Paleosiberische talen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikix~nlwiki (overleg | bijdragen)
cat
Kiro Vermaas (overleg | bijdragen)
Herschreven.
Regel 1:
De '''Paleosiberische talen''' (van het Griekse ''palaios'', ‘’oeroud’’) zijn een groep van talen die gesproken worden door nog ongeveer 15000 mensen op afgelegen plaatsen in [[Siberië]]. Zij lijken niet op elkaar en ze zijn niet verwant, maar vormen toch een eigen groep. Ze stammen namelijk af van talen die waarschijnlijk in heel Siberië werden gesproken lang voordat de meer dominante talen naar het gebied kwamen, zoals de [[Toengoezische talen|Toengoezische]]- en [[Turkse talen]] en natuurlijk het [[Russisch]].
Met '''Paleosiberische talen''' (ook 'Paleoaziatisch' of 'Hyperboreïsch') wordt een restgroep van enkele kleine (bedreigde) [[Taalfamilie|taalfamilies]] en [[Isolaat (taalkunde)|isolaten]] bedoeld die niet onderling verwant zijn en ook niet verwant zijn aan andere (prominentere) taalfamilies in [[Siberië]], namelijk de [[Indo-Europese talen|Indo-Europese]] ([[Russisch]]), de [[Altaïsche talen|Altaïsche]] ([[Toengoezische talen|Toengoezische]] en [[Turkse talen]]) en [[Oegrische talen|Oegrische]]. De benaming is slechts een [[Aardrijkskunde|geografische]] verzamelnaam en verwijst niet naar [[Genetica|genetische]], [[Historische taalkunde|taalhistorische]] of [[Taaltypologie|taaltypologische]] verwantschap. In principe worden de volgende talen tot de Paleosiberische groep gerekend: [[Tsjoektsjisch|Chukchi]], [[Korjaken|Koryak]], Kamchadal ([[Itelmenen|Itelmen]]) (die gedrieën de [[Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse talen|Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse taalfamilie]] vormen), [[Joekagieren|Yukagir]], [[Ket (taal)|Ket]] en [[Nivch (taal)|Nivkh]] (Gilyak). Ze worden alle gesproken in noordoostelijk Siberië. Naast de Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse taalfamilie rekenen taalkundigen soms ook de [[Inuittalen|Inuït-Aleut]]-groep tot de Paleosiberische talen. Tot slot valt soms ook het [[Aino (taal)|Ainu]] onder de noemer.
 
Vermoedelijk behoorden de Paleosiberische talen ooit tot grotere taalgroepen, die langzaam zijn verdreven door de drie voornoemde taalfamilies die pas later opgang maakten in Siberië. Zo is van het Ket bekend dat het verwant is aan Arih, Assan en Kott, die in de vroege [[19e eeuw]] uitstierven. Dit is bekend door woordenlijsten die door Russische [[Pionier|pioniers]] zijn opgesteld sinds de [[18e eeuw]].
Deze Paleosiberische groep omvat de volgende families en [[isolaat (taalkunde)|isolaten]]:
 
== Algemene kenmerken ==
*De [[Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse talen]]
De Paleosiberische talen hebben [[Agglutinatie (taalkunde)|agglutinatie]], en veel hebben een [[Ergatief-absolutieve taal|ergatief]] naamvalsysteem. De meeste kennen geen grammaticaal geslacht, maar een paar maken wel onderscheid op basis van persoon–niet-persoon.
*De [[Joekagierse talen]]
*Het [[Nivch (taal)|Nivch]]
*Het [[Aino (taal)|Ainu]] (wordt niet altijd meegerekend)
*De [[Jenisejische talen]] (alleen het [[Ket (taal)|Ket]] wordt nog door een paar honderd mensen gesproken, de rest is uitgestorven)
 
== Bestudering en bronnen ==
Van het Ket is in 2008 aangetoond dat het verwant is aan de [[Na-Dené]]-familie.
De vroegste vermeldingen van Paleosiberische volkeren stammen uit de [[17e eeuw]], toen Russische pioniers [[Oost-Siberië]] verkenden. Een van de eerste personen die onderzoek deden naar Paleosiberische talen was [[V.N. Tatisjtjsev]] (of 'Tatiščev'). Hij stelde woordenlijsten op en gaf die mee aan leden van de eerste [[Kamtsjatka (schiereiland)|Kamchatka]]-expeditie in [[1737]]. Daardoor groeide de belangstelling voor de Paleosiberische talen gestaag. Woordenboeken verschenen in de 18e eeuw. Vanaf het midden van de 19e eeuw nam [[Taalkunde|taalkundig]] onderzoek in Oost-Siberië sterk toe. In die periode schoof de onderzoeker Schrenk de [[hypothese]] naar voren dat de Paleosiberische volkeren de oorspronkelijke bewoners van Siberië waren, die in de loop der eeuwen zouden zijn verdreven of geassimileerd door Indo-Europese, Altaïsche en Oeralische groepen, zodat ze nu alleen nog voorkwamen in noordoostelijk Siberië. Daarom gebruikte hij als eerste de benaming Paleoaziatisch, van het Griekse ''palaios'', 'oud'. Taalkundig onderzoek met een [[Etnografie|etnografische]] inslag kwam pas op gang aan het einde van de 19e eeuw. Onder andere de comparatieve grammatica's uit deze periode zouden de basis vormen voor het [[20e eeuw|twintigste-eeuwse]] (Russische) onderzoek.
Sommigen gaan ervan uit dat ook andere Paleosiberische talen gelinkt kunnen worden aan deze familie of misschien aan de [[Eskimo-Aleoetische talen]].
 
== Zie ookOverzicht ==
[[Bestand:Chukotko-Kamchatkan_map_XVII-XX.png|koppeling=https://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Chukotko-Kamchatkan_map_XVII-XX.png|miniatuur|Spreidingsgebied van de Chukotko-Kamchatkische taalfamilie in rood. Effen: huidige spreidingsgebied. Effen + gearceerd: geschatte spreidingsgebied in de 17e eeuw.]]
*[[Euraziatische talen]]
 
* Tsjoektsjo-Kamtsjadaalse (Chukotko-Kamchatkische) taalfamilie:
** Zuidelijke tak:
*** Kamchadal (Itelmen)
** Noordelijke tak:
*** Chukchi
*** Koryak
*** Alyutor
*** Kerek
* Yukagir (verwant met de Oeralische talen volgens een omstreden hypothese)
* [[Jenisejische talen]] (vermoedelijk verwant aan de Noord-Amerikaanse [[Na-Denétalen]]):
** Ket
** Arih †
** Assan †
** Kott †
* Nivkh
* Inuït-Aleutische taalfamilie (categorisering redelijk aanvaard)
* Ainu (categorisering omstreden)
* [[Koreaans]] (categorisering erg omstreden)
 
== Bronnen ==
 
* Abondolo, D. (red.). ''The Uralic Languages''. London: Routledge, 2006 (1998).
* Campbell, L. & Mauricio J. Mixco. ''A Glossary of Historical Linguistics''. Edinburgh: Edinburgh University Press, 2007.
* Grenoble, L.A. ''Language Policy in the Soviet Union''. New York: Kluwer Academic Publishers, 2003.
* Worth, Dean. 'Paleosiberian.' In: ''Soviet and East European Linguistics''. Red. T.A. Sebeok. Den Haag: Mouton, 1980 (1963), blz. 345-373.
 
[[Categorie:Siberië]]