Waarneming (perceptie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k |{{Largethumb}}| is redundant, gebruik voortaan |thumb|
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
[[Bestand:Facevase.png|thumb|[[Vaas van Rubin]]]]
'''Waarneming''', ook welof '''perceptie'' genoemd,' is het proces van het verwerven, registreren, interpreteren, selecteren en ordenen van [[zintuiglijke indrukken|zintuiglijke informatie]].<ref name="Reber">{{aut|Arthur S. Reber|Reber, A.S.}} (1993).: ''Woordenboek van de psychologie'' (3de druk). Amsterdam:Uitgeverij, Bert Bakker. </ref><ref name="Pinkhof12">{{aut|Jannes van Everdingen|Everdingen, J.J.E. van,}}; &{{aut|Arnoud van den Eerenbeemt|Eerenbeemt, A.M.M. van den}} (2012).: ''Pinkhof Geneeskundig woordenboek'' (12de uitgave). Houten:, Bohn Stafleu Van Loghum/Springer Media.</ref><ref name="Essen2">{{aut|Essen, J. van}} (1953).: ''Beschrijvend en verklarend woordenboek der psychologie'' (2de druk). Haarlem:, De Erven F. Bohn. N.V.</ref><ref name="PrismaPsychologie">{{aut|Korina van Petersen|Petersen, K. van,}}; &{{aut|Ad Bergsma|Bergsma, A.D.}} (1992).: ''Prisma van de psychologie. Ruim 2000 begrippen van A tot Z''. Utrecht: Uitgeverij, Het Spectrum B.V.</ref><ref name="PrismaBrein">{{aut|Ad Bergsma|Bergsma, A.D.}} (1994).: ''Prisma van het brein. 2002 begrippen die te maken hebben met de hersenen en hersenaandoeningen''. Utrecht: Uitgeverij, Het Spectrum B.V.</ref><ref name="Bouma">{{aut|Bouma, H.}} (1976). Perceptieve functies. In J.A. Michon, E.G.J. Eijkman, & L.F.W. de Klerk (Red.),''Handboek der Psychonomie'' (pp. 229-286), Deventer: Van Loghum Slaterus</ref> Enkele belangrijke vormen worden hieronder kort besproken.
 
== Vormen van waarneming ==
Regel 6:
[[zintuiglijke indrukken|Gewaarwording]] van [[stimulus|prikkel]]s geschiedt via verschillende [[zintuig]]en. Het resultaat is [[zien]], [[gehoor|horen]], [[tastzin|voelen]], [[smaak (zintuig)|proeven]] of [[reukzin|ruiken]]. Het eerste contact maken de betreffende prikkels daarbij met de [[zenuwreceptor|receptor]]en in oog, oor, smaak- reukorgaan en dergelijke. Deze zetten [[natuurkunde|fysische]] energie zoals licht, geluid, druk, kou of warmte om in stromen van [[fysiologie|fysiologische]] activiteit. De verschillende zintuigstromen worden daarna door aparte gebieden in de [[hersenen]] verwerkt: de [[sensorisch]]e gebieden of [[projectiegebied]]en. In deze hersengebieden worden vooral de elementaire kenmerken, of details, van prikkels uit de buitenwereld, zoals kleur, vorm, beweging, contouren maar ook klanken, toonhoogte en dergelijke geanalyseerd. Vooral de [[visuele waarneming]] (het zien) is wetenschappelijk goed in kaart gebracht.
 
Waarneming is het actieve proces waarbij wede interpreteren watgewaarwording wewordt gewaarwordengeïnterpreteerd. Om het verschil tussen waarneming en gewaarwording beter te begrijpen, maken we hetwordt onderscheid gemaakt tussen een proximale stimulus (de informatie die via onzede zintuigen in onzede hersenen binnenkomt) en de distale stimulus (het effectieve object). Bij gewaarwording focussenis wede onsfocus enkelalleen op de proximale stimulus. Waarneming is het proces waarbij we op basis van de proximale stimulus de meest waarschijnlijke distale stimulus schattenwordt geschat.
 
=== Hogere waarneming ===
Waarneming is niet alleen een passief kopiëren van indrukken van de zintuigen, maar ook het actief interpreteren van de buitenwereld. Een voorbeeld hiervan zijn [[ambigue figuren]]. Dit zijn figuren die op twee manieren kunnen worden gezien. Een bekend voorbeeld is de [[vaas van Rubin]] waarin men afwisselend twee gezichten of een vaas kan herkennenworden herkend. Uit dit voorbeeld blijkt dat de waarneming ook wordt gestuurd door [[kennis]] van de buitenwereld. Deze hogere, of hogere-ordewaarneming speelt vooral een rol bij het herkennen van complexe objecten of voorwerpen. Het gaat hierbij grofweg om vast te stellen ''wat'' een voorwerp is, of ''waar'' het zich in de ruimte bevindt. Het beeld van een hond zal altijd door onzede hersenen als hond worden herkend, ook al bevindt deze zich op verschillende locaties in de ruimte. Vooral bij het [[Herkenning|herkennen]] of [[Begrip|begrijpen]] van de [[betekenis]] van objecten of gezichten speelt deze hogere (en dus meer ingewikkelde) vorm van waarneming een belangrijke rol. Daarbij werken gebieden in de hersenen die betrokken zijn bij het opslaan en bewaren van indrukken (het [[geheugen (psychologie)|geheugen]]) nauw samen met de sensorische gebieden. Vooral de [[Temporale kwab|slaapkwab]] blijkt hierbij betrokken te zijn. Een ander voorbeeld van een meer complexe vorm van waarneming is het begrijpen van gesproken of geschreven [[taal]]. Bij bepaald [[hersenletsel]] zijn mensen niet meer in staat objecten of gezichten goed te herkennen, of taal te begrijpen. In de [[neuropsychologie]] spreekt men dan, respectievelijk van een [[agnosie]] en [[afasie]].
 
=== Bewuste en onbewuste waarneming ===
Waarneming hoeft niet altijd gepaard te gaan met een bewuste beleving. Somsbij [[impliciete waarneming]] worden objecten waargenomen of geluiden gehoord (dat wil zeggen dringen zij tot de hersenen door) zonder dat men zich daarvan bewust is. DitZo wordt [[impliciete waarneming]] genoemd. Men heeft bijvoorbeeldis ontdekt dat een woord dat heel kort wordt aangeboden (zodat men het niet doorheeft, bijvoorbeeld HOND) de herkenning van een woord dat kort daarop volgt, kan beïnvloeden. Het tweede woord wordt namelijk sneller herkend als het eerste woord qua betekenis verwant is aan het tweede woord (zoals bij POES, in beide gevallen gaat het om huisdieren). Het eerste woord heeft dan als het ware de hersenen al 'klaargezet'., Ditdit verschijnsel wordt ook welis ''[[Priming (geheugen)|priming]] genoemd''. Een ander voorbeeld van onbewuste waarneming is ontleend aan neurologie en heet [[blindzien]]. Blindzien wil zeggen dat, sommigewaarbij patiënten met een beschadiging in hun [[visuele schors]], het visuele projectiegebied in de hersenen) reageren op visuele prikkels die in het blinde deel van hun [[gezichtsveld]] worden aangeboden. Deze patiënten hebben geen besef van de aangeboden prikkels, maar reageren er toch op.
 
=== Sociale perceptie ===
Soms wordt de term perceptie ook gebruikt bij het waarnemen en interpreteren van vormen van gedrag, processen of relatievormen die men in de samenleving kan tegenkomenvoorkomen. Men spreekt dan vanOnder [[sociale perceptie]] of [[interpersoonlijke perceptie]]. Onder sociale perceptie valt een proces als het vormen van een mening over een ander persoon. Deze vorm van perceptie kan worden gekleurd door onzede eigen ervaringen, culturele achtergrond, levensgeschiedenis en persoonlijkheidskenmerken. De mening die wij over anderen hebben kan negatief of positief gekleurd of [[Vooroordeel|bevooroordeeld]] zijn. Soms kan een persoon als te positief worden beoordeeld op grond van zijn uiterlijk. Dit wordt ook wel, het [[halo-effect]] genoemd.
 
== Waarnemingsvraagstukken ==
=== Wat komt eerst in de waarneming? ===
Het lijkt logisch dat de informatiestroom van zintuigen naar de hersenen begint bij de analyse van elementaire kenmerken, en dan geleidelijk overgaat naar verwerking van meer complexe eigenschappen. Een woord kan bijvoorbeeld pas worden herkend als de meer basale kenmerken (zoals letters) eerst zijn verwerkt in de hersenen. Het leesonderwijs aan kleuters is op dit principe gebaseerd. Toch blijkt dit principe niet altijd op te gaan. Een interessant vondst uit de [[Functieleer|experimentele psychologie]] is het [[woordsuperioriteit]]seffect. Als men proefpersonen vraagtwordt gevraagd zo snel mogelijk aan te geven met welke letter een woord begint, dan doen zij dat sneller als het een echt woord betreft (zoals AUTO) dan een nepwoord (AXHO), of zelfs als de letter los voorkomt (A). Kennelijk is het zo dat het brein als heel snel de context van de letter heeft waargenomen. De informatiestroom lijkt in dit geval eerder omgekeerd, van complex naar elementair, te lopen.
 
=== Het bindingprobleem ===
Een nog niet opgelost probleem is hoe en waar in de hersenen waarneming van objecten tot stand komt, het [[bindingsprobleem]]. Hoe zijn de hersenen bijvoorbeeld in staat de elementaire kenmerken van een gezicht of een tafel zoals vorm en kleur samen te voegen tot een geheel? Dit probleem noemt men in de neurobiologie het [[bindingsprobleem]]. Vermoedelijk is het zo dat de kleinere gebiedjes (verzamelingen van zenuwcellen) in de hersenen waar elementaire kenmerken worden geanalyseerd, met elkaar samenwerken. Dit principe heet, [[ensemblecodering]]. Een andere mogelijkheid, die echter minder waarschijnlijk lijkt, is dat de waarneming van het complexe object plaatsvindt in een enkele 'supercel'. Dit laatste wordt ook wel, de [[Representatie (psychologie)|grootmoederceltheorie]] genoemd.
 
=== Waarnemen wat er niet is ===
Ook het omgekeerde kan optreden. Soms nemen mensen iets waar dat er niet is: de prikkel van buitenaf ontbreekt, maar men ziet, hoort of voelt toch iets. Dit kan gebeuren in de vorm van [[hallucinatie]]s, die onder meer voorkomen bij het gebruik van bepaalde [[drugs]] en de ziekte [[schizofrenie]]. Een ander verschijnsel is het [[fantoomledemaat]]. Dit kan optreden na [[amputatie]] van een lichaamsdeel. Men neemt dan toch prikkels, zoals pijn, waar in het ontbrekende lichaamsdeel.
 
=== Waarneming en handeling ===
Regel 31:
 
===Waarnemen als mentale voorstelling===
Mensen zijn in staat zich een [[Mentale beeldvorming|mentale voorstelling]] te vormen van een bepaalde scène, gezicht of omgeving, zonder dat er sprake is van een invloed van buitenaf, of prikkeling van de zintuigen. De waarneming komt dan als het ware van 'binnenuit': een in het geheugen opgeslagen [[representatie (psychologie)|representatie]] van de buitenwereld dan uit het [[geheugen (psychologie)|geheugen]] opgediept.
 
== Zie ook ==
Regel 42:
 
== Bronnen ==
* {{aut|James McClelland|McClelland, andJ.L.}}; {{aut|David Rumelhart|Rumelhart, D.E.}} (19881986).: ''Parallel distributedDistributed processingProcessing. CambridgeExplorations MA:in the Microstructure of Cognition'', MIT Press.
* {{aut|James E. Hoffman|Hoffman, J.E.}} (1996): 'The psychology of perception' in {{aut|Joseph E. LeDoux|LeDoux, J.E.}}; {{aut|William Hirst|Hirst. W.}} (eds.) ''Mind and Brain. Dialogues in Cognitive Neuroscience'', Cambridge University Press
* J.E. Hofman. The psychology of perception. In: Mind and Brain. Dialogues in Cognitive Neuroscience. J.E. LeDoux & W. Hirst (Eds). Cambridge University Press. 1996. {{ISBN|052131853 X}}.
* {{aut|Bouma, H.}} (1976): 'Perceptieve functies.' Handboekin der{{aut|John Psychonomie. Hoofdstuk 8Michon|Michon, VanJ.A.}}; Loghum{{aut|Eg SlaterusEijkman|Eijkman, DeventerE. 1976G.J}}; {{ISBNaut|90Len 6001de 324Klerk|Klerk, 7L.F.W. de}} (red.) ''Handboek der Psychonomie'', Van Loghum Slaterus, p. 229-286
 
{{Appendix}}