Emiel Van Thielen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
In Duitsland nam Van Thielen de schuilnaam Max Günther aan. Hij zou gesympathiseerd hebben met het [[communisme]], wat hem in elk geval niet verhinderde in 1933 toe te treden tot de [[NSDAP]]. Inmiddels tot Duitser [[Naturalisatie|genaturaliseerd]], kwam hij onder het nazibewind in dienst van de Kriminalpolizei in [[Hamburg]]. In 1937/38 stapte hij over naar de lokale [[Gestapo|Staatspolizei]], waar hij zich bezighield met het opsporen van communisten. Voor een onderzoek naar de sabotageacties van de [[Wollweberorganisatie]] ging hij undercover in Rotterdam en Antwerpen wonen.
 
Onder de [[België in de Tweede Wereldoorlog|Duitse bezetting van België]] zette Van Thielen deze missie aanvankelijk verder en alerteerde hij Hamburg op communistische sabotage. In antwoord hierop werd het ''Sonderkommano Kraus'' gevormd, officieel op 25 september 1940, met Van Thielen als lid. Vermoedelijk tegen het jaareinde werd hij gehecht aan de [[Sicherheitspolizei und SD|Sipo-SD]]. Hij was rechtstreeks afgevaardigd door het Berlijnse [[Reichssicherheitshauptamt]] en kwam dus niet voor op het organigram van de [[Gestapo]] in België. Op zijn bureau in Antwerpen genoot hij de bescherming van de Brusselse Gestapochef [[Franz Straub]]. Als [[Vertrouwensman (Tweede Wereldoorlog)|Haupt-V-Mann]] voor België en Noord-Frankrijk stond Van Thielen aan het hoofd van een legertje [[infiltrant]]en ''(V-Leute)''. Op basis van zijn informatie werden klopjachten en razzia's gehouden in het hele land, in het bijzonder tegen communisten. In juni 1941 was hij de spilfiguur in de anticommunistische [[Operatie Sonnenwende (België)|Operatie Sonnenwende]], die tot een 300 arrestaties leidde. Hij was zelf aanwezig bij de ondervragingen onder tortuur in het [[Fort van Breendonk]], waar hij een sinistere reputatie had. Sommige gevangenen lieten het leven bij de mishandelingen door Van Thielen, die hij vaak uitvoerde in het gezelschap van zijn stadsgenoot Armand Tilman.
 
In juni 1941 was hij de spilfiguur in de anticommunistische [[Operatie Sonnenwende (België)|Operatie Sonnenwende]], die tot een 300 arrestaties leidde. Hij was zelf aanwezig bij de ondervragingen onder tortuur in het [[Fort van Breendonk]], waar hij een sinistere reputatie had. Sommige gevangenen lieten het leven bij de mishandelingen door Van Thielen, die hij vaak uitvoerde in het gezelschap van zijn stadsgenoot Armand Tilman. In januari 1942 richtte Van Thielen een ''Ermittelungsdienst'' op om informatie te vergaren over verdachten en sollicitanten. Op grond van zijn informatie over het communistische verzet volgden arrestatiegolven in Antwerpen, Mechelen, Brussel, Charleroi en Leuven (voorjaar 1944). Op het einde van de oorlog hield hij zich bezig met represailles door de [[Zwarte Brigade]] van het VNV in Limburg, waarbij 80 partizanen werden opgepakt.

Vlak voor de [[Bevrijding van de Duitse bezetting in België (Tweede Wereldoorlog)|Bevrijding]] verliet hij het land via [[Schinveld]]. Hij zou zijn teruggekeerd naar Hamburg. Na de finale overwinning van de geallieerden speurde het Belgische gerecht naar hem tot in Denemarken, doch vergeefs. Uiteindelijk gaf de Krijgsraad van Antwerpen hem op 9 juli 1949 de [[doodstraf]] bij [[Verstek (procesrecht)|verstek]].<ref>De straf was uitgesproken voor inbreuken op de artikelen 118''bis'', 393, 398, 399, 400 van het [[Strafwetboek (België)|Strafwetboek]] en ging vergezeld van een levenslang verval van rechten overeenkomstig artikel 123''sexies'' Sw.</ref> Tenzij Van Thielens lijk anoniem tussen de puinen van het [[Derde Rijk]] lag, moet hij ergens onder een andere naam hebben voortgeleefd.
 
== Vermelding in het proces tegen de Sipo-SD ==