Theo Majofski: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ingewertwijn (overleg | bijdragen)
Ingewertwijn (overleg | bijdragen)
Regel 36:
In 1811, tijdens de Franse Bezetting, besloot de gemeente Amsterdam om financiele redenen tot verpachting van de schouwburg, voor ƒ10.000 per jaar. Majofski, Snoek en [[Johanna Wattier]] namen de leiding zelf ter hand, totdat in 1820 de gemeente het theater weer zelf in beheer nam. In verband met de gewijzigde politieke situatie in Nederland moest ook de naam van het gezelschap aangepast worden: Koninklijke Toneellisten van de Hollandsche Schouwburg (1807). Het repertoire wijzigde navenant van Duits naar Frans. Maar er kwam dankzij Majofski en zijn collegae ook een ander genre, het toneelspel, tussen blij- en treurspel in, afgestemd op de smaak van de burgerij die meer amusement wenste<ref> DBNL. (z.d.). Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 120 · dbnl. Van DBNL website [[https://www.dbnl.org/tekst/_tij003200401_01/_tij003200401_01_0012.php]]</ref>. Het lukte ze bovendien om ondanks het waakzaam oog van de Franse prefect Celles, vaderlandslievende stukken op te voeren, zoals Maria van Lalain, Michel Az. de Ruyter, Belegering van Haarlem en Antonius Hambroek<ref>Worp, J.A. Geschiedenis van den Amsterdamschen schouwburg 1496-1772. DBNL website: [[https://www.dbnl.org/tekst/worp001gesc03_01/worp001gesc03_01_0017.php]]</ref>.<br>
 
Majofksi’s eind kwam tijdens een toneelvoorstelling van ''Ze is krankzinning'' van [[Anne Honoré Jospeh Duveynier]]. Hij kreeg een beroerte tijdens de avondvoorstelling, men probeerde hem nog off-stage te reanimeren door een [[aderlating]], maar hij zeeg ineen.<ref>[https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?coll=ddd&identifier=ddd:010978294:mpeg21:a0020 Theo Majofski overleden]. Rotterdamsche courant, 25 februari 1836</ref>
 
== Nalatenschap ==