoord staat altijd tussen de deelzinnen in, nooit aan het begin.
# Een '''onderschikkend voegwoord''' verbindt een bijzin aan een hoofdzin, of, anders gezegd, een deelzin aan een grotere overkoepelende zin. In de overkoepelende zin heeft de ondergeschikte zin dan meestal de functie van een bijwoord, en kan daardoor ook aan het begin van de zin staan.
 
Een voorbeeld in het Nederlands dat het verschil laat zien is:
* Nevenschikkend: ''Ik ga met de fiets, '''want''' het is mooi weer.''
* Onderschikkend: ''Ik ga met de fiets, '''omdat''' het mooi weer is.''
 
Het nevenschikkende voegwoord ''want'' verbindt twee hoofdzinnen, "Ik ga met de fiets" en "het is mooi weer". Het onderschikkende voegwoord ''omdat'' verbindt een bijzin "het mooi weer is" aan een hoofdzin "Ik ga met de fiets". Omdat ''want'' nevenschikkend is, kan het niet aan het begin van de zin gezet worden. Het onderschikkende ''omdat'' echter wel, omdat de daarmee gevormde bijzin een bijwoord vormt, en dus overal geplaatst kan worden waar een bijwoord ook zou gaan:
* **'''''Want''' het is mooi weer, ga ik met de fiets.'' (kan niet)
* '''''Omdat''' het mooi weer is, ga ik met de fiets.'' (kan wel, vergelijk: ''Daarom'' ga ik met de fiets.)
 
Het Nederlands heeft [[V2 (taalkunde)|V2-woordvolgorde]], waardoor in de hoofdzin het vervoegde werkwoord (hier ''ga'') altijd het tweede zinsdeel moet zijn. Hierdoor moeten ''ik'' en ''ga'' hier van plaats wisselen. Deze regel geldt echter alleen voor de hoofdzin, niet voor de bijzin. Daarom komt in het eerdere voorbeeld het woord ''is'' bij het onderschikkende voegwoord aan het einde van de bijzin ''het mooi weer is'', maar bij het nevenschikkende voegwoord op de tweede plaats (''het is mooi weer''). Als gevolg kunnen bijzinnen meestal niet zonder verandering van de woordvolgorde als zelfstandige zin gebruikt worden.
 
V2-woordvolgorde komt niet voor in het Engels of de meeste andere talen, waardoor dit geen probleem is:
* Nevenschikkend: ''I'm going to ride my bike, '''for''' the weather is nice.''
* Onderschikkend: ''I'm going to ride my bike '''because''' the weather is nice.''
 
Hier is de bijzin in beide gevallen ''the weather is nice'', wat prima als zelfstandige zin gebruikt kan worden. De regel dat een nevenschikkend voegwoord nooit aan het begin van een zin kan staan, geldt echter nog wel in het Engels:
* **'''''For''' the weather is nice, I'm going to ride my bike.'' (kan niet)
* '''''Since''' the weather is nice, I'm going to ride my bike.'' (kan wel)
 
==Onderscheid naar inhoudelijke functie ==
Voegwoorden worden ook wel ingedeeld in groepen aan de hand van hun functie. Bijvoorbeeld:
* Tijdigheid (''terwijl'', ''nadat'' en ''voordat'')
* Redengevend (''omdat'', ''want'').
* Beperkende (''behalve'')
* Vergelijkende (''zoals, alsof'')
* Doelaangevende (''opdat'')
* Disjunctieve (''of'')
* Toegevende (''hoewel, ofschoon'')
* Voorwaardelijke (''als'', ''indien'', ''mits'', ''tenzij'')
 
==In het Nederlands==
Voegwoorden zijn erg belangrijke woorden in de [[Nederlands]]e taal, ook al zijn het vaak korte en onbeduidende woordjes zoals ''en''. Ze kunnen niet gemist worden om het gezegde te verduidelijken. Ter illustratie: de volgende drie zinnen hebben geheel uiteenlopende betekenissen, alleen doordat het voegwoord verschilt:
* Hij ''noch'' ik hielden van Hans.
* Hij ''en'' ik hielden van Hans.
* Hij ''of'' ik hield van Hans.
 
Nederlandse voegwoorden zijn:
{{Kolommen2|Kolom1=
* en
* of
* alsof
* maar, doch
* noch
* dus, derhalve
* daardoor, daarom
* doordat, door
* terwijl
* omdat, aangezien, want, daar, dewijl, doordien, naardien, nademaal, overmits, vermits, wijl
* indien, ingeval, zo
* zodat
* opdat
* sinds, sedert
* nadat
* dat
|Kolom2=
* vooraleer, voor, aleer, eer
* voordat
* totdat
* toen
* zodra
* als, zoals
* als ... dan
* zonder dat
* behalve
* al, alhoewel, hoewel, ofschoon, schoon
* mits
* tenware
* tenzij
* naar
* naargelang, naarmate
* wanneer
}}
Zinnen beginnend met ''en'', ''maar'', ''want'', ''dus'' en ''doch'' zijn nevenschikkend.
 
Zinnen met ''of'' kunnen zowel neven- als onderschikkend zijn:
* ''Ik weet niet '''of''' hij komt.'' (onderschikkend: drukt twijfel uit, ''of'' leidt een [[Indirecte vraag#Directe en indirecte vraag|indirecte vraag]] in)
* ''Hij zit nog in de file '''of''' hij kon niet uit zijn bed komen.'' (nevenschikkend: drukt keuze uit)
 
Voor een voegwoord wordt altijd een [[komma]] gezet als het voegwoord twee zinsdelen verbindt. Dit geldt meestal niet voor de voegwoorden ''dat'' en ''en''. Als ''of'' nevenschikkend wordt gebruikt, vervalt de komma in verreweg de meeste gevallen ook.
 
== Zie ook ==
* [[Samengestelde zin]]
 
{{Navigatie woordsoorten}}
 
[[Categorie:Nederlandse grammatica]]
[[Categorie:Woordsoort]]
'''''Ha, get rekt'''''