Koninklijk Parktheater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DeWesterloo (overleg | bijdragen)
work in progres; geschiedenis van het gebouw
DeWesterloo (overleg | bijdragen)
gebouw 1844
Regel 15:
Het theater werd in 1782 opgetrokken volgens de plannen van [[Louis Montoyer]]. Het kleine theater was geconcipieerd als onderdeel van de Waux-Hall van Brussel, een amusementscomplex gelegen in het [[Warandepark]] dat verder onder meer een balzaal, salons, een restaurant en een zomerterras met muziekkiosk omvatte. De gevel langs de Wetstraat was een uiterst sobere witgepleisterde constructie in [[Neoclassicistische architectuur|neoclassicische]] stijl, met [[Pilaster|pilasters]] onder een ongedecoreerd [[Fronton (bouwkunde)|fronton]]. Over de binneninrichting van de oorspronkelijke theaterzaal is niet veel bekend. Volgens [[Édouard Fétis|Edouard Fétis]], die naar eigen zeggen zijn informatie haalde bij een oude personeelslid van het theater, had de zaal aanvankelijk een ovaal grondplan en waren er twee balkons zonder loges.
 
De toeschouwersruimte, toneeltoren, foyers, gangen en gevel werden herhaaldelijk verbouwd, uitgebreid en verbeterd. Tegen de jaren 1840 was het theater zo verouderd dat het in opdracht van het Brusselse stadsbestuur door stadsarchitect Partoes in september 1844 in een kort tijdspanne werd gerenoveerd. In nauwelijks een maand tijd, en voor de bescheiden som van 50000 frank, voerde men omvangrijke werken uit. De vestibule, gangen en trappen werden aangepast om de circulatie te verbeteren, en aan de voorgevel werd een door zuilen ondersteund balkon toegevoegd waaronder de rijtuigen konden stoppen om de bezoekers droog te laten uitstappen. Partoes bouwde verder nog een opslagplaats voor de decors en liet de toeschouwersruimte herinrichten en opnieuw decoreren. Toen het theater op 21 september 1844 heropende reageerde de pers alvast verrukt: '''Il est impossible de se figurer que se petit réduit, si sale, si noir, si mal disposé, deux mois auparavant, ait pu subir une métamorphose si complète, et soit devenu un théâtre coquet, brillant, et offrant toutes les commodités désirables.'.'' De toeschouwersruimte was gedecoreerd met vergulde ornamenten op een witte ondergrond met blauwe arabesken. Het plafond was versierd met vergulde rozetten en lijstwerk waarin tabletten met de namen van vooraanstaande theaterauteurs waren opgenomen. De zitplaatsen en wanden van de loges waren bekleed met blauw fluweel, brokaat en gesatineerd behang. Op het derde balkon werd de achtergrond gevormd door een geschilderde gouddraperie met festoenen die ook boven de toneelopening doorliep. Het toneelgordijn was door Dhr. Rivière geschilderd in [[Trompe-l'oeil|trompe-l'oei]]<nowiki/>l als een draperie van wit zijdedamast. Een nieuwe kroonluchter met gasvlammen, geleverd door het Brussels huis Trossaert, en vier grote kandelaars op de borstwering van de twee voorste loges, verdubbelde de intensiteit van de verlichting.