Nedlloyd: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 118:
In de eerst helft van de jaren 1980 waren er nog enkele kleinere containerschepen gebouwd, maar daarna bleef het geruime tijd stil. In 1991 kwam Nedlloyd echter met wat een revolutionair ontwerp moest zijn, de Ultimate Container Carrier (UCC). Hiervan zouden er vijftien gebouwd worden, maar uiteindelijk werden dit er zeven, waarvan vijf kleinere [[panamax]] – de ''[[Nedlloyd Asia (schip, 1991)|Nedlloyd Asia]]'', ''[[Nedlloyd Europa (schip, 1991)|Nedlloyd Europa]]'', ''[[Nedlloyd America (schip, 1992)|Nedlloyd America]]'', ''[[Nedlloyd Africa (schip, 1992)|Nedlloyd Africa]]'' en ''[[Nedlloyd Oceania (schip, 1992)|Nedlloyd Oceania]]'' – en twee grotere [[postpanamax]] – de ''[[Nedlloyd Hongkong (schip, 1994)|Nedlloyd Hongkong]]'' en ''[[Nedlloyd Honsu (schip, 1995)|Nedlloyd Honsu]]''. Deze [[Open-containerschip|open-containerschepen]] waren gebouwd met alleen op het voorste [[laadruim]] [[Luik (schip)|luikdeksels]], de ruimen daarachter waren open met doorlopende ''cell guides'' of geleidebanen. Dit zou moeten resulteren in een tijdsbesparing, omdat hiermee voor containers die onderdeks stonden de luiken niet geopend hoefden te worden. Ook waren ze zo gebouwd dat er met een kleine kernbemanning van [[maritiem officier]]en gevaren kon worden.
 
In 1992 kwam er een einde aan ScanDutch. De overgebleven partners waren Nedlloyd, MISC en CGM engingen deeen laatsteminder centraal gestuurd Tonnage Sharing Agreement (TSA) aan. In 1995 verkocht CGM zijn rechten aan de andere twee en trok zich terug uit de dienst Europa-Verre Oosten. Nedlloyd charterde het voor die dienst gebouwde schip van CGM als ''[[MSC Napoli (schip, 1992)|Nedlloyd Normandie]]'', ook een postpanamax. Een nieuwe samenwerking werd in 1995 gevonden met MOL, [[American President Lines]] en [[ Orient Overseas Container Line]] (OOCL) in wat de Global Alliance werd. Deze had dat jaar een marktaandeel van 8,1%, terwijl de Grand Alliance met Hapag-Lloyd, NYK, NOL en P&O 11,5% had en [[A.P. Møller-Mærsk Group|Maersk-Sealand]] 9,4%.
 
In 1996 verkocht Nedlloyd offshore-dochter [[Neddrill]] aan [[Noble Corporation|Noble]].<ref name="NTND1">[http://www.nieuwsbladtransport.nl/Archive/Article/tabid/409/ArchiveArticleID/37003/ArticleName/VerkoopNeddrilllevertNedlloyd250miljoenguldenboekwinstop/Default.aspx Verkoop Neddrill levert Nedlloyd boekwinst op], ''Nieuwsblad Transport'',16 maart 1996, geraadpleegd op 12 april 2013</ref> Noble betaalde ongeveer 350 miljoen dollar, waarvan 300 miljoen contant en vijf miljoen aandelen met een toenmalige koers van tien dollar. Nedlloyd behaalde een boekwinst van zo'n 250 miljoen gulden en de opbrengst werd gebruikt om de rentedragende schuld te verminderen.<ref name="NTND1" /> Noble nam Neddrill integraal over inclusief al het personeel. De Neddrill-vloot omvatte negen eenheden: twee [[boorschip|boorschepen]] met een [[dynamisch positioneringssysteem]], zes [[Hefplatform|jackups]] die op de [[Noordzee]] werden ingezet en een [[halfafzinkbaar platform]].<ref name="NTND1" /> Neddrill was vooral actief op de Noordzee en was daarmee complementair aan Noble, dat vooral werkte in de [[Golf van Mexico]], het Midden-Oosten, Zuid-Amerika en West-Afrika.<ref name="NTND1" />