Sakya trizin: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Leopard (overleg | bijdragen)
k enkele aanpassingen
Regel 11:
| Anders=
}}
'''Sakya trizin''' betekent letterlijk ''abt van het klooster [[Sakya (klooster)|Sakya]]''. De sakya trizin is het hoofd van de [[Sakya (boeddhisme)|sakya]]-traditie binnen het [[Tibetaans boeddhisme]]. Vrijwel alle sakya trizins waren afkomstig uit de Khon-familie Khon.
 
== De familie Khon en het ontstaan van de sakya trzin ==
De afkomst van de familie Khon kan mogelijk worden teruggevoerd naar de periode van het [[Tibetaans rijk|Tibetaanse rijk]]. Een van de voorvaderen van de familie zou als minister aan het hof gediend hebben. In een van de versies van het [[Testament van Ba]] wordt een Khon Klu' dbang-po genoemd als een van de eerste monniken en vertalers. In dat deel van het verhaal maakt hij in een razend tempo een reis na de dood van de koning [[Trisong Detsen]]. Dit om [[Vairocana (vertaler)|Vairocana]] uit zijn ballingschap te halen teneinde het mogelijk maken dat de laatste bij een debat over de te hanteren begrafenisriten aanwezig kan zijn. Na de val van het rijk in het midden van de 9e eeuw waren ze een van de clans die de daarop volgende periode wist te overleven.
 
Na de val van het Tibetaanse rijk was het boeddhisme in een georganiseerde en monastieke vorm uit [[Centraal-Tibet]] verdwenen. Dat betekende niet dat iedere vorm van wat toen voor boeddhisme in Tibet gehouden werd, verdwenen was. Er was een lekentraditie van tantrische meesters, zonder formele opleiding, wier kennis binnen clanverband van vader op zoon werd doorgegeven en die eigen versies van de weg naar de Verlichting nastreefden. De familie Khon was een van die clans.
 
De in later tijd geschreven klassieke Tibetaanse geschiedschrijving maakt frequent melding van grotesk misbruik van de tantrische traditie in deze periode. Tijdens de periode van het Tibetaanse rijk hadden de koningen bevolen dat tantrische praktijken alleen beoefend en overgedragen konden worden door geschoolde monniken. Als die afwezig waren, zou de beoefening van de tantra tot grote excessen leiden.
 
De overlevering wil, dat [[Khön Könchog Gyalpo]] als eerste in de clan duidelijk afstand begon te nemen van deze tantrische praktijken. Hij was van opvatting dat instructie in tantrische rituelen alleen effectief was, indien die rituelen niet openbaar waren. Hij ging onder meer studeren bij [[Drogmi]], de leraar van [[Marpa]].
Regel 24:
Rond [[1070]] besloot hij een meditatiecentrum te bouwen in Sakya, een vallei in het zuiden van Tibet. Dit centrum groeide in de eeuwen daarna uit tot een uitgebreide monastieke gemeenschap die ook de naam zou worden van die traditie binnen het [[Tibetaans boeddhisme]]. De naam Sakya is afgeleid van het landschap van de vallei waar het eerste meditatiecentrum gebouwd werd en betekent ''grijze aarde''.
 
In veel literatuur is sprake van een ononderbroken lijn van sakya trizins uit de Khon-familie Khon tot op heden. Dat is niet geheel juist. Konchog Gyalpo kreeg pas een (buitenechtelijke) zoon op de leeftijd van 59 jaar, verwekt bij een vrouw uit een naburig dorp. Die werd enige tijd daarna geadopteerd en zou onder de naam [[Sachen Kunga Nyingpo]] de eerste worden van de vijf grote meesters die de [[Sakya (boeddhisme)|sakya]]-traditie tot bloei brachten. Sachen was bij het overlijden van zijn vader echter te jong voor een leidinggevende positie en voor de tweede sakya trizin moest iemand anders, [[Rinchen Drag]], buiten de Khon-familie Khon gezocht worden.
 
Enkele generaties later stond de Khon-familie Khon op de rand van uitsterven. [[Phagspa]] had maar één zoon, [[Rakshita]]. Die overleed op de leeftijd van 20 jaar in [[1287]]. Rakshita had één pasgeboren zoon, die kort daarop ook overleed. De overige leidinggevenden hadden geen keus dan opnieuw iemand van buiten de Khon-familie Khon te selecteren, [[Jamyang Rinchen Gyaltsen]], uit de familie Luding. Na zijn dood ontstond er een groot probleem ten aanzien van de opvolging.
 
Er was echter ook nog een zeer verre neef van [[Phagspa]], geboren uit een buitenechtelijke relatie. Deze neef leefde in ballingschap in China, nadat hij door velen vanwege zijn afkomst beschimpt was. In [[1279]] werd hij door andere leidinggevenden binnen de sakya overgehaald naar het klooster [[Sakya (klooster)|Sakya]] te komen. Hij diende eerst een periode van ruim tien jaar instructie te ontvangen. Hij werd daarna gerehabiliteerd, maar vooral verzocht zo vruchtbaar mogelijk te zijn.
Regel 39:
De functie van sakya trizin had echter wel grote symbolische en religieuze betekenis en was daarnaast op dat moment door de immense landgoederen ook de meest lucratieve functie in Tibet.
 
Het woord Khon is in vertaling iets als '' strijd ''. Die naam werd "eer aangedaan", want de machtsstrijd tussen de vele zonen van [[Sangpo Päl]] dreigde de privileges en de rijkdom van de Khon-familie Khon te vernietigen. De tweede zoon, [[Künga Lodrö Gyaltsen Päl Sangpo]] ([[1299]]-[[1327]]), de achtste [[keizerlijk leermeester]] aan het hof van de [[Yuan-dynastie]], werd door de keizer belast met de opdracht de geschillen te regelen. Hij besloot de familie Khon in vier verschillende takken te splitsen: Zhitog, Lhakang, Richengang en Ducho. Ieder van die vier takken had ook zijn eigen abt.
 
De splitsing in vier takken had niet het gewenste resultaat. De machtsstrijd en onderlinge intriges werden alleen intenser. Vanaf circa [[1330]] wist [[Changchub Gyaltsen]], die als stichter van de latere Tibetaanse [[Phagmodru-dynastie]] de strijd tegen de dominantie van de sakya begon, de enorme rivaliteit tussen de vier familietakken behendig uit te buiten. Het prestige van de sakya trizin daalde aanzienlijk. Dit droeg ook bij aan het verloren gaan van de machtspositie van de traditie.
Regel 46:
 
== Huidige sakya trizin ==
De huidige sakya trizin is de 41e sakya trizin. Aangezien de overlevering van vader op zoon is, wilden de ouders graag een zoon, maar hun wens bleef onvervuld. De familie had een bedevaart naar [[Kailash]], naar [[Nepal]] en naar [[Lhasa]] gemaakt en had een groot meester gevraagd rituelen voor hen te verrichten, opdat de sakya-lijnsakyalijn niet zou uitsterven. Hun wens ging uiteindelijk in vervulling.
 
Op [[7 september]] [[1945]] werd een zoon geboren in een klein dorpje in de buurt van [[Shigatse (stad)|Shigatse]], [[Tibet (gebied)|Tibet]] en hij werd Ayu Vajra genoemd. Na de eerste initiatie kreeg hij zijn volledige naam: Ngawang Kunga Tegchen Palbar Samphel Wanggi Gyalpo, een naam die in het algemeen afgekort wordt tot '''Ngawang Kunga'''. Hij heeft een oudere zuster, Jetsun Kushok Chimey Luding, die veel over de wereld reist om les te geven en die als leraar in hoog aanzien staat en tegenwoordig in [[Vancouver]], [[Canada]] woont.
Regel 52:
Zijn ouders overleden in zijn vroege jeugd en hij werd door zijn tante opgevoed. Op vijfjarige leeftijd werd hij naar het klooster gestuurd en in [[1951]] tijdens een [[Bedevaart in het boeddhisme|bedevaartstocht]] naar [[Lhasa]] door dalai lama [[Tenzin Gyatso (dalai lama)|Tenzin Gyatso]] gekroond als sakya trizin. Na een verdere studie in Lhasa in [[1959]] werd hij ingewijd als sakya trizin en vanaf dat moment was hij formeel de geestelijk leider van de school. Spoedig daarna moest Ngawang Kunga naar [[India]] vluchten.
 
In [[1960]] verhuisde hij naar [[Darjeeling (stad)|Darjeeling]] waar hij zijn opleiding vervolgde. In [[1964]] stichtte hij in Rajpur, [[India]] een nieuw hoofdkantoor voor de sakya-schoolsakyaschool. In [[1974]] trouwde hij met Dagmo Kusho Tashi Lhakee en in datzelfde jaar werd zijn eerste zoon, Ratna Vajra, geboren.
 
{{Appendix|2=
Regel 72:
* Yapang Kye
 
'''KhönFamilie familieKhön''', koninklijke familie
* Khön Bar Kye
* Khön Jekundag, minister van [[Trisong Detsen]],
Regel 86:
* Sherab Tsultrim
 
'''sakya-lijnsakyalijn''', generaties als boeddhistisch leraar
{| class="wikitable"
!