Phaedo (Plato): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Label: Misbruikfilter: Kwebbelen
k Wijzigingen door 195.240.170.212 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Eisenstadt
Regel 1:
{{Zijbalk dialogen Plato}}
De '''Phaedo''' is een van de [[Socratische dialoog|dialogen]] van [[Plato]]. Hierin vertelt Phaedo aan Echekratès hoe de laatste dag van [[Socrates (filosoof)|Socrates]]' leven (399 v. Chr.) verlopen is, met name het gesprek dat enkele vrienden met hem hadden.
 
blablabla
De serene ''Phaedo'' is qua teneur de tegenhanger van het uitgelaten [[Symposium (Plato)|''Symposium'']], dat een scène midden uit Socrates' leven beschrijft<ref>''The Phaedo and Symposium could not be further apart in mood, since the one shows Socrates discussing immortality with intimate friends in his last few hours on earth, and in the other we see him some seventeen years earlier, un-Socratically spruced up, at a celebration dinner-party where there are plenty of high spirits and conversation both philosophical and unphilosophical.'' W.K.C. Guthrie, ''A History of Greek Philosophy'', dl. 4, blz. 324. Wilamowitz ziet in deze combinatie van het komische en tragische bij Plato iets ''was uns immer an Shakespeare erinnert'' (Platon I, blz. 321).</ref>. De ''Phaedo'' vertoont specifiek pythagorische invloeden, reden waarom men aanneemt dat Plato dit werk geschreven heeft na zijn eerste reis naar [[Magna Graecia|Zuid-Italië]] en [[Sicilië]] (±390-385 v. Chr.), alwaar hij pythagorische filosofen als [[Archytas]] uit Tarente heeft ontmoet. De sterke nadruk op de scheiding tussen lichaam en ziel en het streven naar 'zuiverheid' in de vorm van een zo groot mogelijke onthechting van het lichaam, waarvan de dood de ultieme verwezenlijking is, zijn voorbeelden van deze invloed. De 'setting' van de dialoog is hiermee in overeenstemming: men bespreekt de onsterfelijkheid van de ziel in de Atheense gevangenis waar Socrates na zijn veroordeling naartoe is gebracht. Een ander gegeven voor de datering van deze rijke dialoog is de tamelijk expliciete verwijzing naar de [[Meno (Plato)|''Meno'']],<ref>In 73a-b wordt kort samengevat hoe iemand op eigen kracht een wiskundig probleem kon oplossen, een duidelijke verwijzing naar de in de ''Meno'' beschreven ontmoeting van een slaaf met Socrates.</ref> waaruit men kan opmaken dat de ''Phaedo'' na de ''Meno'' is geschreven.