Koninklijk Parktheater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DeWesterloo (overleg | bijdragen)
links
DeWesterloo (overleg | bijdragen)
→‎Geschiedenis: evolutie repertoire
Regel 8:
Vanaf 1819 deelde de [[Brussel (stad)|Stad Brussel]], die beide koninklijke schouwburgen bezat, vergunningen uit aan de ene theaterdirecteur na de andere. Beiden waren identiek qua uitbaters en repertoire, maar het Parktheater specialiseerde zich eerder in [[vaudeville (theatervorm)|Vaudeville]] en boulevardtheater.
 
Van 1850 tot 1854 bracht het Parktheater Nederlandstalige producties op de planken, waarna het in [[operette]]s en [[opéra comique (genre)|opéra comique]] ging specialiseren. omDoordat vanafde 1869Koninklijke uiteindelijkMuntschouwburg tezich focussentot ophet komedies.lyrische repertoire ging beperken kon het parktheater zich in de laatste drie decennia van de 19de eeuw ontpoppen tot de vooraanstaande bühne voor het Franstalig gesproken toneel.

Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] werden beide theaters gevorderd door de bezetter; het Parktheater werd toen een toneelhuis voor het [[Duitsland|Duitse]] garnizoen. Vanaf 1919 bracht de schouwburg opnieuw Franstalige stukken, waaronder veel klassieke toneelwerken waarin Belgische acteurs meespeelden.