Zaak-Dutroux: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Invulling parameters sjabloon
Regel 17:
 
Dutroux werd beschuldigd van de moord, ondanks het feit dat hij dit altijd ontkende en beweerde dat de meisjes "hem gebracht werden" en dat hij ze dan opsloot.
Waarschijnlijk werd hij voor de ontvoering bijgestaan door een medeplichtige. Dat zou [[Bernard Weinstein]] geweest zijn, die later door Dutroux vermoord werd. Waarschijnlijk hebben Julie en Mélissa vanaf het moment van hun ontvoering nog ongeveer negen maanden in gevangenschap geleefd.<ref name="dutroux" /> <ref>[https://nos.nl/artikel/470114-de-slachtoffers-van-dutroux.html ''De slachtoffers van Dutroux'']</ref>
 
====Gevangenschap en overlijden====
De meisjes hebben samen opgesloten gezeten in een krappe cel, verborgen in de kelder van Dutroux' huis in [[Marcinelle]], die speciaal was gebouwd voor de opsluiting. De toegang werd aan het oog onttrokken achter een zwaar houten rek vol conservenblikken en flessen.
Waarschijnlijk vertelde Dutroux ook aan hen wat hij Sabine en Laetitia wijsmaakte: dat hij hen gered had uit de klauwen van 'de baas', en dat hun ouders heel goed wisten dat ze hier zaten maar het losgeld niet wilden of konden betalen.{{Bron?||2010|01|08}}
 
Regel 45:
Op het optreden van de [[Rijkswacht|Belgische politie]] kwam veel kritiek, omdat de onderzoeksrechter pas twee weken na de ontvoering zou zijn ingelicht, en omdat er geen enkel verband werd gelegd met de ontvoering van Julie en Mélissa, twee maanden eerder. Er waren voldoende getuigen en andere aanwijzingen tot ongeveer 01.20 's nachts, daarna "leek het alsof ze van de aardbodem verdwenen waren".<ref>{{fr}} [https://web.archive.org/web/20050220020310/http://www.humanite.fr/journal/2004-04-07/2004-04-07-391471 Le cruel destin d’An et Eefje], Le Web de l'Humanité, 7 april 2004 (gearchiveerd)</ref>
 
De Belgische politie had de homevideo's van Marc Dutroux al een jaar op het bureau liggen, maar had ze niet bekeken omdat er geen videorecorder voorhanden was .{{bronBron?||2019|12|31}}. Op een van de video's was te zien hoe Dutroux de geheime kelder had gemaakt. Als de politie ze wel bekeken had, hadden An en Eefje wellicht nog gered kunnen worden. De verontwaardiging over de blunders in het onderzoek leidde tot de grootste demonstratie in de geschiedenis van het land: de [[Witte Mars]].
 
De ouders van Lambrecks wensten geen ruchtbaarheid over de zaak en bleven zorgvuldig buiten de publiciteit, in tegenstelling tot de vader van An, Paul Marchal, met wie ze in botsing kwamen.<ref name="dv19961022">[http://www.volkskrant.nl/archief/pol-marchal-zou-naam-dochter-lambrecks-misbruiken-voor-nieuwe-stichting-weer-ruzie-tussen-vaders-an-en-eefje~a444292/ Pol Marchal zou naam dochter Lambrecks misbruiken voor nieuwe stichting. Weer ruzie tussen vanders An en Eefje] de Volkskrant, 22 oktober 1996</ref> An en Eefje werden niet samen begraven (in tegenstelling tot Julie en Mélissa). De rechtbank verbood Marchal tevens om een [[Vereniging zonder winstoogmerk|vzw]] 'An en Eefje' op te richten.<ref name="dv19961022" />
Regel 63:
Het gedwongen vertrek van onderzoeksrechter [[Jean-Marc Connerotte]], vanwege het [[spaghetti-arrest]], leidde in het najaar van 1996 tot commotie. Connerotte had aan een benefietavond voor de ouders van vermiste kinderen deelgenomen en er een bord spaghetti gegeten en een vulpen gekregen. Dit was een overtreding van de onpartijdigheid die zijn functie vereiste en hij werd van de zaak gehaald. Het grote publiek wantrouwde politie en overheid, en toonde dat met een grote protestdemonstratie in Brussel, de zogeheten [[Witte Mars]]. Connerottes opvolger [[Jacques Langlois]] bleek een beginner; het onderzoek-Dutroux was zijn eerste zaak. Anders dan procureur [[Michel Bourlet]] geloofde hij niet dat Dutroux en medeverdachte Michel Nihoul betrokken waren bij een prostitutienetwerk. Het kostte Langlois bijna acht jaar om de zaak rond te krijgen: een record in de Belgische rechtsgeschiedenis.
 
De verklaringen van getuige X1 (Regina Louf)<ref>De X dossiers - Wat België niet mocht weten over de zaak-Dutroux, Annemie Bulté, Douglas De Coninck & Marie-Jeanne Van Heeswyck, Antwerpen, Houtekiet, 1999. {{ISBN |9052405360}}</ref> over een geheim [[Sociaal netwerk|netwerk]] waarin kinderen werden misbruikt en vermoord en waarvan Dutroux en Nihoul deel zouden uitmaken, werden onderzocht, maar er werden volgens het parket geen aanwijzingen gevonden dat haar verhaal op waarheid zou berusten. Het gerecht besloot dit spoor noch het spoor naar [[Satanisch ritueel misbruik]] verder te volgen.
 
Marc Dutroux wist op [[23 april]] [[1998]] kortstondig te ontsnappen. Dit kostte het ontslag van twee ministers ([[Ministerie van Binnenlandse Zaken|minister van Binnenlandse Zaken]] [[Johan Vande Lanotte]] en [[Federale Overheidsdienst Justitie|minister van Justitie]] [[Stefaan De Clerck]]) en van luitenant-generaal [[Willy Deridder]], commandant van de [[rijkswacht]]. De boswachter die Dutroux ving, [[Stéphane Michaux]], werd later ontvangen door de koning.
Regel 83:
== Nasleep ==
[[Bestand:Site du maison de Marc Dutroux - Rue Daubresse 63, Jumet.jpg|thumb|Op de plaats waar de woning van Dutroux stond, staat nu een klein monument. De woning zelf werd gesloopt.]]
 
=== Parlementaire onderzoekscommissie ===
In de nasleep van het onderzoek werd een parlementaire onderzoekscommissie-Dutroux opgericht onder leiding van [[Marc Verwilghen]].
 
Het rapport werd in april 1997 aangeboden. Behalve een analyse van de werking van de politie, beval de commissie aan de Gerechtelijke Politie bij de Parketten (GPP), de gemeentepolitie en de rijkswacht samen te voegen in één geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. De regering verwierp de suggestie en kwam in oktober 1997 met een eigen plan, waarbij ze niet koos voor een eenheidspolitie maar voor een politiestructuur met twee politiediensten. In het besluit kwam ook procureur des Konings [[Benoît Dejemeppe]] onder vuur, wiens ontslag werd gevraagd.<ref>De Standaard - [http://www.standaard.be/cnt/nfld10102002_001 Commissie Dutroux en Dejemeppe]</ref>
Regel 159 ⟶ 160:
 
==Bibliografie==
* [[Michel Bouffioux]], ''Ce n'est pas terminé!'', uitgeverij Luc Pire, 1995, {{ISBN |9782930088907}}, 343p.
** Door Hilde Heppe vertaald onder de titel ''Het is niet gedaan! Een gevecht voor Julie en Mélissa'', uitgeverij EPO, 1998, {{ISBN |9789064450938}}
* [[Wim Winckelmans]], ''De Commissie-Dutroux. Het rapport (met commentaar)'', 1997, {{ISBN |9789056171223}}
* [[Hans Knoop]], ''De zaak Marc Dutroux'', 1998, {{ISBN |9055015857}}
* [[Annemie Bulté]], [[Douglas De Coninck]] en [[Marie-Jeanne Van Heeswyck]], ''De X dossiers - Wat België niet mocht weten over de zaak-Dutroux'', 1999, {{ISBN |9052405360}}
* Victor Dutroux, ''Mijn zoon Marc Dutroux'', 2003, {{ISBN |9789002214059}}
* Michel Bouffioux, Marie-Jeanne Van Heeswyck, ''Dutroux et consorts - La face cachée de l'enquête'', uitgeverij Michel Lafon, 1 maart 2004, {{ISBN |2-7499-0131-6}} EAN 9782749901312, 350p.
* [[Sabine Dardenne]] (voorlaatste slachtoffer van Dutroux), ''Ik was twaalf en ik fietste naar school'', 2005, {{ISBN |9049999719}}
 
{{Appendix}}