Associatie van struikhei en stekelbrem: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →Verspreiding en voorkomen: dp linkfix |
Spelfoutjes verbeterd |
||
Regel 24:
==Kenmerken==
===Algemeen===
De struikhei-stekelbremassociatie is algemeen op voedselarme [[zand]]- of [[zandleem]]gronden met een min of meer uitgesproken [[podzol]]bodem. Meestal is er wel een dunne, halfverteerde [[humus]]laag. De aanwezige voedselrijkdom en de vochtigheid van de bodem bepalen welke
Deze vegetaties zijn slechts halfnatuurlijk, zonder menselijk ingrijpen wordt zij op den duur verdrongen door [[bos (vegetatie)|bos]]. De meeste heidevegetaties worden reeds vanaf de [[Middeleeuwen]] in stand gehouden door de mens, door het kappen van het bos, beweiden met schapen en het weghalen van het strooisel voor de stal.
Regel 33:
Stuikhei-stekelbremvegetaties vormen een zeer soortenarme begroeiing, met [[struikhei]] als aspectbepalende soort. Vooral hogere planten schitteren door hun afwezigheid.
De [[boomlaag]] is net als in de meeste heidevegetaties volledig afwezig. De [[struiklaag]] is wel vertegenwoordigd,
De [[kruidlaag]] is bijzonder arm in soorten, slechts enkele [[grassenfamilie|grassen]], naast de veel zeldzamere [[wolfsklauw]]en.
Op open plaatsen kan de [[moslaag]] zich goed
Waar het terrein natter wordt, kan de struikhei-stekelbremassociatie geleidelijk overgaan in de [[dophei-associatie]]. Op die plaatsen komen struikhei en [[dophei]] naast elkaar voor. Dikwijls zijn dit ook de plaatsen waar beide soorten het best floreren.
===Onderverdeling===
In de struikhei-stekelbremassociatie worden in [[Vlaanderen]] nog drie [[
====
De meest bekende en
Deze
====
Een
Ze komt voor op iets voedselrijkere zandleemgronden met een beter verteerde humuslaag ([[moder-humus]]), die meer vocht ophoudt. Dit is een vegetatie die men dikwijls langs paden in de droge heide vindt.
De benaming is afkomstig van de wetenschappelijke naam van het [[tandjesgras]] ''(Sieglingia decumbens)'', een [[differentiërende soort]] voor deze
====
Een open [[dwergstruik]]envegetatie op een zeer droge en [[humus]]arme bodem. Op dergelijke plaatsen zijn vooral mossen en lichenen aspectbepalend, en de [[soortendiversiteit]] van deze mossen kan bijzonder hoog zijn.
Deze gemeenschap is typisch voor gestabiliseerde [[duin (geografie)|duin]]en waaruit
De benaming is afkomstig van het geslacht ''[[Cladonia]]'', de rendier- en bekermossen, [[differentiërende soort]]en voor deze
==Soortensamenstelling==
Regel 176:
| [[Tandjesgras]]
| ''Sieglingia decumbens''
|
|-
|align="center"|
Regel 183:
| [[Tormentil]]
| ''Potentilla erecta''
|
|-
|align="center"|
Regel 190:
| [[Pilzegge]]
| ''Carex pilulifera''
|
|-
|align="center"|
Regel 197:
| [[Borstelgras]]
| ''Nardus stricta''
|
|}
Regel 246:
| [[Cladonia]]
| ''Cladonia sp.''
|
|-
|align="center"|
Regel 253:
| [[Peermos]]
| ''Pohlia nutans''
|
|-
|align="center"|
Regel 260:
| [[Boskronkelsteeltje]]
| ''Campylopus flexuosus''
|
|-
|align="center"|
Regel 267:
| [[Gewoon kronkelsteeltje]]
| ''Campylopus pyriformis''
|
|-
|align="center"|
Regel 274:
| [[Open rendiermos]]
| ''Cladina portentosa''
|
|}
|