Mark IV (tank): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
toevoeging
Regel 67:
 
Op 24 april was de Mark IV betrokken bij het eerste tankgevecht uit de geschiedenis toen bij [[Villers-Bretonneux]] de [[A7V]] ''Nixe'' twee ''Females'' uitschakelde om daarna zelf doorslagen te worden door ''Male'' No. 4066.
 
==Tank Banks==
 
In 1917 deden twee Mark IV's mee aan de ''Lord Mayors's Show'', een jaarlijkse parade in [[Londen]]. Het was de eerste keer dat tanks in het echt te zien waren en ze trokken daarom veel bekijks. Dit trok weer de aandacht van het ''National War Savings Committee'', het orgaan dat het Britse publiek moest overreden afstand te doen van zijn spaarcentjes in ruil voor oorlogsleningen (''War Bonds''). Ze haalden vier Mark IV's bij Bovington vandaan en één gehavende tank, ''Egbert'', van het front om het hele land rond te toeren. In iedere stad waar een tank aankwam, werd hij door de burgemeester van het station afgehaald en in feestelijke optocht naar het marktplein gereden. Na een aantal patriotische toespraken begeleid door zang en dans kon de toegestroomde mensenmassa zijn geld bij de tank inleveren - één van de barbettes was omgebouwd tot een loket waar een aantrekkelijke jongedame plaats mocht nemen - in ruil voor een zegelboekje en een papieren tankvlaggetje (om op je hoed te prikken) en tankslabbertje als beloning. Naar analogie met het Engelse woord voor spaarvarken: ''piggy bank'', heette men de [[pantservoertuig]]en al snel ''Tank Banks'' en de commercie sprong hierop in door aardewerk holle tankjes met gleuf te produceren waarmee de vaderlandslievende Brit voor de oorlogsinspanning kon sparen.
 
Gedurende deze ''Tank Weeks'' haalden de vijf tanks bij elkaar ruim een half miljard pond op, het equivalent van ongeveer 15 miljard euro in huidig geld.
 
==Mark IV A==
Regel 75 ⟶ 81:
 
In de loop van 1917 werd het velen steeds duidelijker wat de werkelijke gang van zaken bij de ontwikkeling van de Mark IV was geweest. Er kwam een geruchtenstroom op gang die een zeer negatieve stemming tegenover Stern deed ontstaan. Toen de tanks onwerkzaam bleken in Vlaanderen, was dat een mooi excuus zich van de zondebok te ontdoen. Er werd door het ''War Office'' zoveel druk uitgeoefend op [[Winston Churchill]], toen weer opnieuw bij het tankgebeuren betrokken als minister van bewapening, dat hij er niet aan ontkwam Stern in oktober 1917 van zijn taak te ontheffen en Vice-Admiraal Gordon Moore te benoemen als hoofd van wat nu het ''Mechanical Warfare Department'' heette. Maar Stern werd onmidellijk weer ingezet als onderhandelaar bij de gesprekken met de Amerikanen en Fransen over de bouw van de geheel nieuwe [[Mark VIII]]. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij opnieuw in de ''Tank Board''.
 
De Mark IV's deden tot het eind van de oorlog dienst. De meesten gingen daarna naar de schroothandel, maar 263 werden er aan de verschillende steden gegeven die aan de ''Tank Weeks'' hadden meegedaan. Meestal waren dit ''Females'': men wilde voorkomen dat bij een mogelijke communistische opstand de revolutionairen op al te krachtige wapens de hand konden leggen, want de tanks werden niet eerst onttakeld. Hun populariteit bleek echter sterk verminderd: de meeste wijken wilden geen lelijke roestbak in hun plantsoen. Wat hierom niet alsnog naar de schroothandel was verwezen, werd in 1940 omgesmolten om het pantserstaal te winnen. De enige overlevenden in het Verenigd Koninkrijk zijn een Mark IV in Ashford in Kent, die tot elektriciteitshuisje was omgebouwd en een exemplaar dat in 1943 op een luchtbasis werd gevonden en nu in het Bovington Tankmuseum staat.