Anna van Groot-Brittannië: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Oskardebot (overleg | bijdragen)
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
Regel 45:
Kort na haar troonsbestijging wees Anna haar man aan als [[Admiraliteit van Engeland|Lord High Admiral]] en gaf hem controle over de Engelse marine. Zij benoemde John Churchill tot [[kapitein-generaal]] van het leger. Hij werd tot ridder geslagen in de [[Orde van de Kousenband]] en kreeg ook de titel hertog van Marlborough. De hertogin van Marlborough (haar vriendin Sarah dus) werd aangewezen als Mistress of the Robes, de hoogste positie die een dame aan het hof kon krijgen.
 
Anna’s man, prins [[George van Denemarken]], stierf op [[28 oktober]] [[1708]]. Zijn bevelhebberschap over de Marine was onpopulair geweest bij de leiders van de Whigs. Toen hij op zijn sterfbed lag, probeerden sommige leiders van de Whigs hem af te zetten als Lord High Admiral. Anna schakelde de hulp in van de hertog van Marlborough, om ervoor te zorgen dat de daartoe strekkende motie niet werd ingediend. De dood van prins George was een zeer grote schok voor koningin Anna. Het was een keerpunt in haar relatie met haar oude vriendin, Sarah Churchill, die als enige van haar hofhouding weigerde rouwkleding te dragen en een steeds aanmatigender houding aannam. Zolang John Churchill onmisbaar was als legerleider, kon zij daarmee wegkomen, maar toen de Spaanse Successieoorlog ten einde liep, werd zij van haar invloedrijke functies aan het hof ontheven.
 
Onder haar regering voltrok zich de vereniging van Engeland en Schotland in het Verenigde Koninkrijk van Groot-Brittannië krachtens de [[Acts of Union (1707)]]. Engeland en Schotland hadden in de eeuw daarvoor al vaak eenzelfde vorst gehad, maar nu werd dit wettelijk vastgelegd. In de strijd tussen de politieke partijen de [[Whig Party (Verenigd Koninkrijk)|Whigs]] (liberalen) en de [[Tory|Tories]] (conservatieven) zette zij aanvankelijk de Whig-politiek van haar voorganger Willem III voort, hoewel zij zelf sympathiseerde met de Tories. John en Sarah Churchill, die aan de kant van de Whigs stonden, beheersten door haar gunst het politieke leven in hoge mate en kregen grote invloed op de koningin. In 1711 ontstond er echter onenigheid, enerzijds over de gevolgde politiek, anderzijds over het toenemend overheersende gedrag van de Churchills, en vielen zij in ongenade.