Aftrekpost: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Varianten: "aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld" uitgebreid met de afbouwregeling sinds 2019
k zoals bijvoorbeeld is dubbelop, tevens verbeterde zinsbouw.
Regel 4:
 
==Ondernemingen==
Ondernemingen kunnen in principe alle kosten van de omzet aftrekken om zo tot de belastbare winst te komen. In principe volgt men hierbij de regels voor de commerciële jaarrekening. Sommige aftrekposten worden echter gelimiteerd ter voorkoming van misbruik zoals, bijvoorbeeld [[kasrondjes]]. Ook is het mogelijk dat op grond van het [[substance over form]] principe rente-aftrek van bepaalde uit onzakelijke motieven aangegane leningen en andere transacties wordt beperkt.
 
Hoewel hierdoor de aftrekposten enigszins terughoudender lijken zijn dan bij de commerciële winst, valt de fiscale winst toch lager uit door andere faciliteiten en vrijstellingen. Daarbij is de hoofdregel in principe dat kosten aftrekbaar zijn; aftrekbeperkingen betreffen bijzondere situaties.
Regel 21:
Een aftrekpost is verwant aan een [[vrijstelling]]: een aftrekpost vermindert de heffingsgrondslag, een vrijstelling is iets dat niet meegeteld hoeft te worden. Zie is bijvoorbeeld onder voorwaarden reiskostenvergoeding [[Wet op de loonbelasting 1964#Vrijgesteld loon|vrijgesteld loon]]. Het onderscheid is niet altijd scherp, de [[MKB-winstvrijstelling]] zou ook een aftrekpost kunnen worden genoemd. Wel is het zo dat aftrekposten het inkomen in [[box 1]] negatief kunnen maken, wat verrekend kan worden met positieve inkomens in box 1 in andere jaren; dit geldt niet voor vrijstellingen. In dat opzicht is een heffingvrije som eerder een vrijstelling dan een aftrekpost. In de Wet IB is er alleen een heffingvrije som voor het vermogen, in box 3: [[heffingvrij vermogen]].
 
Nog een variant van een aftrekpost is een [[heffingskorting]]. Bij een aftrekpost in een van de drie boxen volgt het belastingvoordeel uit het bedrag van de aftrekpost en het (marginale) tarief. Een heffingskorting kan afhangen van de hoogte van bepaalde inkomsten, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de [[arbeidskorting]], die volgens een eigen "schijventarief" afhangt van de [[arbeidsinkomsten]]. Per saldo geeft dit, zelfs in het relatief eenvoudige geval dat er verder geen inkomsten/aftrekposten in box 1 zijn, voor deze inkomsten een schijventarief met veel schijven met nogal grillig op en neer gaande tarieven.
 
Een bijzondere aftrekpost is de [[aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld]] die ervoor zorgt dat de eigenwoningforfait altijd uitkomt op nul. Sinds belastingjaar 2019 kan deze belasting wel uitkomen boven nul vanwege de geleidelijke afbouw van de bijzondere aftrekpost.