Magnoliidae: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 15:
Het [[Cronquist-systeem]] (1981) gebruikt deze naam voor een van de zes hoofdgroepen in de [[tweezaadlobbigen]] (maar zie hieronder). Cronquist gebruikt de volgende beschrijving:
:Planten gewoonlijk vrij archaïsch, de [[Bloem (plant)|bloemen]] gewoonlijk met vrije vruchtbladen, altijd met losse bloemdelen of apetaal (zonder bloemdelen) en gewoonlijk met een duidelijk bloemdek (periant), gewoonlijk met veel (soms band- of lintvormige) [[meeldraad|meeldraden]] in centripetale volgorde geïnitieerd, [[stuifmeel|pollenkorrels]] gewoonlijk 2-kernig en vaak met één opening (uniaperturaat) of hiervan afgeleid, [[vruchtbeginsel|zaadknoppen]] met twee integumenten (bitegmisch) en met een meer dan één cellaag dikke nucellus (crassinucellair), [[zaad (planten)|zaden]] met een zeer klein embryo en veel endosperm, soms met groter embryo en weinig of geen endosperm; zaadlobben (cotyledonen) soms meer dan twee, planten stapelen vaak benzylisoquinoline of
De 22ste druk van ''Heukels' Flora van Nederland'', 1996, volgt ook Cronquist, maar in een licht aangepaste versie, waarbij bijna alles een rang terugezet wordt. De naam ''Magnoliidae'' wordt daar gebruikt voor de tweezaadlobbigen. De onderklassen zijn superorden geworden: de ''Magnoliidae'' worden daarmee ''Magnoliiflorae''. De 22e druk van de ''Heukels'' geeft de volgende onderverdeling.
|