Andreas Baader: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
bronverzoek voor de gesuggereerde brede twijfel aan de zelfmoord teruggeplaatst, voor het overige zie de discussie Overleg:Rote_Armee_Fraktion#Stadsguerilla/strijdgroep_versus_terreurbeweging
k Invulling parameters sjabloon
Regel 1:
'''Andreas Bernd Baader''' ([[München]], [[6 mei]] [[1943]] – [[Stuttgart]], [[18 oktober]] [[1977]]) was een voorman van de links-extremistische stadsguerrillabeweging [[Rote Armee Fraktion]] (RAF), aanvankelijk ook wel de ''Baader-Meinhof-Groep'' genoemd.
 
Baader was de zoon van een in de [[Tweede Wereldoorlog]] gesneuvelde historicus. Voordat hij in het links-radicale actiewezen terechtkwam, leidde hij het leven van een rebelse bohémien. Hij volgde een tijdlang een kunstenaarsopleiding en had een paar los-vaste baantjes.
 
In 1968 werd Baader samen met onder andere [[Gudrun Ensslin]] veroordeeld tot drie jaar cel wegens brandstichting in twee warenhuizen in [[Frankfurt am Main]]. Ze werden in juni 1969 vrijgelaten toen ze in hoger beroep waren gegaan, maar doken onder toen dit werd afgewezen. Baader werd in april 1970 opnieuw gearresteerd. Een gewapend groepje onder leiding van Ensslin wist hem op 14 mei 1970 te bevrijden. Ze kregen hierbij hulp van de linkse journaliste [[Ulrike Meinhof]]. Deze bevrijdingsactie wordt gezien als het eerste wapenfeit van de RAF.
Regel 8:
 
== Overlijden ==
Op 18 oktober 1977 overleed Baader in zijn cel aan de gevolgen van een schotwond. Diezelfde morgen werden ook Ensslin en Raspe dood in hun cellen aangetroffen. [[Irmgard Möller]], een vierde RAF-lid, werd zwaar gewond gevonden met een steekwond. De pers concludeerde op dezelfde dag al dat de drie [[zelfmoord]] hadden gepleegd. Hiermee liep zij vooruit op officiële conclusies van de autoriteiten. Door aanhangers van de RAF is dit altijd bestreden en wordt de dood van het drietal als [[doodstraf|executie]] beschouwd. Ook juristen, artsen en buitenlandse experts hebben de officiële lezing in twijfel getrokken.{{bronBron?||2020|03|08}}
 
In de maanden voorafgaande aan Baaders dood probeerde de zogenaamde ''tweede generatie'' van de RAF met verschillende gewelddadige acties de Duitse staat te dwingen om Baader en de andere gevangen RAF-leden vrij te laten, onder andere door de ontvoering van werkgeversvoorzitter [[Hanns-Martin Schleyer]]. Deze periode staat bekend als de [[Duitse Herfst]]. Eén dag na het overlijden van de drie gevangen RAF-leden werd het lijk van Schleyer gevonden.