Eerste Oostenrijkse Restauratie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 11:
Overeenkomstig zijn verbintenis tegenover de mogendheden herstelde keizer Leopold II op 10 december de oude instellingen. Hij ging zelfs verder en beloofde de loting nooit te zullen invoeren, de Staten en de rechtbanken te raadplegen omtrent belangrijke wetten, de gevolmachtigde minister en de militaire gouverneur onder het gezag van de landvoogden te plaatsen en constitutionele kwesties te laten beslechten door [[Arbitrage (conflict)|arbitrage]].
 
De hoogste gezagsdragers in Brussel waren aanvankelijk gevolmachtigd minister [[Florimond de Mercy-Argenteau]] en militair gouverneur Bender. Voor benoemingen keken ze in de eerste plaats naar royalisten. Op 15 juni 1791 keerden de landvoogden [[Albert Casimir van Saksen-Teschen|Albert Casimir]] en [[Maria Christina van Oostenrijk (1742-1798)|Maria Christina]] uit [[Dresden]] terug naar Brussel. Ze brachten [[Franz Georg von Metternich-Winneburg]] mee als nieuw gevolmachtigd minister.
 
== Franse inval ==