Onmiddellijke aanhouding: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
De '''onmiddellijke aanhouding''' is in [[België]] de [[aanhouding]], bevolen door een [[vonnisgerecht]], waarbij een veroordeelde ter zitting in de boeien wordt geslagen en rechtstreeks naar de [[gevangenis]] wordt overgebracht. De onmiddellijke aanhouding kan enkel door de rechter bevolen worden bij een veroordeling tot een [[Gevangenisstraf|hoofdgevangenisstraf]] van drie jaar (in sommige gevallen slechts een jaar) of tot een zwaardere straf, indien er bij de veroordeelde sprake is van vluchtgevaar of recidivegevaar. De onmiddellijke aanhouding wordt geregeld door artikel 33, § 2 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de [[Hechtenis#Voorlopige hechtenis 2|voorlopige hechtenis]].<ref name=":0">{{Citeer web|url=https://www.ejustice.just.fgov.be/eli/wet/1990/07/20/1990099963/justel#Art.33|titel=Artikel 33, § 2 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis|bezochtdatum=29 december 2019|auteur=|achternaam=|voornaam=|datum=14 augustus 1990|uitgever=[[Belgisch Staatsblad]]|taal=}}</ref>
Indien de veroordeelde niet ter zitting aanwezig is ([[verstek (procesrecht)|verstek]] laat gaan) wordt hij opgespoord en geseind. Zodra hij wordt aangetroffen, wordt hij van zijn vrijheid beroofd en overgebracht naar de dichtstbijgelegen strafinrichting.<ref>{{Citeer web|url=https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1993020232&table_name=wet|titel=Omzendbrief van 2 februari 1993 met betrekking tot de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt|bezochtdatum=29 december 2019|auteur=|achternaam=|voornaam=|datum=20 maart 1993|werk=5.2.6. Politie der gevangenen en bescherming van de overbrenging (art. 23)|uitgever=[[Belgisch Staatsblad]]|taal=}}</ref>
| |||