Mark IV (tank): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
toevoeging
toevoeging
Regel 36:
==Operationele Geschiedenis==
 
De meeste van de zes compagnieën die in de zomer van 1916 waren opgericht, hadden al maanden zelfs geen tank meer ''gezien'', maar vanaf mei werden ze overspoeld met een vloed aan nieuwe voertuigen. Weliswaar zou - ondanks het inzetten van de vier extra bedrijven - de gemiddelde productie nauwelijks boven de piekproductie van 1916 uitkomen, maar de constante toestroom van zo'n dertig per week maakte al snel dat ze alle hun organieke sterkte van 25 bereikten. Daarna liet men eerst iedere compagnie uitgroeien tot een bataljon met een sterkte van 4836 tanks. Toen ook die rangen gevuld waren, ging men over tot het oprichten van nieuwe bataljons. Die werden per drie gebundeld in brigades. Voor zo'n aanzienlijke formatie was het ''Heavy Branch'' toch nog niet gewichtig genoeg en het tankwapen viel dan ook op 28 juli 1917 de eer te beurt bij Koninklijk Besluit (''Royal Warrant'') gepromoveerd te worden tot een heus ''Tank Corps'', onafhankelijk van de infanterie, cavalerie of artillerie.
 
Nu was er eindelijk een tankkorps - wat zou men er mee gaan doen? De meningen waren verdeeld. Fuller wilde alle tanks concentreren voor een enkele onverwachte doorbraak. Haig voelde daar niets voor. Om te beginnen droeg dit het risico in zich dat een mislukking het moreel van het hele leger zou breken, iets wat het Franse in april was overkomen, zodat zijn Franse tegenhanger [[Philippe Pétain]] nu met de grootste moeite zijn troepen hun zelfvertrouwen moest laten terugwinnen. Maar het Britse leger zou met zo'n doorbraak ook niets kunnen beginnen: er waren simpelweg geen snelle tanks of gemotoriseerde infanterie-eenheden voorhanden om hem uit te buiten. Fuller moest dit toegeven en begon hierop plannen te maken voor de oprichting van een strategische gemechaniseerde strijdmacht met uitgewerkte bijpassende tactiek. Later zou dit het Plan 1919 worden. Ondertussen beval Haig het tankorpstankkorps zich voor te bereiden voor de ondersteuning van de normale infanterielegers bij hun komende grote zomeroffensief dat het vertrouwen in de oorlogsinspanning van de [[Entente]] moest herstellen.
 
===[[Eerste Wereldoorlog - Derde Slag om Ieper|Derde Slag om Ieper]]===
 
In het voorjaar van 1917 hadden de Duitsers zich teruggetrokken op de [[Hindenburglinie]]: een in alle rust achter de frontlijn uitgebouwde stellinggordel van grote diepte. Haig begreep dat een aanval op deze versterkingen zinloos was. Maar de linie hield op bij de polders van [[Vlaanderen]] omdat de Duitsers de grond daar te drassig achtten voor de aanleg van enorme loopgraafsystemen. Ze "beperkten" zich dus tot de bouw van betonnen kazematten, die de Britten echter al evenmin uitzicht op succes hadden geboden, ware het niet dat ze nu beschikten over een afdoende remedie: tanks.
 
Op 31 juli rukten A,B,C,D,F en G-Bataljon, samen 216 tanks sterk, voor de infanteriemassa's uit om de Duitse forticaties voorgoed het zwijgen op te leggen. Het was de grootste concentratie van tanks tot dan toe. Zware artilleriebombardementen hadden samen met zware regenval de frontlijn veranderd in één grote moddervlakte, waar beken en riviertjes nu vrijelijk doorheen meanderden. De legende wil dat de tanks jammerlijk in de modder wegzonken en zo machteloos waren de Britse soldaat te ondersteunen. In het echt waren de tanks verrassend goed in staat zich weer los te werken - al moesten ze daarvoor hun ''unditching beam'' soms blijvend laten ronddraaien. Het echte probleem was dat de motoren steeds afsloegen (de romp van de Mark IV was geenszins waterdicht) en dat het onmogelijk bleek zich te oriënteren. Er waren wel kaarten uitgedeeld, maar die hadden geen enkele relatie meer met de werkelijkheid. Dorpjes waren alleen nog herkenbaar aan de rode modder op de plaats waar ze ooit gelegen hadden en stroompjes hadden hun loop gewijzigd. Al snel ontbrak iedere coördinatie met de infanterie. Tanks dwaalden doelloos rond totdat ze door de vijandelijke artillerie getroffen werden. Terwijl er dus op de eerste dag weinig concreets bereikt werd, daalde de inzetbaarheid zo snel dat tanks in de bijna drie maanden die de slag zich nog zou voortslepen, geen rol van betekenis meer konden spelen.