Walter Süskind: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Labels: Misbruikfilter: Schuttingtaal Visuele tekstverwerker
k Wijzigingen door 37.153.236.31 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Alquantor
Regel 23:
Süskind groeide op in een gezin met twee broers en een pleegbroer. Hij woonde tot 1938 in [[Keulen (stad)|Keulen]], waar hij sinds 1929 werkzaam was als hoofd verkoop van de [[margarine]]fabriek Bolak voor de afzetgebieden Pruisen en Polen. Omdat hij twee Nederlandse grootouders had, bezat hij zowel de Duitse als Nederlandse nationaliteit.
 
In 1938 besloot hij vanwege het opkomende antisemitisme in Duitsland naar Nederland te verhuizen. Hij vestigde zich met zijn vrouw eerst in [[Bergen op Zoom (gemeente)|Bergen op Zoom]], waar hij werkte als verkoper voor [[Unilever]] en vanaf 1942 ging hij met zijn vrouw en inmiddels geboren dochtertje in Amsterdam wonen. Omdat de Jodenvervolgingjodenvervolging inmiddels ook in Nederland was aangevangen, hoopte hij vandaaruit naar de [[Verenigde Staten]] te kunnen emigreren. Hij correspondeerde hierover met zijn oudere broer Robert, die in 1937 al daarheen was geëmigreerd.<ref>[http://www.holocaustresearchproject.org/survivor/suskind.html Holocaustresearchproject]</ref>
 
Süskind was werkzaam als metaaldraaier in een machinefabriek in [[Amsterdam]], maar kreeg vanwege zijn Joodse afkomst ontslag en vond daarna werk bij de [[Joodse Raad]] als chef bagage- en ordedienst. In die functie was hij de beheerder van de [[Hollandsche Schouwburg]], waar Amsterdamse Joden zich moesten melden voordat ze gedeporteerd zouden worden naar [[Kamp Westerbork]].
Regel 31:
Vanwege zijn vloeiende Duits en het feit dat hij destijds met de toen in Amsterdam werkzame [[Schutzstaffel|SS]]-officier [[Ferdinand aus der Fünten]] op school had gezeten, vertrouwden de Duitsers hem en kon hij zonder argwaan te wekken de gegevens van geregistreerde Joodse kinderen vervalsen en ze laten onderduiken en ontsnappen via de nabijgelegen crèche op de [[Plantage Middenlaan]] 38 in [[Amsterdam]].
 
Samen met de directrice van de crèche, [[Henriëtte PiemelPimentel]], en de Amsterdamse econoom [[Raphaël Halverstad|Felix Halverstad]], die ook in de schouwburg werkte, werd een werkwijze opgezet om de kinderen er weg te krijgen. De baby's werden achterom door de tuin naar de Hervormde [[Kweekschool voor onderwijzers|Kweekschool]] gebracht waarbij de directeur ervan, de latere politicus [[Johan van Hulst]], meewerkte. Hiervandaan gingen ze in een tas, mand of rugzak naar buiten en werden per tram en trein naar [[Limburg (Nederland)|Limburg]], [[Drenthe]] en [[Friesland]] gebracht waar het verzet onderduikadressen regelde.
 
Halverstad en Süskind zorgden ervoor dat de inschrijvingen van de kinderen verwijderd werden uit de administratie. Dit werk gebeurde zonder dat de leiding van de Joodse Raad hiervan op de hoogte was.<ref>L. de Jong: ''Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog''. 14 delen, SDU, Den Haag, 1969-1991. Deel 6, p. 258.</ref> Gedurende de achttien maanden dat hij de schouwburg beheerde, moet hij met behulp van een aantal verzetsgroepen zeker 600 kinderen en ook een aantal volwassenen gered hebben van deportatie.