Wet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 26:
Waar de bevoegdheid tot het opstellen in de formele zin en het uitvaardigen van wetten in materiële zin, direct wordt toegekend aan een zeker orgaan heet dat [[attributie (staatsrecht)|attributie]]. Wanneer de aldus verkregen wetgevende bevoegdheid door dat orgaan weer (gedeeltelijk) wordt overgedragen aan een ander (lager) orgaan heet dat [[delegatie (staatsrecht)|delegatie]]. Dit laatste is alleen toegestaan wanneer de formele wet waaraan de wetgevende bevoegdheid wordt ontleend, dat uitdrukkelijk toestaat.
 
Zowel in België als in Nederland stelt de grondwet dat het opstellen van wetten het voorrecht is van de wetgevende macht, en dat hoogste wetgevende orgaan het parlement is. In beide landen is het uitvaardigen een taak is van de uitvoerende macht. Er is buiten het territorium van België en Nederland nog geen supra-nationale eenheid met wetgevende bevoegdheid. Het [[EuropeseEuropees Parlement]] vaardigt echter wel richtlijnen uit die door de nationale wetgever in (formele en materiële) wetgeving moet worden omgezet, krachtens de door België en Nederland ondertekende verdragen.
 
=== Verdeling der machten en getrapte bevoegdheden===