Eli Asser: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Privéleven: voor een encyclopedie te ongedefinieerd en daarmee te vaag
→‎Privéleven: al duidelijk
Regel 26:
Asser groeide op in de [[Joden Houttuinen]]. Hij ging op voorspraak van een onderwijzer naar het [[Barlaeus Gymnasium]], wat ongebruikelijk was voor een kind uit een arm gezin. Hij was lid van het literaire genootschap van de school, net als onder meer de latere schrijver [[Willem Frederik Hermans]]. Tijdens zijn middelbareschooltijd ontmoette hij bij de zionistische jeugdvereniging zijn latere echtgenote Eva (Eefje) Croiset (1923-2002), een dochter van de acteur [[Hijman Croiset]]. Nadat hij in 1941 cum laude voor zijn eindexamen was geslaagd, wilde hij rechten studeren, maar de toegang tot de universiteit werd hem, Jood zijnde, inmiddels al ontzegd. Hij kreeg een baantje op de postkamer van de Amsterdamse [[Joodse Raad voor Amsterdam|Joodse Raad]]. Asser daarover: "Ik zat in het souterrain en op de bovenste verdieping zaten de heren [[David Cohen|Cohen]] en [[Abraham Asscher (1880-1950)|Asscher]] van het almachtige bestuur. Ik moest de post sorteren en die naar vijfhoog brengen via de trap. Ik liep me suf."<ref name="VN">[https://www.vn.nl/eli-asser-het-interview-met-vrij-nederland/ 'Eli Asser (1922-2019): ‘Ik voel een grote gêne over het feit dat ik een goed leven heb geleid’'], ''Vrij Nederland'', 4 oktober 2015</ref> Later kreeg hij spijt dat hij voor de Joodsche Raad gewerkt had,<ref name=":0">{{Citeer web|url=https://www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten/sprekende_beelden/getuigenverhalen/30/ze-zouden-een-krankzinnigengesticht-toch-niet-naar-polen-verplaatsen%3F|titel=Ze zouden een krankzinnigengesticht toch niet naar Polen verplaatsen?|bezochtdatum=2019-12-29|werk=www.4en5mei.nl|taal=nl}}</ref> die immers doorgeefluik werd van de anti-Joodse maatregelen van de nazi's.
 
Half april 1942 kreeg Asser een oproep om geïnterneerd te worden in een van de Nederlandse werkkampen. Aan deze ''Arbeitseinsatz'' wist hij te ontsnappen door legaal te gaan werken als leerling-verpleger in de Joodse psychiatrische inrichting [[Het Apeldoornsche Bosch]],<ref name=":0" /> waar alle niet-Joodse medewerkers op last van de Duitse bezetter ontslagen waren. Enkele maanden later kreeg ook zijn vriendin Eefje er een baan, als schoonmaakster. Op 20 januari 1943, op de avond vóór patiënten en personeelsleden door de bezetter werden gedeporteerd, vluchtte Asser samen met Eefje Croiset terug naar Amsterdam. Beiden zaten de rest van de oorlog op verschillende plekken ondergedoken.<ref name="VN"/><ref>[http://www.4en5mei.nl/herdenken-en-vieren/oorlogsmonumenten/sprekende_beelden/getuigenverhalen/30 Getuigenverhaal bij oorlogsmonument] op 4en5mei.nl</ref>
 
Asser en zijn partner overleefden de Holocaust. Zijn ouders, zijn zus Rebecca, zijn halfbroer en de eerste vrouw van zijn vader kwamen in de [[Tweede Wereldoorlog]] om in de [[vernietigingskamp]]en.