Slavernij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 55:
 
==== China en India ====
In het oude [[India]] en het oude [[Chinese keizerrijk|China]] bestond de grote massa der bevolking uit in naam vrije boeren, maar hun positie verschilde vaak niet of nauwelijks van die van [[horigen]].{{Bron?|Dit is nogal een brede uitspraak voor twee landen met een lange, gevarieerde geschiedenis, en een grote geografische verspreiding met dito verschillen.}}
 
In China bestond er ook slavernij in de engere zin van het woord. Tijdens de [[Han-dynastie]] (207 v.Chr.-220 n.Chr.) konden inwoners van naburige koninkrijken bijvoorbeeld slaaf worden wanneer ze [[krijgsgevangene|in een gevecht gevangen]] waren genomen en vervolgens slaaf gemaakt waren. Ook Chinezen zelf konden destijds slaaf worden, bijvoorbeeld door [[schuldslavernij]] of door een veroordeling tot [[dwangarbeid]] als straf voor een misdaad. Deze slavernij hoefde niet permanent te zijn; een slaaf kon zich ook vrij kopen. Naar schatting was 1% van de bevolking tijdens de Han slaaf.<ref>{{aut|Hansen, Valerie}}, ''The open empire. A history of China to 1600'' (New York/Londen 2000) 131-132. W. W. Norton & Company. {{ISBN|0-393-97374-3}}</ref> Deze slaven werkten niet zozeer op het land, maar vooral als [[bediende|dienstpersoneel]]. [[Wang Mang]], die tussen de Westelijke en Oostelijke Han-dynastieën kortstondig een eigen dynastie oprichtte, stelde een verbod in op het houden van slaven.<ref>{{aut|ter Haar, Barend J.}}, ''Het hemels mandaat. De geschiedenis van het Chinese keizerrijk'' (Amsterdam University Press 2013 (2009)) 70.</ref> Ook tijdens latere dynastieën, zoals de [[Noordelijke Wei-dynastie|Noordelijke Wei]] en de [[Tang-dynastie|Tang]], kwam slavernij voor. Uit een [[volkstelling]] uit [[1183]] blijkt dat er onder de [[Jin-dynastie (1115-1234)|Jin-dynastie]], een niet-Chinese dynastie die over het noorden van China heerste, 27.000 slaven in het bezit waren van leden van de keizerlijke clan, wat neerkomt op gemiddeld 163 slaven per huishouden uit die clan.<ref>{{aut|Hansen, Valerie}} (2000) 177-178, 198, 322</ref>