Dynamische differentiecalorimetrie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Paul B (overleg | bijdragen)
Doe maar Engels in plaats van een soort hybride Engels/Nederlandse term
k Linkfix
Regel 12:
Het monster en de referentie worden ieder geplaatst in identieke meetcellen die naast elkaar geplaatst zijn in een oven. De afsluitbare meetcellen zijn uitgevoerd met thermokoppels om de temperatuur en het temperatuurverschil te meten. De omhullende oven wordt met constante snelheid van temperatuur veranderd. Als in het monster een reactie plaatsvindt, dan is daar extra energie voor nodig of er komt energie vrij. Daardoor daalt of stijgt de temperatuur ten opzichte van de referentie, maar door de omhullende oven wordt dat temperatuur- en energieverschil aangevuld. Dit temperatuurverschil is als meetwaarde beschikbaar en moet door ijking omgezet worden in een energiewaarde. Omdat het gemeten temperatuurverschil afhangt van omgevingsvariabelen ( zoals gas, reflectie aan wanden), is ijking op meer dan één punt nodig.
 
DTA en TGA ([[Thermogravimetrische_analyse|(thermogravimetrische analyse)]]) worden vaak simultaan in één meetinstrument uitgevoerd. Hierdoor kan het thermische effect automatisch worden gecorrigeerd voor de monstermassa bij iedere temperatuur. De simultane toepassing van thermogravimetrie (TGA) en Differentiële Thermische Analyse (DTA) op een monster in één enkel meetinstrument, genereert meer informatie dan de meting uitgevoerd in de afzonderlijke instrumenten. Thermische effecten zijn eenvoudiger te interpreteren en er kan een onderscheid worden gemaakt tussen bijvoorbeeld faseveranderingen en decompositie, tussen additie- en condensatiereacties, tussen pyrolyse, oxidatie en verbrandingsreacties. Simultaan thermische analyse (STA) is beschikbaar in een temperatuurbereik van -150°C tot 2400°C.
 
[[File:Netzsch STA 449 F1.jpg|thumb|DTA en TGA (thermogravimetrische analyse) worden vaak simultaan in één meetinstrument uitgevoerd]]