Gedaanteverandering van Jezus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
lf
Regel 9:
 
== Waarom met Mozes en Elia? ==
De traditie over een hemelvaart van Mozes was mogelijk de reden dat Mozes werd genoemd in het verhaal over de gedaanteverandering van Jezus. In dit verhaal verschenen Mozes en Elia naast Jezus. Over Elia wordt in de Hebreeuwse Bijbel vermeld dat hij werd "meegevoerd naar de hemel",<ref>2 Koningen 2:11</ref> wat in sommige apocriefe werken<ref>Babylonische [[Talmoed]] [[Joma (Talmoed)|Joma]] 4a, Pesikta Rabbati 20:4</ref> en door [[Flavius Josephus|Josephus]] ook werd gezegd over Mozes, waarbij hij de tegenstelling opmerkt met de vermelding in "de heilige boeken" dat Mozes stierf.<ref>Josephus: ''[[Oude geschiedenis van de Joden]]'' 4.325, 326</ref> Hierin werd ook beschreven dat Mozes werd omhuld door een wolk, op dezelfde wijze als dit wordt genoemd in het [[Evangelie volgens Lucas]] inzake de gedaanteverandering van Jezus.<ref>Lucas 9:34</ref>
 
Origenes was de eerste die opmerkte dat in het verslag van de gedaanteverandering van Jezus met Mozes en Elia "de [[Jodendom#Joodse wet|(mozaïsche) Wet]] en de Profeten" werden aangeduid.<ref>Andreas Andreopoulos (2005): ''Metamorphosis: The Transfiguration in Byzantine Theology and Iconography'', St Vladimir's Seminary Press, pag. 60-65</ref> [[Maarten Luther|Luther]] deelde dit en dacht dat zij werden genoemd om aan te geven dat de Wet en Profeten door Jezus zouden worden vervuld.<ref>Martin Luther (1905): ''Luther's Church Postil Gospels: Advent, Christmas and Epiphany sermons'', 1905, Lutherans in All Lands Company, pag. 150</ref> [[Johannes Chrysostomus]] noemde drie mogelijkheden waarom Mozes en Elia naast elkaar werden gezet. Naast hun vertegenwoordiging van de Wet en de Profeten, zou het kunnen zijn omdat Mozes dood was en Elia als nog levend werd beschouwd. Door hen beiden te noemen zou worden aangeduid dat God een God van de levenden en de doden was. De andere mogelijkheid die hij noemde was dat zij allen vertegenwoordigden die [[visioen]]en van God hadden gehad.<ref>Johannes Chrysostomus: ''Homilie over de transfiguratie van Christus''</ref>