Schaapstede: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+infobox
EcrituresBot (overleg | bijdragen)
k +infobox plantage
Regel 1:
{{infobox plantage}}
 
{{infobox plantage}}
'''Schaapstede''' was een [[koffieplantage]] aan de [[Commewijne (rivier)|Commewijnerivier]] in het district [[Commewijne (district)|Commewijne]] in [[Suriname]]. Zij lag aan de rechteroever, stroomafwaarts naast plantage ''[[De Goede Vriendschap]]'' en stroomopwaarts naast plantage [[Rijnberk (plantage)|''Rijnberk'']]. Deze drie plantages zijn ontstaan door verkaveling van twee plantages van 500 akkers in drie stukken.
 
== Geschiedenis ==
De koffieplantage van 263 akkers werd omstreeks 1745 aangelegd door de zoon van de 1714 naar Suriname geëmigreerde Duitse timmerman Caspar Schäfer die zijn achternaam verhollandste tot ''Schaap''. In het [[Surinaams]] heette de plantage ''Skapoe''. Toen Johann Heinrich Schäfer (Jan Hendrik Schaap) in 1764 overleed liet hij een miljoenenerfenis na. In zijn testament werden onder meer genoemd de plantages ''[[La Liberté (plantage)|La Liberté]]'', ''[[Schaap (plantage)|Schaap]]'', ''[[Karmelk]]'', ''De Goede Vriendschap'', ''[[De Guineesche Vriendschap]]'', ''Schaapstede'' en nog andere plantages waarvan het merendeel meer dan tweehonderd slaven telde. De erfenis leidde vanwege de grote waarde nog jarenlang tot processen. In 1824 werd de plantage verkocht aan Relotius.
 
In 1833 was A.E. Salomons de eigenaar. De plantage werd daarna door de bank Insinger gekocht. In 1863 (net voor de [[Slavernij#Wettelijke afschaffing van de slavernij|emancipatie]]) droeg deze het bezit over aan John Holliday.
 
In 1875 werd een overeenkomst gesloten tussen de N.V. Cultuurmaatschappij (eigenaar van de plantages ''[[Anna Catharina]]'', ''[[Kroonenburg]]'' en ''[[Wederzorg]]'' en onderdeel van Insinger) enerzijds en J.A.E. Sander en H. Berckhoff anderzijds over het beheer van de plantages ''Wederzorg'', ''Anna Catharina'' en ''Kroonenburg'' met de daaraan toegevoegde gronden ''Rijnberk'' en ''Schaapstede''.