Jan van Eyck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
+ Jans zuster
Regel 37:
[[Bestand:Portrait of Margaret van Eyck.jpg|thumb|Portret van Margareta van Eyck, [[Groeningemuseum]], [[Brugge (hoofdbetekenis)|Brugge]], 1439]]
Jan en [[Hubert van Eyck]] hadden nog andere schilderende familieleden: een zus Margareta en een broer Lambert (fl. 1431-1442). In 1432 of 1433 trad Jan in het huwelijk met "damoiselle Marguerite". Hij vereeuwigde haar in het ''[[Portret van Margareta van Eyck|Portret van Margaretha van Eyck]]'' (1439), voorzien van een onderschrift dat haar leeftijd op 33 jaar stelde. Samen hadden ze twee kinderen: een zoon Philippot (°1434) en een dochter Livina. De zoon was allicht vernoemd naar zijn peter, Filips de Goede. Na de dood van de hofschilder betaalde de hertog nog een toelage aan zijn weduwe, en in 1449 betaalde hij om zijn dochter, ''Lyevine van der Eecke'', te laten intreden in het [[Agnetenklooster (Maaseik)|Agnetenklooster]] van [[Maaseik]].<ref>{{aut|T. Borchert}}, [http://www.academia.edu/4360637/Jan_van_Eyck_-_Mythos_en_documenten Jan van Eyck - Mythos en documenten]</ref>
 
==== Margareta van Eyck, Jans zuster ====
Lucas d'Heere vermeldt in zijn ''Ode'' aan het Lam Gods uit 1559 een zuster-schilderes ''die ooc in schilderyen dede groote zaken,'' en dat ze bij haar broer Hubert begraven ligt. Ook zij, net zomin als haar broer Hubert komen voor in de lijst van de Gentse schildersgilde. Marcus van Vaernewijck schrijft dat ze Margareta heet en dat zij ongehuwd bleef. Ze moet voor haar broer Hubert overleden zijn, gezien hij stierf zonder erfgenamen.
=== Opleiding en vroeg werk in Den Haag (tot 1425) ===
Waarschijnlijk geïnspireerd door de zogenaamde "kwatrijn" (een tekst aangebracht op de lijst van Het Lam Gods, zie verder) gingen De Heere en Van Vaernewijck er beiden van uit dat Jan door zijn oudere broer Hubert werd opgeleid. Deze bewering werd door de meeste andere oude schrijvers overgenomen, onder meer bij [[Lampsonius]] en in het ''[[Schilder-boeck]]'' van [[Karel van Mander]]. Deze bewering kan niet worden bevestigd noch ontkracht, aangezien haast alle historische gegevens aangaande [[Hubert van Eyck]] ontbreken of moeilijk zijn te interpreteren. Reeds [[Pietro Summonte]] (1524) beweerde dat Jan van Eyck als "verluchter" van [[Miniatuur (handschrift)|handschriften]] begon, wat ook blijkt uit de zorgvuldige en verfijnde techniek en de gedetailleerde stijl die het werk van Jan kenmerken. Volgens een bron die verloren is gegaan of die tot nog toe niet meer kon worden opgespoord, zou Jan van Eyck in 1439 zijn betaald door [[Filips de Goede]] voor het verluchten van initialen in een handschrift.