Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k herred./lf
Regel 22:
De '''Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State''' (ABRvS), ook wel kortweg '''Afdeling''' genoemd is de hoogste algemene [[bestuursrecht]]er in Nederland. De andere afdeling, de [[Afdeling advisering van de Raad van State]], adviseert over wetgeving.
 
== Achtergrond ==
De Afdeling doet uitspraak over geschillen tussen burgers en overheid en tussen overheden onderling.
De Afdeling doet uitspraak over geschillen tussen burgers en overheid en tussen overheden onderling. Als een belanghebbende het niet eens is met een besluit van een [[bestuursorgaan]] (zoals een gemeente, provincie, waterschap of minister) kan hij of zij in beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Meestal gaat het om onderwerpen op het gebied van het [[milieu]] of de [[ruimtelijke ordening]], waar de belanghebbende zijn belangen geschaad acht.
 
In dit soort procedures is meestal eerst een ontwerpbesluit bekendgemaakt. Een belanghebbende kan in geval van ontwerpbesluiten in beginsel alleen ontvankelijk in beroep bij de Raad van State als hij of zij eerder een [[Zienswijze (bestuursrecht)|zienswijze]] heeft ingediend over het ontwerpbesluit. Het bestuursorgaan gaat bij het definitieve besluit in op de ingediende zienswijzen. Indien de belanghebbende zich nog steeds in zijn belangen aangetast acht, kan hij of zij in beroep tegen de vaststelling van het ontwerpbesluit bij de Afdeling. Ook kan een burger een geschil hebben over andere beslissingen of maatregelen van een overheid, zoals bouwzaken, subsidies, kapvergunningen of [[Vreemdelingenbeleid|vreemdelingenzaken]]. Dan moet een burger eerst in beroep gaan bij een [[rechtbank]]. Nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan kunnen zowel de burger als het overheidsorgaan in hoger beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling doet ook uitspraak over een aantal bijzondere wetten van publiekrecht, waaronder de [[Kieswet (Nederland)|Kieswet]] en een aantal onderwijswetten.
Als een belanghebbende het niet eens is met een besluit van een [[bestuursorgaan]] (zoals een gemeente, provincie, waterschap of minister) kan hij of zij in beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Meestal gaat het om onderwerpen op het gebied van het [[milieu]] of de [[ruimtelijke ordening]], waar de belanghebbende zijn belangen geschaad acht.
 
Tegen een uitspraak van de Afdeling is in Nederland geen verder beroep mogelijk., Maarmaar burgers kunnen zich nog wel wenden tot het [[Europees Hof voor de Rechten van de Mens|EHRM]] (Europese Hof Voor Rechten van de Mens) of het Europese Hof omdat Nederland de Europese Rechtspraak boven de nationale plaatst. Wel kan deze ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de [[Algemene wet bestuursrecht]] eventueel om herziening van een door haar gegeven uitspraak worden verzocht. Dit wordt echter in geen geval inhoudelijk behandeld vóórdat door of namens de indiener van het verzoek om herziening aan de griffier van de Raad van State een griffierecht is betaald. Uitspraken van de Afdeling waarbij verzoeken om herziening werden ingewilligd zijn zeldzaam, aangezien aan de toepassing van dit buitengewoon rechtsmiddel, gelet op de redactie van het artikel, zeer zware voorwaarden worden gesteld.
In dit soort procedures is meestal eerst een ontwerpbesluit bekendgemaakt. Een belanghebbende kan in geval van ontwerpbesluiten in beginsel alleen ontvankelijk in beroep bij de Raad van State als hij of zij eerder een [[Zienswijze (bestuursrecht)|zienswijze]] heeft ingediend over het ontwerpbesluit. Het bestuursorgaan gaat bij het definitieve besluit in op de ingediende zienswijzen. Indien de belanghebbende zich nog steeds in zijn belangen aangetast acht, kan hij of zij in beroep tegen de vaststelling van het ontwerpbesluit bij de Afdeling.
 
Ook kan een burger een geschil hebben over andere beslissingen of maatregelen van een overheid, zoals bouwzaken, subsidies, kapvergunningen of [[Vreemdelingenbeleid|vreemdelingenzaken]]. Dan moet een burger eerst in beroep gaan bij een [[rechtbank]]. Nadat de rechtbank uitspraak heeft gedaan kunnen zowel de burger als het overheidsorgaan in hoger beroep gaan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 
De Afdeling doet ook uitspraak over een aantal bijzondere wetten van publiekrecht, waaronder de [[Kieswet (Nederland)|Kieswet]] en een aantal onderwijswetten.
 
Tegen een uitspraak van de Afdeling is in Nederland geen verder beroep mogelijk. Maar burgers kunnen zich nog wel wenden tot het EHRM (Europese Hof Voor Rechten van de Mens) of het Europese Hof omdat Nederland de Europese Rechtspraak boven de nationale plaatst. Wel kan deze ingevolge artikel 8:119, eerste lid, van de [[Algemene wet bestuursrecht]] eventueel om herziening van een door haar gegeven uitspraak worden verzocht. Dit wordt echter in geen geval inhoudelijk behandeld vóórdat door of namens de indiener van het verzoek om herziening aan de griffier van de Raad van State een griffierecht is betaald. Uitspraken van de Afdeling waarbij verzoeken om herziening werden ingewilligd zijn zeldzaam, aangezien aan de toepassing van dit buitengewoon rechtsmiddel, gelet op de redactie van het artikel, zeer zware voorwaarden worden gesteld.
 
==Leden==