Belasting (constructieleer): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Madyno (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''belasting''' in de constructieleer is een [[kracht]] of [[Moment (mechanica)|moment]] die inwerkt op (een bepaald deel van) een voorwerp of [[constructie]]. Met de '''totale belasting''' wordt het geheel van alle afzonderlijke belastingen bedoeld.
 
In de [[constructieleer]] en de [[sterkteleer]] wordt vanuit de diverse belastingen een ''ontwerpbelasting'' berekend. Deze [[ontwerpbelasting]] is samengesteld uit de diverse afzonderlijke belastingen welkedie gecombineerd worden door gebruik te maken van diverseverschillende [[Belastingsfactor (constructieleer)|belastingsfactoren]], zoals veiligheidsfactoren en samenstellingsfactoren. De belastingsfactoren zijn vastgelegd in [[Europese Norm|Europese norm]] EN 1991 (Eurocode 1). De ontwerpbelasting is de maximale belasting die een constructie kan opnemen zonder te falen.
 
Onder invloed van belastingen zullen in een constructie inwendige [[Mechanische spanning|spanningen]] en [[Vervorming|vervormingen]] optreden. Een ingenieur zal een constructie altijd zodanig trachten te ontwerpen, dat de werkelijk optredende belasting steeds lager blijft dan de ontwerpbelasting. Indien de werkelijk optredende belasting groter wordt dan de ontwerpbelasting, zal de constructie falen of bezwijken.
 
== Belastingstype ==
Regel 10:
===Permanente belasting===
Een permanente belasting is een belasting die gedurende de ganse levensduur van een constructie aanwezig is, en waarvan de grootte in de loop van de tijd niet of nauwelijks verandert. Onder meer de volgende belastingen worden beschouwd als permanente belastingen:
* het '''eigen gewicht''' van een constructie: dit is het gewicht van alle samenstellende delen van een dragende constructie. Dit eigen gewicht is onderhevig aan de [[zwaartekracht]], en induceert zodoende een belasting op een constructie.
* het '''eigen gewicht''' van afwerkingsmaterialen die als ''permanent aanwezig'' beschouwd worden, zoals bijvoorbeeld het gewicht van een [[Zandcementvloer|dekvloer]], een niet-dragende [[gevel]], [[Pleister (bouw)|muurpleister]], asfaltbestrating op een brugdek en dergelijke.
* belasting door [[grond (aarde)|grond]]: bijvoorbeeld de gronddruk op een kelder of ondergrondse parkeergarage.
* [[Voorgespannen beton|voorspanning]] in betonnen elementen
 
===Niet-permanente belasting===
Een niet-permanente belasting is een belasting die niet gedurende de gansegehele levensduur van een constructie aanwezig is, of waarvan de grootte in de loop van de tijd verandert. Niet-permanente belasting wordt ook wel aangeduid als ''veranderlijke belasting'', ''variabele belasting'' of ''mobiele belasting''. Onder meer de volgende belastingen worden beschouwd als niet-permanente belastingen:
* Nuttige belasting of gebruiksbelasting: dit is de belasting waarvoor de constructie ontworpen wordt. Deze kan vereleivelerlei van aard zijn, zoalsbijvoorbeeld:
** Het gewicht van personen en meubilair in een gebouw
** Het gewicht van goederen in een opslagplaats
Regel 27:
* [[Windbelasting]]
 
Een bijzonder geval van de niet-permanente belastingen zijnvormen de '''toevallige of uitzonderlijke belastingen'''. Dit zijn belastingen die alleen in uitzonderlijke omstandigheden voorkomen. Voorbeelden van dergelijke toevallige belastingen zijn [[aardbeving]]en, [[overstroming]]en, [[grondverzakking]]en, brand, aanrijdingen enz.
 
== Soorten belastingen ==
De diverse permanente en niet-permanente belastingen van diverse oorsprong kunnen verschillende vormen aannemen. Belastingen kunnen op diverseverschillende manieren inwerken op een constructie. VerschillendeSoorten belastingen zijn: puntlasten, lijnlasten en vlaklasten:
*[[Puntlast]]: een puntlast is een kracht of [[moment (mechanica)|moment]] die op een welbepaald punt inwerkt op de constructie. In de praktijk worden daar alle lasten toe gerekend waarvan de oppervlakte waarop de last inwerkt klein is in verhouding tot de oppervlakte van het constructieonderdeel. Enkele voorbeelden: een kolom op een vloer, een balk op een muur, een geparkeerde wagenauto in een parkeergarage.
*[[Lijnlast]]: een lijnlast is een kracht of moment die inwerkt over een zekere lengte van een constructieonderdeel. De grootte van de belasting kan gelijkmatig zijn verdeeld of variëren over de lengte waarop de lijnlast inwerkt. Een voorbeeld van een lijnlast is een [[Muur (bouwsel)|wand]] op een vloer.
*[[Vlaklast]]: een vlaklast is een kracht die inwerkt over een zeker oppervlak. Deze last kan gelijkmatig verdeeld zijn, zoals sneeuwbelasting op een [[dak]], of variëren over de lengte en/of breedte van de constructie, zoals de [[hydrostatische druk|waterdruk]] op een [[stuwdam]] of de [[gronddruk]] tegen een [[keermuur]].
Regel 45:
 
==Toepassingen==
Een ingenieur zal een constructie dimensioneren op basis van een [[ontwerpbelasting]] die is gebaseerd op de aanname dat verschillende belastingen tegelijk aanwezig zijn (''worst case'' scenario). Daarbij wordt veelal bovendienook nog rekening gehouden met een extra veiligheidsfactor.
 
== Zie ook ==