Genetica: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 202:
 
=== Modelorganismen ===
Hoewel genetici erfelijkheid oorspronkelijk in zeer veel soorten organismen bestudeerden, bleken praktischin de praktijk een aantal soorten geschikter voor onderzoek dan andere. Omdat ze beter bestudeerd zijn, is over deze [[modelorganisme]]n meer bekend, zodat ze ook geschikter zijn als onderwerp van verdere studie. De huidige genetische wetenschap is daarom grotendeels gebaseerd op een klein aantal modelorganismen. Met name in de studie van [[genregulatie]] en de invloed van erfelijkheid op [[kanker]] en [[ontwikkeling (fysiek)|lichamelijke ontwikkeling]] worden vaak modelorganismen gebruikt.
 
Modelorganismen zijn vaak uitgekozen omdat ze specifieke eigenschappen hebben die het bestuderen van de erfelijkheid gemakkelijk maken, zoals een korte [[levenscyclus]] en snel opeenvolgende generaties. In sommige gevallen is een bepaald organisme uitgekozen omdat het een overeenkomstige eigenschap heeft met de mens. Een voorbeeld is de [[huiscavia|huiscavia (''Cavia porcellus'')]], die net als de mens van zichzelf geen [[Ascorbinezuur|vitamine C]] aanmaakt. In andere gevallen is een organisme interessant omdat het eenzelfde gen heeft als de mens, een zogenaamd [[homologie (genetica)|ortholoog]] gen. De [[bananenvlieg|fruitvlieg ''Drosophila melanogaster'']] was een van de eerste modelorganismen, omdat deze vlieg relatief makkelijk te houden is en vanwege de snelle opeenvolging van generaties. Een plant die vaak gebruikt is in genetisch onderzoek is de [[zandraket|zandraket (''Arabidopsis thaliana'')]]. Bij de [[schimmels]] is [[Saccharomyces cerevisiae|bakkersgist (''Saccharomyces cerevisiae'')]] een modelorganisme. De bacterie ''[[Escherichia coli]]'' wordt veel gebruikt om erfelijkheid onder bacteriën te onderzoeken.