Kleurenleer van Goethe: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Kritiek: Nog wat kleinere en grotere dingen gewijzigd die volgens mij niet helemaal 'Wiki' waren.
NPOV wat proberen te verminderen.
Regel 36:
 
[[Bestand:Goethe, Farbenkreis zur Symbolisierung des menschlichen Geistes- und Seelenlebens, 1809.jpg|thumb|Kleurencirkel, in waterverf van Goethe, 1809, Origineel: Freies Deutsches Hochstift – Frankfurter Goethe-Museum]]Schematisch kunnen deze kleuren in een soort [[davidster]] weergegeven worden door twee gelijkzijdige driehoeken in elkaar:
*een driehoek met de punt omhoog: links onderlinksonder cyaan, rechtsonder geel, boven magenta.
*een driehoek met de punt omlaag: links bovenlinksboven violet, rechtsboven rood, onder groen.
 
De bovenste driehoek zijn de [[primaire kleuren]] zoals in de [[subtractieve kleurmenging]] dient te worden gebruikt (zoals bij kleurendruk en schilderen). De onderste driehoek zijn de basiskleuren zoals bij [[additieve kleurmenging]] dient te worden gebruikt (zoals bij televisie of beamer). De kleuren die tegenover elkaar staan zijn complementaire kleuren. BovenaanIn de afbeelding hiernaast ziet men deze davidster in cirkelvorm door Goethe geschilderd, met daarin de menselijke gevoelswaarden.
 
In de kleurendruktechniek worden deze subtractieve kleuren al vele [[decennia]] gebruikt. Uit deze drie kleuren kunnen in principe alle kleuren worden gesynthetiseerd. Toch bestaan er nog vele verschillende meningen over wat deze [[primaire kleuren]] zouden moeten zijn. Op school leert men meestal dat rood, geel en blauw de primaire kleuren zijn; volgens [[Johannes Itten]]. Dat is historisch zo gegroeid. Als dat niet voldoet, wordt aanbevolen om naast rood, geel en blauw ook paars aan te schaffen. citaat: "Zo’n zuivere kleur paars kunt u zelf niet krijgen door menging."<ref>[http://acrylverfschilderen.nl/11/kleuren-mengen-in-acryl/]Kleuren mengen in acryl</ref> Soms adviseren kleurendeskundigen dan "roze" of "diep-roze" te nemen in plaats van rood. Men bedoelt eigenlijk magenta, ook vaak [[purper (kleur)|purper]] genoemd, zonder dus de echte naam "magenta" te noemen. In de praktijk maakt men dus feitelijk gebruik van de kleuren volgens de kleurenleer van Goethe zonder het te kennen of te noemen.
 
=== Prismatische experimenten ===
Regel 52 ⟶ 50:
Een donkerspectrum ontstaat juist door in een lichtruimte een ondoorzichtig voorwerp vóór of na het prisma te plaatsen. Het prisma laat dan in de schaduw van het voorwerp een spectrum zien dat [[complementaire kleur|complementair]] is aan dat van de regenboog. Aan de randen ontstaan eerst geel en cyaan, en bij voldoende afstand van het projectiescherm magenta in het midden.
 
Goethe verwijst in zijn historisch overzicht naar een artikel van Louis Bertrand Castel uit 1740. Daarin komt het verschil tussen breking en licht-donker dualiteit goed tot uiting (zie afbeelding). Volgens Newton wordt het witte licht door een prisma [[lichtbreking|gebroken]] in zeven kleuren op een lineaire schaal zichtbaar in het spectrum: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet. De waarneming vanVolgens Louis Castel daarentegen, laat zien hoeontstaan de kleuren ontstaan vanuit de overgang van licht en duister zoals hierboven beschreven. Deze kleuren kan iedereen waarnemen en zijn de basis van Goethes kleurenleer. Zijn kleurencirkel komt voort uit de combinatie van het lichte en het donkere spectrum. De beide middenkleuren groen en magenta, die complementair aan elkaar zijn, verbinden dan de beide eindige spectra tot een oneindige harmonische cirkel. De uitersten (monochromatischemonochromatisch) violet en rood tezamen in één primaire kleur magenta, passen daardoor weer naast elkaar. Daardoor is van een begin en eind geen sprake meer: vergelijk de [[Ouroboros|Ouroboros]].
 
=== De innerlijke fenomenen, zielenkrachten ===
Regel 61 ⟶ 59:
Volgens Goethe was er niets zo volmaakt als wit licht (heel kan men ook zien als synoniem voor heilig). Zijn leer sluit aan bij de symboliek van de tegenstelling licht en duisternis ([[goed en kwaad]], vreugde en verdriet enz.). Als fenomeen betrekt hij daar dan ook de psychologisch werking op het gevoel bij, ofwel de "stemming" die het in de "ziel" opwekt. Dus zowel objectief als subjectief.
 
Goethe heeft het dus niet over een reductionistische theoretische beschouwing van uitsluitend uiterlijk zichtbare kleuren, zoals die men die tegenwoordig kent als trillende energie van een bepaalde frequentie of golflengte. Dat zijn abstracties, net zoals men wit licht kan zien als een stochastische beweging van energie, in plaats van opgebouwd uit een aantal vaste frequenties. Wiskundig kan men met [[fouriertransformatie]]s dit wel in elkaar omrekenen, maar het diepere wezen van het witte licht blijft toch verborgen. Dat kan men zich enigszins realiseren door te bedenken dat sterrenlicht van verschillende sterren ook onderling verschillend is. De wisselwerking van energie en materie (licht en duisternis) van elke ster wordt medegedeeld door zijn "eigen" uitgestraalde licht. Daarom heeft elke ster in zijn licht[[Spectrum#Spectrum_van_een_golfverschijnsel|spectrum]] zijn eigen "handtekening" ofwel zijn eigen "individuele heelheid".
 
In zijn autobiografische roman "Dichtung und Wahrheit" maakte Goethe meermalen melding van zijn bijzondere waarnemingsvermogen.
Regel 78 ⟶ 76:
De leer van Newton past in het huidige wetenschappelijk materialistische [[paradigma (wetenschapsfilosofie)|paradigma]], terwijl de leer van Goethe afwijkt van deze benadering. Goethe benadert kleuren niet vanuit zuiver [[natuurkunde|fysisch]] oogpunt, maar vanuit zintuiglijk waarneembare verschijningsvormen als [[Fenomenologie|fenomenen]]. Hij beschrijft datgene wat ieder mens met zijn zintuigen kan waarnemen en betrekt daar karaktereigenschappen bij. Goethe komt niet tot een fysische verklaring, hypothese of theorie.
 
Opvallend is dat Goethe het aanvankelijk eens was met Newton. Maar nadat hij zelf experimenten met een prisma uitvoerde, zag hij geen kleuren ontstaan. Hij deed het experiment echter waarschijnlijk op een mistige dag, waardoor wit licht uit vele hoeken het prisma binnentrad. De niet waarneembare ontstane spectra volgens de theorie van Newton komende uit al deze hoeken leveren samen weer wit licht op. HetVolgens Goethe is het echter een ander soort wit licht.; Volgensvolgens Goethehem zou je kunnen zeggen dat het witte licht door de duisternis in het prisma is verontreinigd. Dat kan je waarnemen door een object te plaatsen in dat licht, alsnog ontstaat de kleur. In het oorspronkelijke witte licht niet.<br>
Later zag hij door een prisma wel kleuren, vooral aan de randen van ramen. Het viel hem op dat kleuren in het algemeen vooral ontstaan aan de randen tussen licht en duisternis. Dit was voor hem het bewijs dat uit de wisselwerking tussen licht en duisternis zelf kleuren ontstaan. Hierop bouwde hij zijn leer.
 
Sommige moderne natuurwetenschappers (onder andere Henri Bortoft<ref>[https://books.google.nl/books?id=JoZFgJ0gVN8C&dq=Henri+Bortoft&hl=nl&source=gbs_navlinks_s]Goethe's Way of Science: A Phenomenology of Nature</ref> en Reinhold Sölch<ref>[https://books.google.nl/books/about/Die_Evolution_der_Farben.html?id=GXBJRQAACAAJ&redir_esc=y]Die Evolution der Farben.: Goethes Farbenlehre in neuem Licht. ISBN 9783332016727</ref>) krijgen weerstaan meer begripopen voor Goethes kleurenleer. Een toelichting op de controverse tussen Goethe en Newton is te vinden bij kleurenwetenschapper Van Renesse.<ref>[http://www.fisme.science.uu.nl/woudschotennatuurkunde/verslagen/1993-WND.pdf]Lezing "Goethe contra Newton" door R.L. van Renesse. pagina 43-47 met verdere bronnen.</ref>
Dit wil niet zeggen dat de theorie van Newton onjuist zou zijn, maar het is een speculatief verklaringsmodel. Dat wil niet zeggen dat de lichtbreking van lichtstralen van een bepaalde kleur niet zou bestaan: dat is ook als fenomeen waar te nemen. Maar de oorzaak van de lichtbreking van verschillende kleuren licht is onkenbaar. Tegenwoordig zijn daar vele opvattingen over, zie [[Wet_van_Snellius#Afleidingen|afleidingen van de brekingswet]]. Van Renesse beschouwde de theorie van de [[lichtbreking]] als bewijs dat wit licht opgebouwd is uit kleuren, als een drogreden. Dat is iets anders dan dat licht van een bepaalde kleur niet "gebroken" of "afgebogen" wordt.
 
Sommige moderne natuurwetenschappers (onder andere Henri Bortoft<ref>[https://books.google.nl/books?id=JoZFgJ0gVN8C&dq=Henri+Bortoft&hl=nl&source=gbs_navlinks_s]Goethe's Way of Science: A Phenomenology of Nature</ref> en Reinhold Sölch<ref>[https://books.google.nl/books/about/Die_Evolution_der_Farben.html?id=GXBJRQAACAAJ&redir_esc=y]Die Evolution der Farben.: Goethes Farbenlehre in neuem Licht. ISBN 9783332016727</ref>) krijgen weer meer begrip voor Goethes kleurenleer. Een toelichting op de controverse tussen Goethe en Newton is te vinden bij kleurenwetenschapper Van Renesse.<ref>[http://www.fisme.science.uu.nl/woudschotennatuurkunde/verslagen/1993-WND.pdf]Lezing "Goethe contra Newton" door R.L. van Renesse. pagina 43-47 met verdere bronnen.</ref>
 
== Zie ook ==