Schuilhoeve: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dqfn13 (overleg | bijdragen)
k Correctie ISBN
Regel 86:
[[Bestand:Plafond op zolderverdieping, Schuilhoeve, Grootebroek 03.jpg|miniatuur|Een van de poten van het [[Vierkant (bouwkunde)|vierkanten]]]]
=== Exterieur ===
Het weeshuis bestaat uit een vijf [[travee]]ën breed pand met daarachter een [[Stolpboerderij|stolpschuur]], met een dubbel houten [[Vierkant (bouwkunde)|vierkant]]. Het voorhuis bestaat uit twee lagen met de [[Nok (bouwkundig)|nok]] evenwijdig aan de weg. Twee schoorstenen komen uit de punten van het [[schilddak]]. Boven de ingang aan de Zesstedenweg staan twee houten beelden, gemaakt in de 18e eeuw, die weeskinderen voorstellen.<ref>{{citeer web |url=https://www.boerderijenstichting.nl/beeldbank/zesstedenweg-159-grootebroek/ |titel=Zesstedenweg 159, Grootebroek |auteur= |uitgever=Vrienden van de Stolp |datum= |bezochtdatum=22 augustus 2019 }}</ref> De jongen en het meisje zijn gekleed in klederdracht die de wezen uit Stede Broek moesten dragen. Aan de linkerzijgevel staat een poort met daarboven een houten leeuw met het [[wapen van Grootebroek]]. In de zijgevel naast deze poort is een [[gevelsteen]] geplaatst met daarin het jaartal 1575.<ref>{{Citeer boek | achternaam = Stenvert | voornaam = Ronald | auteurlink = | medeauteurs =Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer en Ronald Rommes | datum = 2006| titel =Monumenten in Nederland. Noord-Holland. | uitgever =Rijksdienst voor de Monumentenzorg | plaats =Zeist | ISBN =90 4009187 -400-9178-1 | NUR =648, 521 | pagina's = | taal = | URL =https://www.dbnl.org/tekst/sten009monu11_01/sten009monu11_01_0068.php | bezochtdatum = }}</ref>
 
Ten westen en ten zuiden van het weeshuis bevinden zich nog twee tuinen. Dit is alles wat er nog rest van wat ooit een veel groter grondgebied is geweest, waar ook een boerderij bij hoorde. Op de [[boerderij]] werden graan en groenten verbouwd voor eigen gebruik. Graan van de boerderij werd naar plaatselijke meelmolen gebracht, in zakken met daarop gemerkte lapjes met WH voor ''weeshuis'', en daarna naar de bakker die er brood van bakte. De boerderij kon niet voldoende voorzien voor eigen gebruik, waardoor er ook bij lokale boeren ingekocht moest worden. Bij de boeren werd ook voer voor de koeien gekocht.