Jacob van Lennep: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Studietijd: Athenaeum te Amsterdam
Regel 26:
=== Schooljaren (1807-1819) ===
op zijn vijfde werd hij op een Franse jongensschool aan de Amsterdamse Keizersgracht geplaatst. De schooldagen duurden van negen tot zeven en het curriculum bestond uit vaderlandse en algemene geschiedenis, aardrijkskunde, de indeling van het dierenrijk en Frans. in de zomermaanden miste hij de lessen omdat zijn familie hem meenam naar Het Manpad, maar later liep hij de achterstand in en in de lente had hij een voorsprong op zijn medeleerlingen. Toen hij vijf was, nam David Jacob hem mee naar een opvoering van de [[Gijsbreght van Amstel]] van [[Joost van den Vondel]] in de de [[Schouwburg van Van Campen|Stadsschouwburg]] dat een grote indruk op hem maakte.<ref>Mathijsen (2018), 51-53</ref>
 
Zijn historische belangstelling werd van jongsaf gestimuleerd: zowel zijn vader als zijn grootvader zetten zich in voor de conservering van monumenten.<ref>Mathijsen (2018), 55</ref> Van Lennep herinnerde zich later dat zijn vader op Het Manpad een stoet van vrienden ontving, patriottische staatslieden met wie hij over politiek en kunst debatteerde.<ref>Mathijsen (2018), 59</ref> De muren van de eetzaal waren met arcadische behangschilderingen versierd die de verbeelding van de jongen gaande maakten. Een van de tafereel betrof de ontvoering van Proserpina door Pluto, die haar meevoert naar de onderwereld, dat volgens biograaf Mathijsen de oorsprong kan zijn voor het in Van Lenneps literaire werk terugkerende motief van het mooie meisje dat buiten haar eigen toedoen in een boosaardig milieu terechtkomt<ref>Mathijsen (2018), 67-69</ref>
 
In september 1815 werd de dertienjarige Van Lennep ingeschreven aan de Amsterdamse Latijnse school. Hier duurde een schooldag van negen tot twaalf en van twee tot vier, en leerde hij Grieks en Latijn, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en klassieke fabels. Zijn literaire belezenheid moet hij buiten de lesuren hebben opgedaan, want er werd geen Nederlands, Frans, Duits of Engels gegeven. In deze jaren maakte hij zijn - veelal in manuscript bewaard gebleven - jeugdwerken, waaronder gedichten, pogingen tot toneel en een (onvoltooide) vertaling van [[Hamlet]] van [[William Shakespeare|Shakespeare]]. Een sterke historisch gerichte belangstelling blijkt uit dit werk.<ref>Mathijsen (2018), 71-74</ref>
In oktober 1816, Van Lennep is dan veertien, overlijdt zijn moeder.<ref>Mathijsen (2018), 78-79</ref> Zijn vader hertrouwt op 28 april 1819 met de vijftien jaar jongere Anna Catherina van de Poll, die wel uit de hoogste kringen komt, maar niet uit een familie waar literatuur hoog wordt aangeslagen.<ref>Mathijsen (2018), 86</ref> De huwelijksreis naar de Zuidelijke Nederlanden brengt Van Lennep in Antwerpen en Gent, waar het historische Begijnhof een diepe indruk op hem maakt.<ref>Mathijsen (2018), 89-90</ref>