Natuurlijke selectie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 2001:1C04:3528:3300:69E0:DFA2:B237:F97C (Overleg) hersteld tot de laatste versie door MichielDMN
Arnhemmer001 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Mutation and selection diagram NL.svg|thumb|300px|Schematische weergave van de werking van selectie. Elke rij cirkels stelt een nieuwe generatie voor. In dit voorbeeld wordt geselecteerd op donkere kleur. In de jongste generatie, onderaan in het diagram, zijn alle individuen donkerder van kleur dan de oorspronkelijke [[recentste gemeenschappelijke voorouder|gemeenschappelijke voorouder]]]]
 
'''Natuurlijke selectie''' (in het [[Nederlands]] aanvankelijk '''natuurkeus'''<ref>[https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/235327 Het ontstaan der soorten door middel van de natuurkeus of het bewaard blijven van bevoorrechte rassen in den strijd voor het bestaan] Universiteit Utrecht Repository (23 juli 2012) Geraadpleegd op 23 maart 2020</ref> genoemd) is het verschijnsel dat sommige [[organisme]]n uit een bepaalde [[Populatie (biologie)|populatie]] beter in [[Adaptatie (biologie)|hun omgeving passen]], dat wil zeggen: meer kans hebben om te zorgen voor overlevende nakomelingen dan minder goed aangepaste organismen. De best aangepaste organismen zullen steeds meer de overhand krijgen binnen de populatie (''[[survival of the fittest]]''). Het is daarmee een van de mechanismes van [[evolutie (biologie)|evolutie]]. [[Mutatie (biologie)|Mutaties]] in, en recombinaties van, het erfelijk materiaal van de organismen veroorzaken de [[genetische variatie]] in de populatie, waardoor deze selectie mogelijk is.
 
== Voorbeeld ==
Een paartje [[Konijn (dier)konijnen]] dat in een veilige omgeving met voldoende voedsel wordt geplaatst zonder roofdieren kan zich in enkele generaties enorm vermenigvuldigen. In de natuur blijft de konijnenstand echter gemiddeld genomen gelijk. Er gaan dus aanzienlijke aantallen konijnen te gronde voor ze zich kunnen voortplanten. De konijnen zijn echter ook niet allemaal identiek. Sommige krijgen een ziekte, andere worden met een kreupel pootje geboren, andere gaan te veel op in wat ze aan het doen zijn om goed om zich heen te kijken, andere trekken naar een gebied waar ze in de kleibodem niet goed holletjes kunnen graven, etc. Natuurlijke selectie houdt nu in dat het konijn met het kreupele pootje en het konijn dat niet goed oplet meer kans maken door een vos te worden opgegeten dan een konijn dat wel goed kan rennen en goed om zich heen kijkt. Konijnen die door het [[toeval]] bedeeld zijn met eigenschappen die maken dat ze minder alert reageren op hun omgeving hebben een geringere overlevingskans, konijnen die iets beter kunnen inschatten wat hun kansen zijn dan hun ouders hebben een iets betere overlevingskans.
 
Over een termijn van duizenden en miljoenen jaren zal een [[soort]] daarom geleidelijk veranderen, vooral als de [[Habitat|leefomgeving]] (bijvoorbeeld onder invloed van klimaatomstandigheden) verandert. Althans dat is de rol die in de klassieke (graduele) evolutietheorie aan natuurlijke selectie toebedacht wordt. In de later ontstane [[Punctuated equilibrium (biologie)|punctualistische]] vorm van de theorie speelt natuurlijke selectie een wat andere rol.
 
== Experiment ==
Om de invloed van selectie door [[predatie]] in te schatten, kan het volgende praktische experiment worden opgezet:
 
Er wordt een 'populatie' van een 100-tal [[pissebed]]den (''[[Oniscus asellus]]''; [[Isopoda]]) in een experimentele omgeving geplaatst waar ze zich kunnen verstoppen voor de 'experimentele [[predator]]'. Deze laatste is iemand die (enkel) met één bepaald vanginstrument (vork, kam, ..etc.) ongeveer de helft van de pissebedden gaat vangen nadat ze in het midden van de omgeving werden uitgezet. Deze procedure moet 3 maaldriemaal worden herhaald voor de 'overlevenden'.
 
Vervolgens worden alle diertjespissebedden in een beker met vochtige doekjes gezet (om de diertjes niet te laten uitdrogen) en worden zowel de 'overlevenden' als de 'gevangenen' opgemeten: lichaamslengte, aantal rugplaten en loopsnelheid. Deze meting gebeurt best door personen die niet weten of het hier om al of niet overlevenden gaat (dit is een zogenaamde [[dubbelblinde studie]]).
 
Op deze meetresultaten kan nu een [[statistische analyse]] worden uitgevoerd, die een antwoord geeft op de vraag "Zijn de overlevenden [[significant verschillend]] voor een bepaald kenmerk?".
 
Doordat elke populatie een [[genetisch]]e en daardoor ook een [[fenotypisch]]e variatie vertoont, zullen bepaalde diertjespissebedden beter of slechter aangepast zijn om aan onze [[negatieve selectie]] te ontsnappen. Enkel deze diertjes zullen hun [[gen]]en doorgeven aan de volgende [[generatie (biologie)|generatie]], die beter aangepast zal zijn aan de heersende milieu-omstandigheden.
 
== Seksuele selectie ==
Regel 33:
==Zie ook==
* [[Fitness_(biologie)#Verwantschapsselectie|verwantschapsselectie]]
* [[De oorsprong der soorten]]
 
{{Appendix}}
 
[[Categorie:Evolutie]]