Heide (vegetatie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k wordt aan elkaar geschreven
Regel 36:
== Geschiedenis ==
[[Bestand:heideelspeet.JPG|thumb|Heide bij [[Elspeet]]]]
De heiden ontstonden aan het eind van de [[Middeleeuwen#Het_veranderende_landschap|middeleeuwen]]. De toegenomen bevolking zorgde voor kappen van bossen en overbeweiding door schapen en runderen veranderdenveranderde hele landstreken rond dorpen en steden in (aanvankelijk boomrijke en grazige) heidevelden.
 
Die [[woeste gronden]] tussen de nederzettingen deden dienst als gemeenschapsgoed waar de bewoners hun [[Schaap (dier)|schapen]] overdag lieten grazen, heidemaaisel kwamen halen voor veevoeder en [[Plaggen|heideplaggen]] kwamen steken als strooisel voor in de [[potstal]]len waar de schapen en koeien 's nachts verbleven. De stalmest uit de potstal werd ieder jaar naar de [[es (geografie)|akkers]] gebracht als bemesting. Door die gebruiken werden de voedingsstoffen van de heide verplaatst naar de akkers. De heidegronden waren al schraal en werden door dit landbouwgebruik nog schraler.
 
De nog aanwezige bomen werden gebruikt voor brandhout en verdwenen. En de exploitatie van de heide zorgde er voorervoor dat er zich niet opnieuw een bos kon ontwikkelen.
 
De schrale heidebegroeiing maakte de zandige bodem ook nog eens vatbaarder voor [[Uitspoeling|uitspoeling]] van de vruchtbare elementen door de regen.<ref>Zie [[Podzol]]</ref>
 
Bij overexploitatie verdween zelfs de heide en ontstonden naakte zandgronden waarvan het zand door de wind werd bijeen gewaaid tot stuifduinen. Om zandverstuiving te voorkomen werd geregeld een deel van de gemeentegrond afgesloten en werd het verboden om zavel en zoden te steken, heide te maaien en dieren te weiden op plaatsen waar de vegetatie omzeggens verdwenen was. Om te zandverstuiving naar de akkers te voorkomen werden boomrijen geplant tussen de heide en de akkers die het zand moesten tegen houdentegenhouden en die daar duinen hebben gevormd.
 
Deze vorm van [[landbouw]] met de karakteristieke [[esdorp]]en en [[herdgang]]en bleef tot het einde van de 19e eeuw / begin 20ste eeuw bestaan. In [[1898]] was nog ruim twintig procent van de oppervlakte van Nederland '[[woeste grond]]' en die bestond hoofdzakelijk uit heiden.