Stamhertogdom: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb| |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 10:
Een '''stamhertogdom''' is een titel van [[hertog]], verkozen of zelfbenoemd, als hoofd van een bepaalde [[volksstam]]. Met [[hertogdom]] kan niet alleen de titel maar ook het gebied bedoeld worden.
Waarschijnlijk gaan de stamhertogdommen terug op pogingen van plaatselijke adellijke machthebbers om zich in hun stamgebied te promoveren tot een soort koning, onderkoning of hertog. Daarmee konden de stamverbanden beter behouden blijven en getoond worden in vooral de tijd van de [[
[[Karel de Grote]] probeerde al deze titels op te heffen of in zijn persoon te verenigen. Maar hun macht bleek uiteindelijk zo groot dat de latere [[koning van Duitsland|Duitse koningen (keizers)]] deze (weer) moesten erkennen. Dit gebeurde door de bevestiging van de titel en de erkenning van hun waardigheid als hertog. Daardoor was de status redelijk gewaarborgd: van onderuit door de aangesloten edelen, van bovenaf door de koning. Nochtans bleek de territoriale autoriteit nooit volledig, vooral tegenover de macht van sommige [[graaf (titel)|graven]]. Tot in de 11de eeuw waren de stamhertogdommen min of meer afhankelijk van de centrale koninklijke autoriteit en dienden ze voor eventuele concurrerende koningskandidaten als machtsbasis.
Stamhertogdommen in het [[Oost-Francië|Oost-Frankenrijk]] of Duitsland:
* [[
* [[Stamhertogdom Saksen|
* [[Hertogdom Beieren (-1255)|
* [[
Het
* later overgenomen uit het [[Midden-Francië|Middenrijk]]: het [[hertogdom Lotharingen]], het land van [[Lotharius II|Lotharius (II)]] – deze naam verwijst dus niet meer naar de naam van een volksstam.
|